De inflatie in Nederland is in augustus gedaald naar 1,5%. In juli lag het inflatiepercentage 0,1 procentpunt hoger. De daling van de inflatie komt voornamelijk door de lagere prijs van kleding. Schoenen en kleding waren 3% goedkoper in vergelijking met vorig jaar. Ook de prijs van brandstof had een drukkend effect op de inflatie, hoewel de prijs van benzine toch met bijna 5% steeg op jaarbasis. In juli was de benzineprijs echter bijna 9% hoger op in vergelijking met 2009. Twee maanden geleden lag de inflatie in Nederland nog een stuk lager. Het inflatiepercentage in juni bedroeg 0,8%. De consumptiegebonden belastingen en andere overheidskosten stegen met 3,8%. De prijzen uit deze groep stegen, samen met alcohol en tabak (+3,5%), het meest in het goederenmandje van het CBS waamee het inflatiecijfer wordt berekend.
Huisvesting, water en energie droegen samen voor 0,4% bij aan het totale inflatiepercentage. Dit komt doordat de weging het hoogst is van alle artikelgroepen, namelijk bijna 24% van het totaal. De autobrandstoffen, die vallen onder de vervoer-groep, droegen 0,3% bij aan de algemene prijsstijging. De autobrandstoffen bedragen 6,5% van de totale weging van het inflatiemandje. Kleding (-0,1%) en recreatie (-0,1%) waren de enige twee groepen die een negatieve bijdrage leverden aan de inflatie.
De inflatie in Nederland wordt gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI) (of ook wel het goederenmandje). De stijging van de producten in de index worden vergeleken met de stijging van het voorgaande jaar. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals die gemiddeld wordt geconsumeerd door Nederlandse huishoudens.
De inflatie in Nederland gemeten door de methode van het ECB (namelijk met de HICP, Harmonised Index of Consumer Prices), dat ook wordt gebruikt door Eurostat, kwam uit op 1,2%. Dit is 0,4 procentpunt lager dan het gemiddelde inflatiepercentage van Europa. In de eurozone bedroeg de inflatie in augustus namelijk 1,6%.