Kenneth Haar, dewereldmorgen.be | De financiële en economische crisis heeft aangetoond hoe diep de tentakels van de banken inmiddels in de Europese Unie doorgedrongen zijn. De bescheiden golf van financiële regulering die met de crisis van 2008 in gang was gezet, is beëindigd. Hoewel het nog te vroeg is om een volledig beeld te kunnen schetsen, is er nu al een overvloed aan bewijs dat de banken grotendeels met rust worden gelaten. De bankenlobby kan tevreden vaststellen dat Europese beleidsmakers zich het vuur uit de sloffen hebben gelopen om de bankenbelangen te dienen.

Het ideaal van een Europese Unie die de macht van de financiële wereld zou intomen, is een  illusie gebleken. In plaats daarvan zien we de opkomst van een bankiers-Europa dat zelfs Wall Street jaloers maakt. Het probleem zit ingebakken in het systeem. Beleidsmakers lieten toe dat banken zo groot werden, dat de instorting van slechts één van hen een belangrijk probleem vormt voor de maatschappij. Banken kregen ook de toelating enorm riskante gokken te wagen, vaak met het geld van gewone mensen. Daar bestaan remedies tegen: hervormingen die de macht van de banken zouden kunnen terugschroeven. Maar de eerste noodzakelijke stap zou er gewoon in kunnen bestaan politici en eurocommissarissen te doen ophouden bankiers als de orakels van de economie te beschouwen.

De commissie gegijzeld
Tot minder dan 15 jaar geleden had de Europese Unie weinig te zeggen over het bankwezen. Regulering werd ofwel op het nationale niveau vorm gegeven, ofwel internationaal via de Basel-onderhandelingen.Op het eind van vorige eeuw echter werden regeringen het er meer en meer over eens dat het een goed idee was een echte Europese eenheidsmarkt voor financiële diensten te vormen; niet om door striktere Europese regels systematische risico’s te voorkomen of de heerschappij van speculanten te vermijden, maar om de banken vrije baan te geven en zo hun winsten te vergroten.

Dit model werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met diegenen die als ‘de echte experten’ werden gezien: de grote financiële instellingen zelf, niet in het minst de banken. Destijds was bankieren geen ernstig politiek thema, en dus waren er maar weinig mensen die zich inspanden om de problematische invloed van banken op de wetgeving van de Europese Unie aan de kaak te stellen. Telkens er nieuwe initiatieven ontwikkeld werden, of oude herzien, vroegen de commissieleden gewoon de grote spelers op de markt om hun mening. Vervolgens schreef de Commissie voorstellen die in de lijn lagen van dat advies en die werden doorgaans, hoogstens met wat kleine wijzigiingen, aangenomen.

De financiële crisis bepaalt een nieuwe agenda

Met de financiële crisis in 2008 leek het feestje voorbij. Overal was genadeloze kritiek te horen op de onverantwoordelijke banken en de lakse regels op bankieren. Zowel regeringen als EU-commissarissen kwamen naar buiten met opmerkelijk agressieve verklaringen over de onverantwoordelijkheid van banken en over de noodzaak om de wetgeving te herzien. “Ik denk dat de huidige crisis aangetoond heeft dat we onze toezichtregels en reguleringen voor de financiële markten diepgaand moeten herdenken,” zei Commissievoorzitter José Manuel Barroso.

Een van zijn collega’s in de Commissie, Charlie McCreevy, verantwoordelijk voor de regulering van de gemeenschappelijke markt, gaf ronduit toe dat hij te veel naar de financiële ondernemingen had geluisterd. “We mogen ons niet laten gijzelen door diegenen met het grootste lobbybudget of de meest overtuigende lobbyisten; we moeten indachtig blijven dat het vaak precies diezelfde lobbyisten waren die er in het verleden in slaagden wetgevers ervan te overtuigen de bepalingen en voorzieningen in te lassen die in zo belangrijke mate hebben bijgedragen tot de lakse standaarden en massale uitwassen, die de systeemrisico’s hebben voortgebracht. De belastingbetaler wordt nu gedwongen het gelag te betalen.” Bijzonder opmerkelijke woorden voor iemand die zich in zijn eigen werk, op het vlak van financiële regulering, liet leiden door de financiële lobby. Alle tekenen leken erop te wijzen dat er radicale hervormingen op komst waren.

Dure vangnetten
De crisis onthulde zowel extreme excessen bij de banken als een gebrekkig toezichts- en reguleringssysteem. Ze sloeg hun publieke reputatie aan diggelen. Maar een nieuwe, effectieve regulering was niet de eerste  prioriteit. Bovenaan het lijstje stond namelijk de redding van de banken. De ene spectaculaire reddingsoperatie na de andere wogen zwaar op de begrotingen van de lidstaten. Lees het hele artikel van Kenneth Haar op DeWereldMorgen.be.