In deze 21ste eeuw is het een normale zaak dat we even rood staan, een doorlopend kredietje of een persoonlijke lening afsluiten, dan wel een forse hypotheek aangaan voor onze doorzonwoning. Het is een krediettijdperk bij uitstek, want de rente nadert de nul procent voor een hypothecaire lening. Zelfs de rente op rood staan is op 10 augustus 2020 in opdracht van de minister van Financiën zomaar verlaagd met 4 procent om de consumenten met een smalle portemonnee wat meer lucht te geven tijdens de coronacrisis. Of dat een verstandig besluit is valt nog te bezien. Het zal weinig invloed hebben op het leengedrag van consumenten. Het geeft alleen meer financiële ruimte zodat met een lagere rente meer geleend kan worden. Of dat in tijden van crisis een wijs besluit is betwijfel ik.
Onderdrukt door bankiers
We staan er bij en kijken er naar. Al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw zien we de rente dalen. Soms een klein stapje omhoog en daarna weer 2 stappen omlaag. Banken vergrootten hun verdienmodel en wisten dat krediet de aanjager was van de economie. Om dat verdienmodel draaiend te houden moest de rente verder omlaag. Als de schuldenberg alsmaar hoger wordt bij een blijvend gelijk rentepercentage dan zou de leencapaciteit in de samenleving minder worden en dus ook het krediet-verdienmodel. Dus was het een logische beleidsmaatregel om de centrale rente stapsgewijs te verlagen. Centrale banken zijn de spil in het machtige bankwezen en door de politiek aangewezen om met hun monetaire beleid het wereldwijde fiat geldsysteem draaiende te houden. Zonder dat de mensheid het beseft zijn we beland in een tijdperk van monetaire slavernij. Verslaafd aan het goedkope geld liggen we aan het infuus van de centrale banken. Het is de meesters van het monetaire beleid gelukt om zonder zweep maar met zachte hand de mensheid te onderdrukken. Met hun sluwe monetaire beleid maken centrale bankiers met hun handlangers, de bankiers in maatpakken in kantoren met marmer, de mensheid armer.
Een hap uit de toekomst
Nogmaals, we staan er bij en kijken er naar. We vinden het de gewoonste zaak van de wereld dat we niet meer 10 jaar lang sparen voor de aankoop van een bolide of 20 jaar voor de aanbetaling van een droompaleis. Een geldlening is in dit krediettijdperk de normaalste zaak van de wereld. Als je maar voldoende inkomen hebt om het geleende geld plus de rente binnen de gestelde termijnen terug te betalen dan is er weinig aan de hand. Toch? Hierbij maken we massaal de denkfout dat een geldlening een hap is uit ons toekomstig inkomen. We halen een stukje inkomen naar voren dat we nog moeten verdienen door hard te werken. Ik zeg met opzet “hard werken.” Die glanzende bolide of die droomhut zet de jongere gezinnen juist aan om meer inkomen te verdienen. Er moet namelijk nog geleefd worden naast de maandelijkse afbetaling naar de bank. Nog wat leuke dingen doen, naar de bioscoop, naar het theater, biertje op het terras, en een ‘goedkope’ vliegreis naar Parijs. En als het even kan nog een gezinnetje stichten. Het credo is nog altijd: “wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.” We bouwen namelijk met ons allen een schuldenberg op waarvan een deel moet worden afgelost door onze kinderen. Wordt makkelijk aan voorbij gegaan omdat het een logica is van de eerste orde.
Wie de jeugd heeft…
We hebben onze persoonlijke leningen die we afbetalen vanuit ons eigen inkomen en als natie hebben we een gezamenlijk inkomen, het landelijk BBP(Bruto Binnenlands Product) waarmee o.a. de staatsleningen worden afgelost. Goed beschouwd hebben we daarmee een dubbele verplichting. Naast onze privéschulden, en bedrijfsschulden, betalen we ook nog eens mee aan de aflossing van het staatskrediet. Momenteel doet onze minister van Financiën zijn uiterste best om onze economie te redden door de staatsschuld flink op te voeren. Geld kost geen drol. Voor de 5 en 10-jarige NL-obligaties krijgt hij geld toe. Wat wil je nog meer? Wat houdt je dan nog tegen als de afbetalingsverplichtingen alleen nog maar bestaan uit aflossing. Oké, de schuldenberg voeren we flink op want corona verdwijnt wel weer. Economen voorspellen over een aantal jaren een flinke economische opleving, zodat we met ons allen meer verdienen om daarmee aan onze aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. En dat we een flinke belastingverhoging kunnen aanvaarden zodat onze minister van Financiën extra kan aflossen op de staatsschuld. Maar dat we ook werken aan nieuwe bevolkingsaanwas. Dat er behalve (over)werken voor de aflossing ook nog nachtelijke arbeid wordt verricht op de slaapkamers van jonge geliefden.
De grote vergrijzing
Het is wel zo prettig om te weten dat er straks meer jongeren dan senioren rondlopen op onze aardkloot, zodat ze vanuit hun inkomen de door ons opgebouwde (staats)schuldenberg kunnen aflossen. Nogmaals, wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Nu klinkt deze uitspraak uit mijn mond natuurlijk hypocriet. Als grijze golfer die inteert op een opgebouwd pensioen en spaargeld dat niet meer rendeert. Zoiets van laat de jeugd de rotzooi lekker opruimen. Toch vrees ik dat hier een belangrijk manco ligt in onze hedendaagse samenleving. En zie ik een oplaaiende discussie tussen twee generaties. Corona heeft al tot een verwijdering geleid. Om de senioren te ontzien moesten jongeren binnen blijven en zijn discotheken en festivals verbannen naar een toekomst zonder corona. Nu gaan we de jongere generatie ook nog eens opzadelen met een erfenis in de vorm van een negatieve nalatenschap. Een schuldenberg die ze niet beneficiair kunnen aanvaarden. Dus altijd verantwoordelijk blijven voor de door ons opgebouwde schuldenlast. Dat we behalve in een krediettijdperk daarnaast ook nog eens vertoeven in een tijdperk van de grote vergrijzing zal niemand kunnen ontkennen. De gevolgen daarvan worden door de politiek en monetaire beleidsmakers wel benoemd maar hun beleid is een korte termijn beleid. Wie dan leeft, wie dan zorgt.
Met dank aan de schuldennatie
Zelf ben ik een kritisch denker en heb daardoor een stevig wantrouwen opgebouwd ten opzichte van omhoog gevallen elitaire beleidsmakers. Ben ik ook een trotse vader van 3 kinderen en heb ik geleerd om niet mijzelf boven een ander te verheffen. En heb ik geleerd om wat over te houden voor mijn nazaten. Net zoals we die vragende snaveltjes vroeger te eten hebben gegeven, zo zouden we ook moeten zorgen dat er later als ze groot zijn ook aan hun andere behoeften kan worden voldaan. Zoals een betaalbare eigen woning of huurhuis. Anno 2020 niet eens een droompaleis met gouden kranen maar een woonhut met lekke dakgoot. Onbetaalbaar en ongenaakbaar. In deze moderne samenleving is het onverdedigbaar dat dit krediettijdperk heeft bijgedragen aan de achterstelling van onze jongere generatie. Er is nauwelijks nog ruimte om gezinnetjes te stichten. Zolderkamers en studentenkamers bieden alleen ruimte voor ‘erotiek met elastiek.’ Wat overheerst is de dramatiek. Het drama van de verloren generatie met dank aan de schuldennatie.
GW