Het wankele monetaire systeem is een regelmatig terugkerend thema in mijn columns. Niet voor niks behoor ik tot het kamp van analisten die roepen dat het huidige fiat geldsysteem ten dode is opgeschreven. Steeds meer mensen kijken kritisch naar de hedendaagse beleidsmaatregelen van centrale banken die proberen met lage rentetarieven de economie nog enigszins draaiende te houden. Krediet is de motor van een groeiende economie, maar rijden op goedkope olie is slecht.
Krediet is de motor
Krediet is ook het verdienmodel van de banken, laten we dat niet vergeten. Echter tot op zekere hoogte. Je kunt niet oneindig doorgaan met verhogen van de mondiale schuldenberg. Het leidt tot een wereldwijde groeivertraging omdat het geld wat uit de toekomst naar voren wordt gehaald met rente moet worden terug betaald. Lenen verlaagt het besteedbare inkomen door de aflossingsverplichtingen. Als krediet alsmaar goedkoper wordt gaan mensen massaal lenen.
Opblazen rode ballon
Wordt de schuldenberg hoger, dan dalen inkomens, dalen groeicijfers, en uiteindelijk daalt het vertrouwen van de samenleving in het bankenkartel. Dat komt doordat spaarzame burgers interen op hun spaargeld door de nul-rente met aftrek van bankkosten en inflatie. De kredietberg tegenover de geldberg, dat gaat conflicteren. Dit is mijn macro-economische kijk op de huidige monetaire ontwikkelingen. Hier gaat wat fout en dat kan niet lang meer goed gaan. Het macro-economische plaatje is vrij eenvoudig uit te leggen.
Bubbels en ballonnen
Zie de blauwe ballon met een bedrag ad 1,8 biljoen euro, zijnde de Nederlandse besparingen, zoals spaargeld en pensioenreserves. Dat is het geld wat door de samenleving is gespaard. Zie daarnaast een grotere rode ballon met een bedrag ad € 2,5 biljoen euro. Dat is de nationale kredietberg. Als de ene ballon groter is dan de andere dan spreken we over een onbalans. Heel simpel dus. Ooit was de blauwe ballon groter dan de rode en dat hield in dat er meer gespaard werd dan geleend waardoor er minder geld de economie instroomde. Slimme bankiers zagen dat en hebben samen met centrale banken bedacht om het plaatje te veranderen. De blauwe ballon moest kleiner worden. Om de rode kredietballon te vergroten moest de samenleving gestimuleerd worden om meer krediet op te nemen bij de banken. Dat krijg je gedaan door krediet goedkoper te maken. Daarom verlaagden centrale banken vanaf de jaren tachtig de rente systematisch in kleine stapjes.
Uit balans
Zie nu het resultaat: de rode kredietberg-ballon is groter dan de blauwe spaarberg-ballon. Niet dat de blauwe ballon langzaam leeg loopt, nee, deze groeit tegen wil en dank van de bankiers. Deze betalen negatieve rente aan de ECB (- 0,5) voor het dag-overschot. We sparen dus altijd nog tegen de klippen op, lees hier. Toch wordt de rode ballon allengs groter en is nu sprake van een verstoorde balans. De rode wordt onverantwoord verder opgeblazen met risico van knallen.
We pompen maar door
Waarom is nu de woningmarkt uit balans en waarom staan de beurzen alltime high? Het antwoord lijkt mij duidelijk, staat in deze column. We zien niet dat het volume van de blauwe ballon langzaam overloopt in de rode ballon. Ze worden elk afzonderlijk groter. De rode sneller dan de blauwe. Wat betekent dat voor de reële economie? Eenvoudig uitgelegd betekent dit dat de economische groei daalt. Er wordt dus geld onttrokken uit de omloop van de mondiale geldcirculatie. Centrale banken doen hun best om de geldcirculatie op peil te houden. De hoeveelheid geld moet namelijk groeien omdat de wereldbevolking nu eenmaal groeit. Ze gebruiken daarvoor diverse instrumenten maar mogen niet teveel geld in omloop brengen omdat daarmee de inflatie te snel zou stijgen.
Verzorgingsstaat onder druk
Een lager inflatiecijfer is beter dan een hoge inflatie die ongewenste geldontwaarding teweeg brengt onder de bevolking. Lonen blijven altijd achter als inflatie ontspoort. Centrale banken streven naar een inflatie van iets meer dan 2 procent maar zijn bang als deze uit de klauw loopt en bijvoorbeeld de 5 procent zou overstijgen. Dat zal in de westerse economieën, die na de 2e Wereldoorlog een verzorgingsstaat hebben opgebouwd, een revolutie teweeg brengen. De inkomensongelijkheid en de onevenwichtige geldcirculatie hebben mede dankzij de inmiddels onbetaalbare verzorgingsstaat de modale inkomens al behoorlijk onder druk gezet. De samenleving voelt dat en geeft minder uit. Dat leidt tot spaargedrag en tegelijk is er de grote verleiding van goedkoop krediet. Dat zijn 2 oorzaken die de blauwe en rode ballon vergroten. Die worden gevuld vanuit de omloop van de geldhoeveelheid.
Ongure spanning
Om te voorkomen dat geld schaars wordt moeten centrale banken de geldhoeveelheid verruimen. Ze breiden hun balansen uit door het opkopen van o.a. staatsleningen en andere verpakte leningen van diverse marktpartijen, meestal systeembanken. Hiermee krijgen de banken ‘vers geld’ ter beschikking. De grote vraag is nu hoe lang centrale banken dit spelletje volhouden. Het opblazen van hun eigen balans. De onbalans tussen beide ballonnen wordt groter en daarmee het ongelijke evenwicht in de economie. Kijk naar de huizenprijzen en opgeblazen beurzen. Er heerst een ongure spanning in ons monetaire fiat geldsysteem. Dat zal op een bepaald moment tot een ontlading moeten komen.
Wil de echte profeet opstaan
Ik vrees dat een ontlading van economische spanning ongeveer te vergelijken is met uitbarstingen in natuurgeweld. Een vulkaan, een onweersbui, en noem maar op. Het gaat er hard aan toe en de gevolgen van een blikseminslag zijn ingrijpend. Economie is net als het weer. Op korte termijn voorspelbaar en op de lange termijn wil men liever de profeet aanhoren. Kijk ik om mij heen dan zie ik weinig wereldleiders die het aanzien hebben van een profeet. Daarom gok ik er maar op dat centrale banken het monopoly-spelletje nog even volhouden. Mijn monopolyspel ligt ver weg op de zolder. Ik wil aannemen dat de huizenprijzen en de geldstapel van de vernieuwde versie zijn aangepast aan de nieuwe norm van overdrijving.
GW
Weet je dat nou nog niet Gerrit?!
Net als bij Monopoly wint de bank altijd!!!
Had ik nog niet kunnen bedenken, ha, ha, ha.
Het opgebouwde pensioengeld is grotendeels geïnvesteerd en niet direct beschikbaar, en staat hun geld wellicht ook bij zombiebedrijven uit die snel zullen omvallen als de schuldenberg gaat schuiven. Dus de volgende crisi zal zeker leiden tot afschrijvingen op de pensioenreserves.
Dus zal het vermogen van pensioenfondsen bij een beurscrash, of een berenmarkt, net zoals aandelen en vastgoed ook mee de dieperik in gaan. Het fabeltje van onze politici dat er genoeg reserves staan tegenover de nationale kredietberg is dus een sprookje. Daarom sluit ik mij aan bij de opmerking van “voorbeeld autochtoon” dat de banken de winnaar zijn bij het monopolyspel. Als een bankencrisis, denk hierbij vooral aan de EU-bankenunie, gepaard gaat met een systeemcrisis zal het bankenkartel, althans wat er over blijft, de uiteindelijke winnaar zijn. Een bankholiday zal ons beletten om complete saldi op te nemen. Slechts een paar honderd euro of minder per week voor de dagelijkse levensbehoeften. Met een haircut over bijvoorbeeld de helft van onze spaarcenten. Dat zijn doemscenario’s die sommige analisten voorzien.
De banken en overheden zijn ook altijd de winnaars vandaar dat een juridische strijd tegen dat soort instellingen altijd heel lastig is. Verder kan de Overheid de Noodwet Financieel Verkeer inzetten als de zaken uit de hand dreigen te lopen en dan kan je financieel weinig kanten meer op. En de haircut is geen doemscenario maar is al gebeurd op op Cyprus zo’n 7 jaar geleden. Voor je eigen veiligheid moet je er voor zorgen dat je banksaldi onder de 50 duizend Euro blijven.
“Voor je eigen veiligheid moet je er voor zorgen dat je banksaldi onder de 50 duizend Euro blijven.” Ha, ha, ha, daar heb ik beslist geen moeite mee. Overigens denk ik dat de meeste mensen Cyprus al lang zijn vergeten.
(En vrijwel niemand kent de Noodwet Financieel Verkeer).
Als we toch al simplificeren weten we dat het spel niet wordt gespeeld door de (centrale) bank(en), maar door de spelers van de ‘elite’.
Banken, de politiek, de ‘nouveau riche’, de ‘markten’ en het gepeupel vormen slechts de (willoze) pionnen.
Als het om de worst gaat, het uitbreiden en consolideren van bezit en macht, zijn de spelers zelden elkaars vrienden en vormen zij alles behalve een homogeen collectief.
Dat vinden we ook duidelijk in de praktijk terug: de nu bovenliggende partij van de opportunistische geldmanipulatie (‘het experiment’) tot de laatste snik en de ‘oppositie’ die een gecontroleerde correctie en herstart van het systeem voorstaat. En de herhaalde pogingen van de laatste om de tegenhanger een stok tussen de wielen te steken.
Een vorm van humanitaire clementie is aan geen van beide stromingen besteed, zodat het voor de gewone mens niet veel uitmaakt wie er uiteindelijk wint. Als ze in het aanstaandeeindspel maar niet weer met bommen gaan gooien, want die kans is absoluut niet te verwaarlozen.