De centrale bank van China, genaamd de People’s Bank of China, heeft op eerste kerstdag de rente voor de tweede keer in de afgelopen twee maanden verhoogd. De rente op 1-jarige leningen is met 25 basispunten naar boven bijgesteld tot 5,81% en ook de rente op deposito’s met de looptijd van een jaar stijgt met 0,25%. De Chinese inflatie is in november opgelopen tot 5,1%, het hoogste inflatiepercentage sinds de kredietcrisis los barstte eind 2008. Er werd al langer gespeculeerd over een nieuwe renteverhoging om de Chinese inflatie te beteugelen. Een verhoging van de rente kan negatieve gevolgen hebben voor de wereldeconomie, omdat de Chinese economische groei er door wordt afgeremd.
Tevens verhoogde de centrale bank van China de bank reserve ratio. Door deze nieuwe verhoging moeten Chinese banken nu 18,5% tot 19% van hun uitstaande tegoeden hebben gereserveerd. De buffer van de banken wordt dus steeds groter. Het is de zesde keer in 2010 dat de centrale bank van China het monetaire beleid van de bankreserves aanpast.
Voorzichtigheid is dus duidelijk troef in China. Door de stijgende prijs van grondstoffen en voedsel zal de inflatie naar alle waarschijnlijk blijven stijgen in 2011. Hoe hoger de grondstofprijzen stijgen, hoe groter de kans op nieuwe renteverhogingen in 2011. Volgens Wen Jiabao, premier van de Aziatische grootmacht, zal het de Chinese overheid lukken om de inflatie in het gareel te houden. Toch moet China wel competitief blijven. De vraag naar Chinees kapitaal zal naar alle waarschijnlijkheid dalen als de rente verder zal worden opgedreven. In Amerika wordt nog steeds een rentepercentage van 0%-0,25% gehanteerd.
De beleggers in China zijn net als de centrale bank voorzichtiger geworden. In november, toen de speculaties over nieuwe verdere monetaire verkrapping begonnen, daalde de Shanghai Composite Index van China met 7%. En hoewel de beurzen in Amerika en Europa flink zijn gestegen in december, staat de Shanghai Composite Index ook deze maand in de min. Afgelopen week daalde de index met zo’n 2%.