De resultaten van de Europese stresstest voor banken worden op 23 juli bekendgemaakt: midden in de vakantieperiode. Dat draagt bij aan het toch al grote argwaan als het om de financiële weerbaarheid van banken gaat. Iedereen weet dat een aantal banken op omvallen staat. Van een aantal banken wordt hun huidige positie vooral bepaald door de mate waarin zij geraakt zullen worden door omvallende lidstaten. Zo’n 80 banken zullen zich aan de test onderwerpen.
Maar het risico ten opzichte van de lidstaten wordt op voorhand uitgesloten, in ieder geval in een onschuldig jasje gestoken. De vraag is of dat ook gebeurt met twee andere grote afbreukrisico’s, namelijk de problematiek van waardebepaling van schuld en bezit en de omstreden constructies voor het “off-balance’ onderbrengen –sommigen zeggen ‘wegtoveren’ -van risico’s. Het eerste probleem draait vooral om accountants en het door de beroepsgroep –onder druk van de VS- loslaten van ‘mark to market’ waarderingen. Dat zijn inmiddels ‘mark to fantasy’ methoden geworden. Normaal gesproken zou dit proces van ontluistering van het beroep van accountant, tot felle kritiek hebben geleid, maar dit keer lijken accountants de dans grotendeels te ontspringen. De reden daarvoor zou kunnen zijn dat accountants na het Enron schandaal al iedereen over zich heen hebben gekregen, maar de echte reden is anders. Kennelijk zijn de problemen zo omvangrijk dat niemand het zich meer kan veroorloven om bestendige beoordelingscriteria aan te houden.
Het tweede probleem – dat van de Special Purpose Vehicles- draait om het zwevend maken van risico’s. Het gaat om ingenieuze constructies die volgens het onzekerheidprincipe van de Natuurkundige Heisenberg lijken te zijn opgezet. Heisenberg stelde dat je van iets wél de snelheid kunt meten, maar niet de plaats waar het zich bevindt. Omgekeerd kun je wel de plaats van iets vaststellen, maar dan niet de snelheid. Vertaald naar de financiële sector kan via een SPV het risico van iets eindeloos vooruitgeschoven worden –tot niets- zonder dat er verantwoordelijkheid voor hoeft te worden genomen. Dat is in de huidige tijd wel zo prettig vanuit de hoopvolle verwachting van de sector dat op termijn alles wel weer goed zal komen. Dan kan er misschien zelfs wel weer verdiend worden. Je weer maar nooit. Heeft Nederland SPV’s. Ja natuurlijk. Dat werd voor het eerst zichtbaar ten tijde van de steunoperatie ten behoeve van ING. De andere –en andersoortige- constructies zijn niet bij het brede publiek bekend. Want alleen al daardoor kan er paniek ontstaan.
Feit is dat het vertrouwen in de banken nagenoeg nul is en dat zal blijven. Want wat zal de stresstest kunnen oplossen? Misschien –heel misschien- ontstaat er een beetje duidelijkheid. Dan wordt de omvang van de problemen van banken bekend. Daarna weet Europa wat er nog aan steun bij moet en kan bepaald worden of die lasten haalbaar zijn. Als het daartoe blijft, is dat tot daaraan toe. Maar weldenkende burgers weten inmiddels dat de kennis van nu bepaald niet de kennis van morgen is. Als lidstaten binnenkort bekend moeten maken dat hun overheidsfinanciën er veel slechter voorstaan dat eerder gedacht, weten burgers dat de financiële sector verder in de vernieling zal raken. Burgers weten ook dat zij het zijn die uiteindelijk de rekening zullen moeten betalen. Aan deze volkswijsheid kan geen stresstest tegenop.
Aan de stresstest kleeft één belangrijk voordeel. Na publicatie ervan kan de Europese politiek niet meer terug. Dan zullen zij zich aan de uitkomsten gebonden weten. Zo is het spel en zo moet het gespeeld worden. Althans naar de inzichten van nu.
Rene Tissen, via: RTLZ