In het 1e kwartaal van 2010 is het aantal bijstandsuitkeringen aan personen tot 65 jaar opnieuw gestegen. Eind maart 2010 waren er 290.000 bijstandsuitkeringen verstrekt. Dit zijn er zo’n 10.000 meer in vergelijking met vorig kwartaal. Procentueel doet de sterkste stijging zich voor bij mannen onder de 27 jaar. Dat vooral het aantal jongeren met bijstand toeneemt, hangt onder meer samen met hun kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.
Tussen maart 2005 en eind 2008 daalde het aantal bijstandsuitkeringen tot 259.000. Daarna is het aantal bijstandsuitkeringen toegenomen, in totaal met 32.000. Gemiddeld is dit 6.000 per kwartaal. De stijging van 10.000 in het 1e kwartaal van 2010 ligt daar duidelijk boven.
De sterkste stijging in het eerste kwartaal van 2010 deed zich voor bij de mannen onder de 27 jaar. In deze groep nam het aantal uitkeringen met 15% toe ten opzichte van een kwartaal eerder. Voor de gehele groep mannen onder de 65 jaar bedroeg de toename ruim 5%. Ter vergelijking: bij de vrouwen onder de 27 jaar is er een stijging van 5% en bij de gehele groep vrouwen 2%.
In tijden van economische achteruitgang worden de jongere mensen eerder ontslagen. Als jongeren na ontslag een WW-uitkering ontvangen is dat slechts van korte duur. Door een kort arbeidsverleden hebben zij weinig WW-rechten opgebouwd. Na de WW volgt veelal de bijstand. Vooral de bedrijfstakken waar veel mannen werken, zijn zwaar getroffen door de economische crisis. Het gaat om de zakelijke dienstverlening, het vervoer, de bouw en de industrie.
Een deel van de jongeren onder de 27 jaar ontvangt een uitkering op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Deze uitkeringen zijn als bijstandsuitkering meegeteld. Eind maart 2010 kregen 10.000 jongeren een ‘WIJ-uitkeringen’. Dit blijkt uit gegevens van het CBS.
