Nu de kwartaalcijfers van de grootste Amerikaanse banken naar buiten zijn gekomen is er eigenlijk maar één opvallende constatering te maken: De Too-Big-To-Fail banken weten zelfs in tijden van slechte resultaten de cijfers zo te presenteren dat er nog een bonus in zit. Banken zoals Citigroup, Bank of America, Morgan Stanley en JPMorgan hebben allemaal de verwachtingen overtroffen. De reden hiervoor heeft echter niets te maken met goede resultaten.
Om de concurrentieslag tussen banken te winnen doen de CEO’s er alles aan om als beste uit de bus te komen. Dit volatiele kwartaal verliep ronduit teleurstellen, wanneer er dieper in de cijfers gekeken wordt. Toch moet het er voor de banken op één of andere manier goed uitzien. Aangezien het afgelopen kwartaal vooral in het teken stond van het dalende vertrouwen in landen en banken, werd van de nood een deugd gemaakt en werd er van een in 2009 bedachte regel handig gebruikt maakt.
De Financial Accounting Standards Board kwam destijds namelijk met regel 147-4 wat effectief betekent dat wanneer de uitgegeven schulden van een bank tegen een lagere waarde verhandeld wordt, dan dat het initieel waard was, dus onder par, zij de mogelijkheid hadden om de obligatie tegen de huidige waarde te waarderen. Hierdoor kunnen waardedalingen van obligaties enorme boekwinsten betekenen. Dit met als argument dat de bank in theorie alle obligaties zou kunnen terugkopen, wat op dit moment ten tijden van het extra opbouwen van buffers onmogelijk lijkt. Deze “Fair Value Adjustments” betekenen in het huidige geval dat hoe slechter het met de bank gaat, en des te hoger het risico, hoe meer winst de banken konden nemen.
Dus als RTLZ de cijfers van Bank of America presenteert en zegt dat de cijfers vooral aardig zijn door de verkoop van een aandeel in een Chinese bank is dit onjuist. De $6,2 miljard winst die het bedrijf maakte had inderdaad deels te maken met de $3,6 miljard winst uit de verkoop van de Chinese bank, maar nog veel meer met de $4,5 miljard aanpassingen aan gestructureerde passiva en $1,7 miljard aan waardeaanpassingen van de uitstaande schulden. De $4,5 miljard en de $1,7 miljard aan aanpassingen bedragen samen toevallig 6,2 miljard, ofwel de gehele winst van het bedrijf in het derde kwartaal.
Dit soort cijfers zijn exemplarisch voor de gehele sector die na het kleiner maken van de voorzieningen voor slechte leningen in de afgelopen kwartalen nu een nieuwe bizarre manier heeft gevonden om zichzelf op de schouders te slaan en bonussen uit te keren alsof het 2006 is. De vraag is echter hoe lang de grote banken in samenwerking met de accountants de schijn weten op te houden nu blijkt dat de gehele huizenmarkt er erbarmelijk voorstaat. De woorden van Abraham Lincoln, 16e president van de USA lijken toepasselijker dan ooit: “You can fool some of the people all the time, and all of the people some of the time, but you cannot fool all of the people all the time”.
Twitter @RubenvdGun


