Analyse Mathijs Bouman: De redding van de euro moet nog beginnen. We hebben nieuwe begrotingsregels nodig, en strenge technocraten die overtreders hard durven te straffen. De eerste stap in de redding van de euro werd in het weekend van 9 mei gezet. Landen in betalingsproblemen worden voortaan geholpen door andere eurolanden. En als de nood aan de man komt is de Europese Centrale Bank (ECB) bereid om staatsobligaties op te kopen. Het is een revolutionaire verandering van het EU-beleid, die blijkbaar nodig was om levensgevaarlijke besmetting door het Griekse virus en opdroging van de Europese obligatiemarkt te voorkomen. Op korte termijn is een acute liquiditeitscrisis in Europa voorkomen.
Maar op langere termijn heeft het Europese noodplan de problemen alleen maar verergerd. Als er nog landen waren die dachten dat het in de EU noodzakelijk was om je aan de begrotingsregels te houden, dan zijn die nu wel bekeerd. Maak er maar een potje van, uiteindelijk springen de andere eurolanden wel bij. De leugens van de Grieken, de verspilling van de Portugezen en de kortzichtigheid van de Spanjaarden, het wordt beloond met een flinke lening tegen een zachte rentepercentage.
Net zoals de bankiers sinds de kredietcrisis weten dat ze zo ongeveer ieder risico kunnen nemen – ze zijn ’too big too fail’ dus de overheid zal ze altijd redden -, weten (zuidelijke) eurolanden sinds deze week dat ze de Duitsers en Nederlanders uiteindelijk voor hun wangedrag zullen opdraaien. Waarom zou je dan nog bezuinigen, saneren of de belasting verhogen?
Daarom is stap twee in de redding van de euro van essentieel belang. Iedere gedachte aan hoge tekorten en oplopende schulden moet uit de hersens van de politieke leiders van de eurolanden worden gebrand. Het mes moet op tafel, de zweep er over, het feestje is voorbij.
De euro heeft nieuwe, snoeiharde begrotingsregels nodig, en onvermijdelijke, pijnlijke sancties voor overtreders ervan. Een nieuw Stabiliteitspact met tanden, dat schrik aanjaagt tot ver achter de Acropolis. Zonder deze tweede stap, hadden we stap één beter nooit kunnen zetten, want het is dan slechts wachten op de volgende, nog diepere schuldencrisis.
Snappen de eurocraten in Brussel dat? Er wordt in elk geval hard gewerkt aan een drastische revisie van de begrotingsregels. De Europese Commissie kwam woensdag 12 mei (dat is snel!) al met voorstellen. De Commissie wil voortaan ook landen straffen met een te hoge staatsschuld – nu kan alleen een te hoog begrotingstekort worden bestraft. En regeringen moeten voortaan hun ontwerpbegrotingen al aan de Commissie en elkaar voorleggen. Dan kan er op tijd worden bijgestuurd.
Sympathiek en zeker niet onzinnig, deze ideeën. Maar hier winnen we de oorlog natuurlijk niet mee. Kwaadwillende eurolanden fietsen lachend om dit soort regels en procedures heen. Dat deden ze de afgelopen tien jaar immers ook. Als het er op aan kwam bleken de eurolanden (inclusief Duitsland) elkaar toch niet te durven straffen. Het gaat niet om strengere regels en betere procedures – al kan dat natuurlijk geen kwaad – maar om het automatisme waarmee de regels worden uitgevoerd.
De bedenker van het Stabiliteitspact, de toenmalige Duitse minister van Financiën Theo Waigel, had dat in 1995 al door. Je moet de uitvoering van het pact niet overlaten aan politici, maar in handen geven van technocraten. Onze eigen Gerrit Zalm begreep dat ook.
In zijn autobiografie ‘De romantische boekhouder’, schrijft de laatste over zijn inzet tijdens de ondehandelingen in 1995 over het Stabiliteitspact. “Het is mijn en Waigels voorkeur om te komen tot optimale helderheid en een methode die zo automatisch mogelijk leidt tot het vaststellen van overtredingen en de sancties daarop.”
Het zou de Europese Commissie moeten zijn die landen eigenhandig sancties kon opleggen, zonder tussenkomst van de ministers. Maar Waigel en Zalm verloren de strijd. Zalm schrijft: “Het conflict over het automatisme van de procedure versus de politieke afweging wordt opgelost door het automatisme als basis vast te leggen, maar in plaats van een absolute formulering her en der de woorden ‘as a rule’, in te voegen.”
Dat is minder subtiel dan het klinkt. In de praktijk van het huidige pact beslissen de ministers over straffen. De Commissie kan slechts voorstellen doen. De misdadigers zelf zijn de rechter en beul. De straffen zijn navenant. We moeten terug naar Waigels oorspronkelijke opzet. Laat de Commissie, of beter nog, een groep van echt onafhankelijke economen, de straffen uitdelen. Zonder proces of recht op hoger beroep. Alleen dan is het Stabiliteitspact geloofwaardig.
Demissionair minister van Financiën Jan Kees de Jager heeft het ook begrepen. Hij wil de Europese Commissie of een onafhankelijk orgaan laten oordelen over eurolanden. “Politici die elkaar moeten afrekenen, hebben de neiging om niet al te hard op te treden”, legde De Jager woensdag 12 mei uit. Bravo! Helemaal goed. Maar de euro is pas echt gered als deze woorden ook in het Spaans, Grieks, Portugees en – vooral – in het Frans klinken.
Via: Z24