De vijftig grootste bouwbedrijven van Nederland hebben vorig jaar 2,7 miljard euro aan omzet verloren. Het gezamenlijk bedrijfsresultaat liep met ruim een half miljard terug. Dat blijkt uit de Cobouw 50, het overzicht van de meest vooraanstaande bouwers, installateurs en ingenieursbureaus.
Meer ellende is onderweg voor de bouw, waarschuwt Bouwend Nederland-directeur Jan van Tuinen in de speciale bijlage die op donderdag 28 oktober bij vakdagblad is verschenen. Volgens Van Tuinen stijgt het aantal faillissementen onder de lidbedrijven van de bouworganisatie dit jaar tot boven de honderd. ‘De teller stond begin oktober al op 84. Ter vergelijking: net voor het uitbreken van de crisis gingen jaarlijks gemiddeld 45 aannemers onderuit’, aldus Van Tuinen.
Een toenemend aantal bouwbedrijven staat het water aan de lippen. Dat leidt bij tal van bedrijven tot het schrappen van arbeidsplaatsen. Van Tuinen houdt het momenteel op zo’n duizend bouwbanen per maand. Daarbij gaat het inmiddels om de harde kern aan de bouwbedrijven. In de burgerlijke en utiliteitsbouw gaat 10,5% van de banen verloren, in de infrastructuur 3,5%. Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeft Cobouw in nauwe samenwerking met de rekenmeesters van PwC de vijftig grootste bouwbedrijven van Nederland gerangschikt naar hun omzetten. Maar niet alleen de omzetten, ook de nettowinstpercentages, solvabiliteit, omzet per medewerker en het eigen vermogen zijn onder een vergrootglas gelegd. Hetzelfde is gedaan voor de twintig grootste installateurs en de twintig grootste ingenieursbureaus.
Via: Vastgoedmarkt
