Tussen berg en zee was het goed vertoeven voor de Indianen in Californië begin 19de eeuw. Het gebied was rijk aan natuurlijke voedselbronnen zoals vis, fruit, noten, wortels, paddenstoelen en vlees. Het was dan ook zeer incidenteel dat deze Indianen oorlog voerden onder elkaar, aangezien dat alleen gedaan werd uit de nood naar voedsel. Het in het Noordoosten gelegen berggebied was rijk aan rivieren en meren en de kust bij San Francisco kent een hoge neerslag waardoor het gehele gebied zeer vruchtbaar was. Voor duizenden jaren leefden de oorspronkelijke bewoners van Californië in harmonie met de natuur in deze paradijsachtige omgeving.
James Wilson Marshall
Hoewel de blanken toen al ruim 3 eeuwen geleden voet zetten aan de kust van Californië, begonnen halverwege de 19de eeuw dingen pas echt dramatisch te veranderen voor de inheemse bewoners. James Wilson Marshall, geboren 8 oktober 1810, speelde hier een hoofdrol in. Hij had echter geen geweldig leventje. Zijn jeugd werd bestempeld door vele conflicten met zijn baptistische vader en de afwijzingen van twee vrouwen die hij wilde trouwen. Hij kreeg wel een fatsoenlijke opleiding en leerde ook het timmermansvak en het vak van wagenmaker van zijn vader.
Gold Rush
Op zoek naar een beter leven reisde hij af richting het westen. In Missouri was hij een tijdje boer totdat hij ziek werd en op dokters advies in Oregon settelde. Daar was hij een timmerman voor een aantal jaar totdat hij ging dienen in het leger tijdens de Mexicaanse Oorlog. In 1847 werd hij ontslagen uit het leger en ging terug naar zijn oude baas in Oregon. Hij wist hem ervan te overtuigen dat er aan de bergvoet van de Sierra Nevada veel geld te verdienen zou zijn met het runnen van een houtzagerij. Met een handvol arbeiders bouwde hij de zagerij aan een riviertje in het dorpje Coloma. Tijdens zijn dagelijkse ochtendinspectie op 24 januari 1848 ontdekte hij een korrel goud ter grootte van een erwt. Hij wilde deze vondst geheimhouden, maar een aantal maanden later bereikte het nieuws toch de stad San Francisco waardoor de stad voor de helft leegliep en richting de houtzagerij trok om goud te zoeken. De zagerij ging echter failliet en Marshall werd van zijn land verdreven door de goudzoekers. Marshall stierf in 1885, met zeer weinig bezittingen.
Goudzoekers
Getraumatiseerde oorlogsveteranen, ongeschoolde lieden, mislukte ondernemers en arme mensen over de hele wereld trokken massaal naar de westkust op zoek naar geluk. De eerste goudzoekers hadden het voor het oprapen, er waren geen regels, geen landeigenaren en het goud was makkelijk te delven. Pas toen de mensen vanuit de oostkust, Azië, Latijns Amerika en Europa kwamen, begon het echt zwaar te worden. Deze tweede golf van immigranten kregen de bijnaam de 49ers, naar het jaartal dat ze aankwamen in Californië. Honderden duizenden mensen trokken eropuit op zoek naar goud, goud dat intussen veel lastiger was om te delven. Uiteindelijk waren het niet de goudzoekers, maar de handelaren in drank, gereedschappen, levensmiddelen en grafstenen degene die het meest profiteerden van de goldrush in Californië. Lees verder op Goudvergelijken.nl
[youtube id=”QxekRM5-uMU” align=”center”]
Dat moet wat geweest zijn vroeger in “The West”, je mag me er zo wel heen stralen met de teletijdmachine. De VS heeft altijd al veel aantrekkingskracht op mij gehad en heb er zelfs een aantal jaren gewoond. De laatste jaren zie ik helaas een heel ander Amerika.
China’s gold rush; fysieke tekorten onderweg, monetaire crisis.
http://www.ingoldwetrust.ch/alex-stanczyk-physical-supply-never-been-tighter
Goud en zilver worden minimaal 5000 jaar als geld gebruikt. De industriële samenleving heeft de zgn. moderne mens zeer vervreemd van “wat niet”? Wat kan atheïstisch onderwijs verder bewerkstelligen? Niet veel, op zijn hoogst wat triest geloof in probalitieiten …
“probabiliteiten”, natuurlijk.
Ja, ja Schrödinger’s kat heeft wat losgemaakt in de academische wereld. En waarachtig, ik weet nog steeds niet of die kat uit dat bewuste experiment nu wel of niet leeft. Toch is er wel een mogelijke oplossing: hij leeft als hij levend in de box gedaan is en is dood als hij dood in de box gestopt is. Probabiliteit lijkt me inderdaad iets anders dan kansberekening. Maar of dit nou onder atheistisch onderwijs geschaard kan worden weet ik niet.
Probabiliteiten onderzoeken, waar kansrekenen onderdeel van is, is zo oud als de creatie, zoals bv de academische penose dat ook is. Atheïsten moeten wel omdat ze Absolute Waarheid afwijzen of er niet in geïnteresseerd zijn uit snobisme, ofwel pech hebben.
Cynisme helpt overigens nooit, behalve bij het in stand houden van de fantasie “ik ben de grootste”. Dat ziektebeeld noemen we ook wel “schizofrenie”.
Ik dacht al, wie is die Rob Knaapen?
Afijn, gezien jouw reactie geen gesprekspartner voor mij.