Historicus Rutger Bregman zette vier jaar geleden het basisinkomen op de politieke agenda. Zeker negen Nederlandse steden kondigden experimenten aan. Bregman werd een veelgevraagd spreker over de hele wereld. Hoe staan we er nu voor? En hoe zorgen we ervoor dat het basisinkomen toekomstbestendig kan worden?
Gratis geld voor iedereen
ankzij enkele afleveringen van VPRO Tegenlicht en het boek van Rutger Bregman ‘
Gratis geld voor iedereen’ komt vergeten onderzoek naar het basisinkomen aan het licht. Dit eeuwenoude idee blijkt een probaat middel voor armoedebestrijding en het aanjagen van nieuwe economische activiteit. Bregman’s boek werd een internationale hit. Over de hele wereld wordt het basisinkomen inmiddels gezien als mogelijk antwoord op de stagnerende middeninkomens, de groeiende kloof tussen arm en rijk en de robot-revolutie.
Burgerdividend of durfkapitaal voor de gewone man
Maar na de stormachtige comeback van het basisinkomen is de grote vraag: hoe nu verder? Ondanks alle evidente voordelen staan overheden niet te trappelen om het in te voeren. Rutger Bregman vindt het de hoogste tijd om nu eindelijk werk te gaan maken van het basisinkomen. Bregman vindt dat het vaak onterecht gezien wordt als een socialistische proefballon. Hij wil het begrip basisinkomen omsmeden in de taal van deze tijd: burgerdividend of durfkapitaal voor de gewone man. Zodat het basisinkomen door tegenstanders en sceptici niet langer kan worden gezien als aalmoes van de overheid, maar als burgerrecht.
Kijk zondag 25 november om 21.05 uur naar Tegenlicht op NPO 2.
Nederland was een van de eerste landen die een basisinkomen heeft ingevoerd.
Kennelijk is iedereen dat vergeten, namelijk de aanrechtsubsidie ,hiermee kregen huisvrouwen een eigen inkomen, als ze geen werk hadden. Het bedrag was zeer bescheiden, maar wel voor iedereen hetzelfde. Dit basisinkomen ging verloren als er een inkomen uit arbeid werd verdiend.
Dus de vlieger ging niet op om naast een inkomen uit arbeid ook nog aanrechtsubsidie te incasseren.
Toch is het verschil met de nieuwe ideeën over basisinkomen niet groot. Men moet niet vergeten, dat als ieder een basisinkomen krijgt, hoe bescheiden dat ook mag zijn er over het inkomen uit arbeid meer belasting moet worden betaald. Onze rijksbegroting heeft nog steeds voldoende belastinginkomen nodig. Natuurlijk kan ook de btw nog verder worden verhoogd,
maar onze regering heeft dit al diverse keren gedaan. Daar komt nog de verhoging van het lage btw van 6% naar 9% bij. Bij de meeste politieke partijen is belasting verhogen op arbeid geen wens. Een basisinkomen kan natuurlijk ook als alternatief voor allerlei bestaande regelingen, zoals AOW, WW, WAO, WIA, IOAW, bijstand enz. Maak die potjes leeg en laat niemand hiervoor nog premie afdragen, dan stijgt het netto inkomen uit arbeid en stap over op een bescheiden basisinkomen. Indien lager dan het AOW bedrag kun je het basisinkomen voor personen boven de 67 jaar hoger maken. Als voorbeeld € 600 per maand van 21 jaar tot 67 jaar en 770 per maand daarboven (Voor mensen ,die 20 jaar in Nederland wonen of langer, anders naar ratio).
De prikkel om werk te zoeken is dan veel groter, omdat het verschil tussen werken en geen werk groter wordt. Het is ook aantrekkelijk om deeltijd te werken, omdat dit een extraatje oplevert, dit stimuleert veel meer mensen als ons huidige systeem. Nu mag iemand met bijstand niks extra verdienen, dat wordt gekort. Mensen kunnen eerder stoppen met werk, zodat zware beroepen geen plicht meer zijn op latere leeftijd.
Geen uitkeringsfraude meer mogelijk. Vrouwen met kleine kinderen kunnen thuis blijven of deeltijd werken, veel eerlijker en rechtvaardiger.
Kortom er is werk aan de winkel om met de tijd mee te gaan en ons hele belastingstelsel en inkomen te innoveren naar de huidige en toekomstige samenleving.
Al die ambtenaren en vooral al die bedrijven en bedrijfjes die zijn opgetuigd met als verdienmodel subsidie rondom uitkeringen, mensen zogenaamd “aan het werk helpen” en de controle daarop ben je in één keer kwijt. Daar komen die jaarlijkse miljoenen voor “armoedebestrijding” terecht, niet op de rekening van de armen.