Er zijn weer nieuwe cijfers over de Amerikaanse huizenmarkt naar buiten gebracht. Daaruit blijkt dat de huizenprijzen in Amerika in maart 2011 verder zijn gedaald en ook harder dan van tevoren werd verwacht. Dit blijkt uit de welbekende huizenprijsindex van S&P, genaamd de Case-Chiller index. Deze graadmeter staat momenteel op het laagste punt in negen jaar. Op jaarbasis daalden de prijzen van woningen in de 20 grootste stedelijke regio’s van de VS met 3,9%. Analisten hadden een daling van 3,2% verwacht. Een maand eerder bedroeg de jaarlijkse daling van de huizenprijzen nog 3,3%.
In slechts één van de 20 regio’s steeg de gemiddelde huizenprijs. In de hoofdstad Washington stegen de huizenprijzen met 4,3%, maar dat is natuurlijk niet zo gek, aangezien al het geld daar direct of indirect verbonden is met de overheid. Die overheid die daar in Washington zit, is ook één van de redenen waarom de economie in Amerika nog steeds groeit. Door de honderden miljarden dollars die onder de noemers QE en QE2 worden gespendeerd. In de andere 19 regio’s daalden de woningprijzen fors. Minneapolis spande de kroon met een gemiddelde daling van 10%, maar ook in Phoenix (-8,4%) en Seattle (7,6%) daalden de prijzen van huizen nog steeds flink.
Ook werden er cijfers over het Amerikaanse consumentenvertrouwen gepubliceerd. Het vertrouwen daalde naar het laagste punt in zes maanden. Aan het fundament van de kredietcrisis lag de huizencrisis in de VS. De gemiddelde Amerikaanse huizenprijs is sinds de piek in 2006 volgens de gerenommeerde index al met meer dan 33% gedaald. Tekenen dat het alles behalve goed gaat met de Amerikaanse huizenmarkt en dat we kunnen spreken van een dubbele dip.
Daarnaast bleek uit de huizenprijsindex van S&P en Case-Shiller dat in het eerste kwartaal van 2011 de huizenprijzen op kwartaalbasis ook zijn gedaald en wel met 4,2%. Op jaarbasis was in het eerste kwartaal van dit jaar sprake van een daling met 5,1%. Ook op maandbasis daalden de huizenprijzen in de Verenigde Staten. Ten opzichte van februari daalde de prijs van een gemiddeld Amerikaans huis met 0,8%. Dus ten opzichte van een maand eerder, ten opzichte van een kwartaal eerder en ook in vergelijking met een jaar geleden dalen de Amerikaanse huizenprijzen. De deelindex, waarin het gemiddelde wordt genomen van de huizenprijzen in de tien grootste Amerikaanse regio’s daalde eveneens. Op jaarbasis met 2,9% en op maandbasis met 0,6%. De daling is groter als een maand eerder.
Fiscale voordelen hebben de Amerikaanse huizenmarkt even kunnen helpen, maar nu Obama en consorten fors moeten gaan bezuinigen en de Amerikanen niet meer worden gesponsord door de overheid, dalen de prijzen van huizen weer verder. En hoe verder de huizenprijzen zullen dalen, hoe meer Amerikanen in problemen zullen komen met hun hypotheek, wat natuurlijk weer meer foresclosures tot gevolg heeft en wederom lagere huizenprijzen. Dat 28% van alle Amerikaanse huizenverkopen een foreclosure betreft zegt mijn inziens dan ook genoeg. Overigens raakt het niet alleen de Amerikaanse burger, ook de grote hypotheekbanken, zoals Fredie Mac en Fannie May, die tijdens de kredietcrisis zijn genationaliseerd, zullen hoogst waarschijnlijk opnieuw moeten gaan afschrijven. Lees ook: Falling home prices hit big banks.
K. Dil