Joris Luyendijk, De Standaard | Stel dat de bakker bij u om de hoek hetzelfde verdiende als een zakenbankier; honderdduizenden euro’s per jaar. Dan zouden bij u in de buurt andere mensen ook een bakkerij beginnen, toch? Ze zien de dikke auto van de bakker en denken: ga ik ook doen. Grote winsten trekken nieuwe spelers aan, wier concurrentie de prijzen (en dus salarissen) naar beneden drijft. Dat is marktwerking.

Stel nu dat de bakker bij u om de hoek brood verkocht van dezelfde kwaliteit als de woekerpolissen of subprime-hypotheekproducten die zakenbanken de afgelopen decennia met zoveel succes wisten te slijten. Dan zou u die bakker voortaan mijden, toch? En met u de rest van de buurt. De bakker zou failliet gaan want wie slecht presteert, verdwijnt. Ook dat is marktwerking.

Dus waarom zijn de zakenbanken die een cruciale rol speelden bij de crisis niet verdwenen? Waar zijn de nieuwe zakenbanken? En waarom verdienen de mensen in die zakenbanken nog steeds zoveel geld? Als het was gegaan om giftig brood in plaats van giftige leningen zouden slachtoffers de bakker hebben aangeklaagd, en bedolven onder schadevergoedingen. De bakkerij was dichtgegooid, toezichthouders voor broodkwaliteit waren vervangen en nieuwe bakkerijen zouden met een schone lei beginnen. Lees verder op Standaard.be.