Vandaag twee voorbeelden die aantonen dat we in Nederland net zo ontspoord zijn als in kennelijk alle andere westerse landen. We kijken naar woningbouwcoöperatie Vestia en naar de vijftig meest verdienende managers in de ouderenzorg.

Vestia werd als een zonnekoning gerund door de manager Erik Staal. Eigenlijk was Staal, net als zijn soortgenoten, veel te belangrijk om als manager, zeg maar leidinggevende, betiteld te worden. Hij werd daarom Voorzitter van de Raad van Bestuur. Dat klink al heel anders, een stuk beter. Het Vestia-spel had voor Staal iets Hollywoodachtigs. Nee, niet als acteur, dan moet je immers de roem delen, maar als regisseur! Zo kon hij scheppen, creëren, eigenlijk een beetje god spelen.

Vestia was met 75.000 verhuureenheden al jaren de grootste corporatie in ons lage landje. En, even met een blik naar de Europese ontwikkelingen, het was zo groot geworden door diverse fusies! De ambities van Staal waren groot en visionair. Omdat hij zich helemaal opofferde voor de mensheid moest daar natuurlijk wel wat tegenover staan. Een soort ereloon. In 2006 was Staals jaarbeloning opgelopen tot 447 duizend euro inclusief pensioenbijdrage. Voor wie niet zo goed kan rekenen, we hebben het dan over meer dan 37.000 euro per maand. Ter vergelijking. Het jaarinkomen voor iemand met een minimumloon is ongeveer 18.000 euro bruto.

Van blijspel naar drama

Anno 2012 weten we hoe het is afgelopen. Staal is met een meer dan riante vertrekvergoeding van 3,5 miljoen euro richting zon vertrokken en Vestia bleef achter met een schuld van enkele miljarden. Huurders in het hele land moeten nu meer huur gaan betalen om de zaak weer recht te trekken en de schulden af te betalen. De verantwoordelijk minister roept: “Erg hé maar ik kan en kon er echt niets aan doen”.

Managers in de ouderenzorg

Uit een onlangs gehouden onderzoek kwam weer eens naar voren dat het inkomen van de best verdienende managers in de zorg nog steeds stijgt. Hoewel men zelfregulatie heeft afgesproken en de Balkenendenorm als leidraad wordt aangehouden (197.000 euro) heeft men daar toch wat op gevonden.

Net als bij Staal en Vestia zijn bijna alle (zorg)managers getransformeerd tot Voorzitters van de Raad van Bestuur. Het klinkt heel wat maar vaak bestaat de RvB maar uit één of twee personen. Om aan de Balkenendenorm te kunnen ontkomen heeft men een list bedacht om er nog minstens 30% loon als extra bij te kunnen sprokkelen. Het recht op deze extra verhoging ontstaat als er sprake is van een bijzonder complexe organisatie.  Het zal u als lezer vast niet verbazen dat inmiddels meer dan de helft van de organisaties als complex is aangemerkt en de voorzitter van de RvB elke maand met een flinke extra schep aan euro’s mag rekenen.

Op de werkvloer

Op de werkvloer merken de medewerkers die echt de handen uit de mouwen moeten steken elke dag weer hoe complex hun werk door deze topbestuurdersgemaakt is. Alles is in minuten en voorschriften  vastgelegd. Om te kunnen concurreren is hun loon vaak al meerdere keren verlaagd. Zijn vele aanstellingen in uren teruggebracht naar maximaal 12 tot 15. Als er behoefte aan is, mogen/ moeten ze extra uren maken. Als er geen behoefte is of bij ziekte dan geldt het “normale” contract.

Waarom deze twee voorbeelden?

Op alle fronten is te merken dat er in onze maatschappij een enorme tweedeling op gang is gekomen. Een procentueel kleine groep is zich op allerlei manieren aan het verrijken, vaak op basis van argumentaties die er aan de haren zijn bijgesleept. Als het misgaat, dan mag de grote groep, de portemonnee trekken en met euromunten en biljetten net zo lang bijdragen tot de schulden zijn weggewerkt. Politici stellen stelselmatig dat ze het erg vinden maar er niets aan kunnen of konden doen. Zo gaat het in het klein en in het groot.

Dat politici niet veel meer kunnen doen om een einde te maken aan al het geknoei is natuurlijk onzin, een zich verstoppen voor het nemen van verantwoordelijkheid. Het uur U, om het heel anders te gaan doen is zo langzamerhand toch echt aangebroken. Diverse bevlogen en betrokken bloggers en reageerders roepen al lange tijd dat daarvoor eerst een echte boem, nodig is. Een soort treinramp waarna ieder bereid is om de handen uit de mouwen te steken, hulp te bieden en tot veranderingen te komen.