Dagelijks kunnen we lezen over de macro-economische problemen waarbij het gaat om duizenden miljarden euro’s of dollars. Macro kan echter alleen maar bestaan bij de gratie van vele micro-economisch beslissingen en gebeurtenissen, waar geen abstracte volken of landen bij betrokken zijn, maar gewone individuele mensen. De afgelopen week heb ik gesproken met een garagehouder, een tweetal ouders met kinderen die naar een nieuwe school in het voorgezet onderwijs gingen, een bouwvakker en mijn oom en tante van respectievelijk 82 en 81 jaar oud. Zo maar toevallige, dus niet geplande gesprekken.

De bouw
De bouwvakker, midden vijftig, kijkt al lange tijd bezorgd naar de opdrachtportefeuille van zijn werkgever. Het wordt elke dag minder. Binnenkort moet hij afscheid nemen van enkele, ook oudere, collega’s. Er is geen werk meer voor en soortgelijke beelden ziet hij bij alle aannemers om zich heen. Vele al tientallen jaren of nog langer bestaande bedrijven lopen op hun laatste benen. Hebben alle reserves verbruikt en zien de opdrachtagenda helemaal leeg raken. Grootschalige opdrachten waren al lang verdwenen en ook de kleintjes verdwijnen nu in een rap tempo. Wat de bouw betreft is er al een meer dan ijzige winter aangebroken en de vooruitzichten zijn duister als je kijkt naar de ontwikkelingen rond de hypotheken, het verdwijnen van vaste banen en de voortdurende algemene onzekerheid in de economie.
School
Een tweetal ouders die ik sprak waren ook helemaal niet blij. Vol ongeloof hadden ze de ontwikkelingen aangezien rond het studeren van de kinderen, laten ze maar even boy en girl noemen. Een hele opgave was het al geweest om een nieuwe studierichting met bijpassende school te vinden. Voor boy was een school gevonden op 30km afstand en girl had gekozen voor een school op meer dan 90 kilometer afstand. Dat zou dus flink reizen worden. Na inschrijving begonnen al snel de rekeningen binnen te stromen. Van alles en nog wat moest er worden aangeschaft. Boeken en andere spullen en natuurlijk ook direct een passende en voldoende krachtige laptop met veel geheugen en een aparte videokaart. Toen de schoolroosters binnenkwamen vielen de ouders bijna van hun stoel. Tegenover hun enorme investering in schoolgeld, spullen en reiskosten stonden schoolroosters die opgeteld niet verder kwamen dan goed twee dagen les per week. Als er gewoon vijf dagen les zou zijn dan zouden de opleidingen wel met de helft bekort kunnen worden en de kosten dus ook veel lager kunnen blijven. Het vak economie is kennelijk voor de directie en de docenten van deze scholen een onbekend fenomeen.
De garage
Het was mooi weer en de garagehouder zat in zijn prachtige showroom met een beperkt aantal nieuwe auto’s. Kijkers, potentiele klanten of kopers kwamen er nog slechts in heel beperkte mate. Als ze al kwamen dan was het bijna altijd voor een klein en relatief goedkoop autootje. Het vervelende daaraan was dat de concurrentie tussen de fabrikanten groot is en de winstmarge op kleine auto’s uiterst miniem. De vaste lasten van het bedrijf waren al tot het uiterste terug gebracht. Minder personeel kon niet want dan kon het bedrijf zijn essentiële taken niet meer uitvoeren. Maar hoe dan verder? De enige verbetering zou te vinden zijn in het verkopen van meer auto’s en de vooruitzichten daartoe zijn macro-economisch slecht. Met de al maar stijgende benzineprijzen en het vaak gebrekkige openbaar vervoer kopen steeds meer mensen voor woon-werkverkeer een bromfiets of een elektrische fiets. Al met al niets om blij van te worden. Toch maar overstappen op de verkoop van fietsen en bromfietsen?
Oom (82) en tante (81)
Ze kennen mij al vanaf mijn geboorte en ik heb vele malen bij hun gelogeerd. Ze hebben nooit een koophuis gehad, wel drie huurhuizen waarbij de burgemeester steeds een belangrijke rol vervulde bij de verkrijging, zo ging dat immers toen er nog geen woningcorporaties waren. Nu op hun oude dag terugkijkend zijn ze meer dan gelukkig. Met hun AOW en het pensioen van veertig jaar werken bij Philips ( 200 euro netto) kunnen ze zich, zuinig als ze zijn, goed redden. De oorlog en de tijd daarna ligt nog vers in het geheugen. Het werken op een textielfabriek en alles wat daarna kwam. Vergeleken met nu was het leven toen behoorlijk zwaar. Voor een kleine hypotheek was je met handen en voeten overgeleverd aan de bank en minstens twee mensen die borg wilden staan. Materieel gezien hebben we het, vergeleken met vroeger, toch wel erg goed vinden zij. Maar er is zo veel onrust, stress en ontevredenheid. Velen hebben geen spiegel meer, kennen alleen de goede tijd.
Slechte vooruitzichten
Zo maar vier keer micro-economie. Met name door het ontbreken van positieve vooruitzichten is de algemene sfeer die van zorgelijk en slecht. Het CPB berichtte dat het aantal mensen dat in het 2e kwartaal de moed heeft opgegeven wat betreft het vinden van een baan is opgelopen tot 57.000. In totaal zijn er zo’n miljoen mensen op zoek naar betaald werk waarvan de helft werkloos is.
Naar een nieuwe aanpak
Onze wereld is voortdurend in verandering. Het is geen vaste lijn van slecht naar goed en beter. Zeker is dat er momenteel – in het westen- in het algemeen sprake is van een sterk dalende lijn. Of het van kwaad tot erger wordt ligt voor een groot deel aan onze eigen inspanningen. Durven we te veranderen. Het oude los te laten en het nieuwe vorm te geven? De tijd zal het leren. Ik zou graag even een kijkje willen nemen naar vijf, tien en twintig jaar verder. Wat zou er dan te zien zijn? Wat denkt u?


