De laatste decennia heeft globalisatie een belangrijke rol gespeeld in de internationale handel. De gevolgen bij een recessie in een werelddeel zijn voelbaar in het andere werelddeel. Dit komt vooral omdat de wereldeconomie meer open is op het gebied van handel én kapitaal. Landen zijn veel meer afhankelijk geworden van export dan begin jaren ’90.
De export/bbp ratio voor Japan verdubbelde de laatste 2 decennia, die van India en Korea verdrievoudigde. In China was het exportgedeelte in verhouding tot het bbp zelfs al verdubbeld in 2007, sindsdien is dit lichtjes gedaald maar maakt het nog altijd 25 % uit van het Chinese bbp. De Europese export steeg van 26 % in 1995 tot 44 % vandaag. In het Verenigd Koninkrijk nam de export als percentage van het bbp toe van 19 % in 1990 tot 30 % vandaag. Ook Brazilië en Mexico zagen hun aandeel van de export in het bbp verdubbelen de laatste 20 jaar.
Deze toename van de export wereldwijd heeft zo zijn gevolgen als het minder gaat. De Westerse landen zijn meestal de eindgebruiker in het globaal proces. In de groeilanden bevinden zich voornamelijk de leveranciers en de toeleveranciers. Bij een vertraging van de vraag bij de eindgebruiker, worden de leveranciers en de toeleveranciers hard geraakt. Dit noemt men het Bullwhip-effect.
Dit fenomeen doet zich voor wanneer bedrijven hun voorraden fors moeten aanpassen aan de vraag. De afbouw van schulden en verminderde consumptie in Europa en Amerika zal een serieus vertragende werking hebben op de wereldeconomie en de groei in de opkomende economieën afremmen.
Ronald Hendrickx (Fininfo-be)
China en andere opkomende economieën gaan natuurlijk ook voelen dat het westen armer wordt. Er wordt wel geld geprint, maar dat geld gaat naar banken, niet naar consumenten. De consumptie komt op een laag pitje te staan. China moet intern wel heel hard groeien willen ze de vraaguitval van het westen goed kunnen maken. China valt of staat met de ontwikkelingen van de Europese en de Amerikaanse economie.
En zo ontaardt zich de huidige Eurocrisis tot een wereldwijde depressie, mede veroorzaakt door de stijgende olieprijs.