Momenteel leven we met zijn allen in het sprookje van Christiaan Andersen dat gaat over de kleren van de keizer. Wie kent het niet. De verveelde keizer is uitgekeken op de kleding die de kleermakers tot dan toe wisten te maken. Hij wilde iets heel bijzonders, stof zo bijzonder dat deze nog niet eens bestond. Een paar slimme bankiers, kleermakers zeiden aan zijn wensen te kunnen voldoen. Zij hadden een uniek iets: een stof die alleen zichtbaar zou zijn voor slimme mensen. Niet slimme mensen zouden het nieuwe maaksel gewoon niet kunnen zien. Om het verhaal kort te maken, u snapt het vast wel, kocht de keizer voor veel goud een complete garderobe van deze nieuwe “stof” en paradeerde daar trots mee rond. Iedere onderdaan zag de keizer in zijn blote ko*t lopen maar durfde niets te zeggen om niet als dom te worden aangemerkt.

angst en geld

Naar het Nu

Anno 2012 leven we met zijn allen in een moderne vorm van het sprookje. Deze keer gaat het niet om een onzichtbare stof maar om de waarde van geld in papieren of girale vorm. Geld is -materiaal gezien- niets waard. Alles draait om de veronderstelling dat je het papiertje of de elektronische overboeking, als ruilmiddel kunt gebruiken om een dienst of iets materieels te kunnen kopen en betalen. We gaan er verdere van uit geld schaars is en als ruilmiddel redelijk zijn waarde houdt. De oorsprong van deze gedachten ligt in vroegere tijden toen schaarse edelmetalen als goud en zilver betaalmiddelen vormden.

Angstvallig vasthouden aan

Voor wie de ontwikkelingen in de wereld een beetje volgt kan het meer dan duidelijk zijn dat er al lange tijd iets niet meer klopt wat geld en zijn waarde betreft. We zien dat landen, bedrijven en burgers enorme schulden kunnen opbouwen, roepende dat ze deze gemakkelijk zullen kunnen afbetalen uit toekomstige verdiensten. Net als bij de kleren van de keizer zien we dat er iets niet klopt. Er is door het maken van schulden zo veel geld in omloop gekomen dat het al lang geen vraag meer is of dit nog wel terugbetaald zal kunnen worden. In feite is geld helemaal niets meer waard, maar durven we dit niet tegen elkaar te zeggen omdat we dan allemaal met lege handen komen te staan. We houden elkaar angstvallig vast  al roepende dat het goed gaat en het goed komt goed. Heb vertrouwen.

Heb vertrouwen

Het woordje vertrouwen ligt voor in de mond van alle regeerders, politici, centrale bankiers en vooral ook de eurofielen. In feite is er niets om nog langer vertrouwen in geld te hebben en kan ons hele financiële systeem in één kort moment als een plumpudding in elkaar zakken. Hoe het verder kan en zal gaan is niet te voorspellen. Komen we er uit of gaan we terug naar ruilhandel, naar betaling met goud en zilver of anders. De toekomst zal het wijzen. Tot die tijd blijft het angstvallig vastklampen aan elk houvast en aan elkaar.

Hoe verder?

Er is eigenlijk maar één oplossingsrichting en dat is die van het jongetje in het sprookje. Hij durfde hard op te roepen dat de keizer helemaal geen kleren aan had. Analoog hieraan zouden wij met zijn allen moeten durven roepen dat het huidge geldsysteem zijn tijd gehad heeft. Dat we in feite in een sprookjeswereld leven en ons zelf voor de gek houden. Als ieder net als de ECB en de FED gewoon briefjes zou kunnen uitschrijven met de bijvoorbeeld de vermelding “waarde 100 Euro of 100 Dollar” dan zouden we snel roepen Halt… waar ben jij nu mee bezig? Dat kan toch niet……