Het aantal startende bedrijven en bedrijfjes in Nederland is fors gegroeid. In het eerste kwartaal van 2019 kwamen er netto 47.348 bij. Dat betekent meer dan een verdubbeling tegenover dezelfde periode van 2018. De toename kwam er in alle sectoren. Met de zakelijke en de vis en landbouw sectoren voorop. Ook eerder al in april 2019 kwamen er positieve berichten uit de bouwsector. Worden straks alle Nederlanders zelfstandigen?
Vast werk wordt de uitzondering
De afgelopen 15 jaar is het aantal flexwerkers en zzp’ers aanzienlijk toegenomen. Dat werd vastgesteld in februari 2019. Beide categorieën zijn in aantal zelfs verdubbeld. Tezamen vormen ze 3,1 miljoen werkenden. Vast werk werd aldus steeds meer ongewoon. ‘De flexvormen die het hardst zijn gegroeid, zijn de werknemers met een vast contract zonder vaste uren, de tijdelijke werknemers zonder vaste uren en de oproepkrachten. Het aantal oproepkrachten is zelfs ruim verdubbeld. Volgens TNO-onderzoeker Sarike Verbiest willen veel werkgevers optimale flexibiliteit met hun personeel.’ Waar hebben we dat eerder gehoord: de productiviteit en de flexibiliteit moeten omhoog. Straks draaien we onszelf allemaal in een rare kronkel. In de knoop misschien zelfs, en produceer dàn maar ook nog eens méér?! ’t Is een sign of the times zeker…
Flexpoel
Zo benoemt de Volkskrant het geheel, en daarmee zijn we bij de grootste van Europa. De Tilburgse hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen verbaast het niets. De Nederlandse wetten en regels werken deze situatie in de hand, stelt hij. Vandaar de opmerkelijke groei van het aantal flexwerkers dus. Als tweede reden duidt hij de bedrijfscultuur alhier aan. Arbeidssocioloog Fabian Dekker deelt die mening. ‘Hij ontdekte dat bedrijven hun personeelsbeleid vaak bij elkaar afkijken. Dat geldt ook voor het aantal flexwerkers dat een bedrijf denkt nodig te hebben. ‘Als je ze vraagt naar hun beweegredenen, hoor je regelmatig het antwoord: ‘Omdat de concurrent het ook doet’.’ Dat bedrijven elkaar imiteren betekent dat een eenmaal ingezette trend, zoals de groeiende groep flexwerkers, almaar wordt versterkt.’
Waar is de ‘moraal van het verhaal’?
Wij gaan dus maar weer op herhaling. De flexibilisering van de arbeidsmarkt,
inclusief een ingrijpende versoepeling van het ontslagrecht, versterkt de
concurrentiepositie en de winstgevendheid van grote bedrijven (en hun
aandeelhouders).
Het gaat ten koste van de (financiële en sociale) bestaanszekerheid van
miljoenen Nederlandse gezinnen.
Onder Rutte is het land toenemend gecommercialiseerd en ge-asocialiseerd.
Maar het wachten is nog steeds op het moment dat de marktwerking ook op het
overheidsapparaat-zélf wordt losgelaten. No-nonsense, no cure, no pay. You
know?
Durven we de stelling aan dat in geen enkel Europees land werknemers zo
gedwee achter de muziek aan lopen als in Nederland? En vandaag zelfs nog –als dank aan de boven ons geplaatsten- langs de kant braaf met vlaggetjes zwaaien?
(Een beetje meer kritische instelling zou op deze plek trouwens ook geen kwaad kunnen)