Bij gebrek aan beter lees ik dinsdagochtend het Noord Hollands Dagblad. Een krant met koppen als ‘Paard gestolen’, ‘Man valt in sloot’ en ‘Herfstwandeling door fraaie polder’. Op deze zonnige herfstochtend staat er echter een opvallende titel in het anderhalve pagina tellende economisch katern. Het geld is op, ‘Nederland zakt weg in een moeras van schulden’.

Incassobedrijven kunnen het werk amper nog aan in het begin van het laatste kwartaal van 2010. Jet Cremer, branchevoorzitter van van de NVI (Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen), luidt de noodklok. Uit een onderzoek die de vereniging heeft laten uitvoeren blijkt hoe slecht het ervoor staat met de schulden van de Nederlanders. Halverwege 2010 stond de teller van het totaal aan openstaande bedragen in Nederland op 5,6 mlijard. Dit is ruim 25% hoger in vergelijking met een jaar geleden.

 

Voornamelijk de bedragen die nog betaald moeten worden zijn flink toegenomen en het wordt steeds lastiger innen, aldus Cremer in het NHD. Ze is pessimistisch over de toekomst. ‘Alles wijst erop dat het voorlopig niet minder wordt. De achterstanden lpoen alleen maar verder op’. Ofwel, Nederlanders verdrinken in de schulden en betalen steeds vaker de rekeningen niet. Gouden tijden voor incassobureaus. Voornamelijk bij de kleinere en middelgrote bedrijven staat nog veel geld uit.

In de afgelopen twee jaar steeg het aantal vorderingen van incassobureaus op consumenten gemiddeld met 100 miljoen euro per kwartaal. Het 2e kwartaal van 2010 steeg het bedrag met 30% tot 4,5 mljard euro. Deze groei is bijna 8 keer groter dan het gemiddelde van de afgelopen jaren. Steeds meer mensen in Nederland zullen in de problemen komen met het aflossen van de schulden en dat zal de economie mijn inziens nog wel gaan voelen. De schuldenbergen worden in de westerse wereld alleen maar groter. Niet alleen overheden, maar ook consumenten die hoge schulden hebben, zullen de komende tijd moeten gaan bezuinigen. Ik blader verder naar het katern stad en streek waar het grootste nieuws van vandaag ‘Snert op het strand in de winter’ is. K. Dil