Ruim 10 jaar na het schrijven van mijn “brandbrief” op de frontpagina van mijn website blijkt het huidige monetaire systeem “geruisloos” in een groot zwart gat te verdwijnen. Leek de financiële crisis toen nog te bezweren met “het volle geloof” in de kunde en kennis van de vermaarde maar intussen verguisde Britse econoom John Maynard Keynes en zijn theorie van de verruiming van de geldhoeveelheid, weten we intussen wel dat dit een té duur lesje was!
Wereldreservemunt
Niettemin stond hij ook aan de wieg van Bretton Woods (1944), waarin de goudkoppeling, centraal stond teneinde de dollar de status van reservemunt te laten innemen. Die koppeling diende tot dekking van de stabiliteit van en vertrouwen in de dollar in deze nieuwe rol. Dat ging fout ten tijde van de Vietnam oorlog die veel meer kapitaal en manschappen verslond dan de V.S. bereid was toe te geven. Daardoor ontstond twijfel over de financierbaarheid van deze oorlog, die ertoe leidde dat Frankrijk onder leiding van president Charles de Gaulle dollars begon aan te bieden in ruil voor goud. Teneinde deze “uitverkoop” het hoofd te kunnen bieden, werd toenmalig president Nixon in 1971 voor de keuze gesteld de oorlog te beëindigen of de dollar los te koppelen. Hij koos voor het laatste aangezet door het machtige Amerikaanse industriële defensie apparaat. Die oorlog was immers bedoeld om het communisme tot staan te brengen, zonder evenwel een goed beeld te hebben van de politieke situatie in dat werelddeel zoals dat bijvoorbeeld 30 jaar later wederom in Irak gold.
Bestendiging Amerikaanse suprematie
Hoewel Nixon er bij dit besluit aan had toegevoegd dat het om een “tijdelijke ” ingreep zou gaan, is er nooit een Amerikaans president geweest die deze koppeling heeft hersteld. Sterker, de intussen ongebonden Amerikaanse munt bood het buitenkansje middels de gratis geldpers “gratis” boodschappen in het buitenland te kunnen doen en nog belangrijker, een wereldwijd netwerk van 210(!) militaire bases te bouwen. Het structurele Amerikaanse handelstekort bleek nooit enige rol te spelen. Daarmee kon op een goedkope wijze de Amerikaanse suprematie worden “neergezet”, waartegen de Sovjet-Unie het uiteindelijk militair volledig moest afleggen. Hoe zouden wij ons hebben gevoeld bij een wereldwijde Russische of Chinese bases omsingeling? Dat zou naar alle waarschijnlijkheid tot amok hebben geleid!
Neoliberalisme
Na de implosie van de Sovjet-Unie rond 1990 konden president Ronald Reagan en toenmalig Brits premier Margaret Thatcher “hun feestje” als uitdragers van het neoliberalisme luidkeels luister bijzetten. Kritiek hierop was er nauwelijks. Alleen de Europese landen zagen zich genoodzaakt een eigen gemeenschappelijke munt in het leven te roepen die uiteindelijk in 2001 het licht zag. Die noodzaak was vooral gelegen in de reeds in 1971 ontstane situatie van zwevende valuta’s ten opzichte van de dollar maar ook ten opzichte van elkaar. Dat werkte handelsbelemmerend. Opvallend genoeg bleef een goudkoppeling om welke reden dan ook buiten beeld. In elk geval was dit fout I.
De goud ‘deals’
Fout II was het ontbreken van een politieke unie onderbouwd met een gemeenschappelijk fiscaal/financieel beleid. De afzonderlijke inzichten hiertoe bleken onverenigbaar en zo koos de in het leven geroepen ECB vanaf begin voor een beleid dat min of meer op dat van de Fed was afgestemd. Daarin was geen ruimte voor een goudkoppeling. Sterker, min of meer op gezag van de V.S. dienden de Europese centrale banken zelfs goud te verkopen teneinde het vertrouwen in de dollar te bestendigen. Waarom zouden Europese banken dat anders doen? Omdat er voor goud geen rol meer was weggelegd, met liquiditeitswinst als voordeel? Zo werd het goud rond de eeuwwisseling tegen rock bottom prijzen van de hand gedaan. Thans geldt slechts: ‘let’s not look back in anger’.
Central Bank Gold Agreement
De transacties verliepen binnen de Central Bank Gold Agreement (CBGA) daterend van september 1999, ook wel de Washington Agreement on Gold genoemd. Deze overeenkomst kwam tot stand onder auspiciën van het IMF om ongecoördineerde goudverkopen te voorkomen met teveel impact op een mogelijk sterke prijsdaling die dan weer in eigen vlees zou snijden. In die tijd bleken volgens de World Gold Council de centrale banken over een slordige 33.000 ton aan goud te beschikken of ca. 45% van de wereldreserves. De centrale bankiers kwamen overeen om voor de eerste periode niet meer dan 2.000 ton in de verkoop te doen, met gemiddeld 400 ton per jaar verspreid over 5 jaar. Daarna zijn er nog een drietal CBGA’s opgezet met een afnemend verloop, zonder dat in de laatste periode nog noemenswaard goud werd verkocht. Totaal ging het om een verkoop van ruim 3.000 ton. De reden dat in CBGA4 nauwelijks nog goud werd verkocht, had waarschijnlijk te maken met de schielijke Chinese inkoop (daarvan).
Nooit is gebleken dat de goudstandaard onder ‘ U.S. National Banking System (1863 – 1914) met goud als redeemability op evidente nadelen stuitte anders dan om “het huishoudboekje” op orde te houden. Bovendien was ten principale een centrale bank overbodig om de koopkracht te bewaken.
De gevolgen
Anders werd het na de loskoppeling in 1971 toen daarop de inflatie steeds verder opliep totdat deze in 1979 tot boven 15% was gestegen en alleen met nog hogere rentes kon worden bedwongen. Een diepe recessie was toen het gevolg die tot ruim midden jaren ’80 aanhield nadat de renteneergang was ingezet, in feite tot vandaag toe!
Ongebonden
Een goudkoppeling kwam nadien evenwel niet meer in beeld toen al lang was gebleken welke “voordelen” de ongebonden reservemunt bood. Er was dan ook geen centrale bank die ooit aan een nieuwe koppeling heeft geappelleerd. Kritiek vanuit Europa alsmede Japan (beide in WOII door de V.S. van de dictatuur bevrijd) bleef uit vanwege het geboden atoomschild tegen de communistische Sovjet-Unie. Dit “schildaanbod” bleef overeind ook na de afgenomen militaire dreiging vanuit het latere Rusland die bijdroeg tot een verminderde animo om de destijds gemaakte financiële afspraken in NAVO verband na te komen. Daarover werd gemakshalve gezwegen en Trump had in dat opzicht simpel gelijk!
Confrontatie
Nu de V.S. vanuit een hopeloos verzwakte monetaire maar nog altijd uiterst sterke militaire uitgangspositie opnieuw de confrontatie dreigt te zoeken (China), is de vraag gewettigd of Europa zich niet op een nieuwe oriëntatie dient voor te bereiden. Een andere vraag is of een aan goud gekoppelde euro de huidige onderhandelingen in Brussel niet aanzienlijk zou hebben vereenvoudigd, juist in de wetenschap dat Italië met een reserve van ruim 2.400 ton na Duitsland over de grootste goudvoorraad beschikt. In elk geval zou Europa middels een sterke aan goud gekoppelde munt hebben kunnen aantonen een duidelijke les uit het verleden te hebben getrokken! Met samengeknepen billen lijkt Madame Lagarde er kennelijk thans ook geen gat meer in te zien!
Niet serieus
Opmerking: het Chinese cijfer dient allerminst als serieus te worden beschouwd daar het slechts voor “de Bühne” dient. Alleen al bij een gemiddelde jaarproductie van ca. 400 ton sinds midden jaren ’90 dient de werkelijke reserve minstens tussen 20.000 en 25.000 ton te liggen. Hoewel nooit officieel is toegegeven, wordt ongetwijfeld een niet onbelangrijk deel van deze tonnage waarschijnlijk in Tibet gewonnen. Goud is ongetwijfeld de drijfveer geweest voor de annexatie in 1951. Deze annexatie is even waarschijnlijk terug te voeren tot de roof van de toenmalige goudvoorraad ten tijde van de bezetting door Japan. Japan zwijgt hierover nog steeds als het Aziatische graf evenals over de werkelijke goudreserve die geschat minimaal tien maal hoger zal liggen dan de opgegeven 765 ton. Goud – het meest gewilde item in dit werelddeel – blijft nog altijd het grootste geheim!
Tegelijkertijd blijkt dit werelddeel veel beter geprepareerd op de aanstaande monetaire “brokken” dan wij met onze papieren pensioenen en “prachtige” sociale vangnet, in wezen niet meer dan een paar armzalige schaamlappen tegen het aanstormende koopkrachtverlies.
De hamvraag
Het enige wat we nog niet zeker weten. is waar de eerste scheuren openlijk naar buiten zullen treden. Is dat vanuit het bedrijfsleven waar de winstgevendheid naarmate “het virus” blijft toeslaan, steeds verder terugloopt met een faillissement als sluitstuk? Is dat bij de banken die steeds meer voorzieningen dreigen te moeten treffen, omdat steeds meer onbetaalde schulden niet opeisbaar blijken te zijn?
Of is een centrale bank “zo sportief” om toe te geven dat een langer kicking the can down the road een even zinloze als een extreem en te kostbare exercitie blijft? Dat toegeven zal direct de inleiding zijn tot de definitieve val van het systeem maar welke centrale bank wil dat op z’n geweten hebben – cruciale vraag waarop het antwoord schuldig blijft?!
Centrale bankenadvies
In elk geval blijken zowel Azië als Europa het best te zijn voorbereid op een reset. Wat Europa betreft, zijn het de belangrijkste centrale bankiers die openlijk voor de draad komen met uitspraken als:
“Goud is de hoeksteen van een internationaal monetair systeem”, uitspraak van Jens Weidmann, president van de Duitse centrale bank
“Goud vormt de ultieme ‘value constante’, uitspraak van de Franse bankpresident
“Goud is een excellente hedge tegen falen van het monetaire systeem”, uitspraak van de Italiaanse bankpresident
“Goud behoudt altijd haar waarde (koopkracht, RB) volgens de website van de Nederlandse centrale bank.
Superieur
Hiermee wordt met zoveel woorden gezegd dat goud superieur blijft en blijkt aan het uitgegeven “fiat” papier, met een advies om goud aan te houden. Je zou kunnen zeggen dat hiermee wordt toegegeven dat het papieren systeem niet alleen heeft gefaald maar dat er wellicht al een draaiboek klaar ligt voor een nieuw monetair systeem, op de een of andere manier verankerd aan goud. Hierop werd in de jaren ’70 ook reeds gehint.
China will rise
Tenslotte de uitspraak van de president van de Shanghai Gold Exchange (SGE) – de grootste goudbeurs ter wereld – die op 20 april j.l. door Reuters werd opgetekend: ‘The global clout of the United States will reduce, while the status of the European Union and China will rise in global affairs!’
Robert Broncel