De pogingen om de eurozone alsnog te redden vertonen veel gelijkenis met de verschillende pond sterling-crises in de zestiger en begin zeventiger jaren, schrijft Samuel Brittan in de Financial Times. Nadat medio-jaren ’60 het pond onder alsmaar meer druk kwam omdat de wisselkoers tegenover de dollar als excessief werd beschouwd, zouden op 23 juni 1972 uiteindelijk 45 landen het Sterlinggebied verlaten en hun munten onafhankelijk van het Britse pond laten schommelen.

‘Het patroon is altijd opnieuw hetzelfde’, aldus deze journalist, die nochtans als een fervent pro-Europaan bekend staat. ‘Internationale reddingsoperaties, ondersteund door ingrijpende besparingsmaatregelen in de respectieve landen. Dan volgt er een periode waarin de situatie zich lijkt te normaliseren, tot, wanneer weinigen nog attent zijn, er een nieuwe crisis volgt, gevolgd door meer internationale reddingsplannen en nog meer besparingen. Enzoverder. Dan wordt op een dag de strijd opgegeven en mogen politieke en financiële machtshebbers de gebroken potten lijmen.’

De enige vraag die volgens Brittan nog rest is of de landen van Europa zullen terugkeren naar hun originele munteenheden of de eurozone in twee of drie muntzones wordt opgedeeld.’Euro-federalisten zullen de desintegratie van de eurozone met hand en tand bestrijden. Ze worden gesteund door banken die belangrijke investeringen in de landen van de eurozone hebben gemaakt. Maar wanneer iets onhoudbaar is, kan het niet worden behouden. Landen hebben monetaire zones verlaten in het verleden (Brittan geeft als voorbeeld Ierland dat de Britse monaitaire unie verliet in 1979), ze zullen dat ook in de toekomst doen. Landen als Griekenland zullen uiteindelijk verkiezen om hun lot in eigen handen te nemen, eerder dan een onbepaalde periode van dalende levensstandaarden en stagnatie tegemoet te zien.’ (Via: Express.be)