Net als de meeste beursindexen keren ook de grondstoffenmarkten weer terug naar de niveaus van voor de Lehman-crisis. Dat valt af te leiden uit de CRB-index, die op het hoogste peil in 26 maanden noteert. De CRB-index is een een mandje van 19 grondstoffen. Het mandje is ondere andere samen gesteld met basismaterialen als aluminium en koper, maar ook met edelmetalen als goud en zilver en voedingsgewassen als koffie en suiker. De index stortte ruim twee jaar geleden, als gevolg van de financiële en economische crisis, in elkaar na de historisch hoge niveaus van voor de val van Lehman Brothers. Het optimisme heerste toen vanwege de vragen uit de groeilanden, China op kop.
Ondertussen is de appetijt voor grondstoffen weer fors toegenomen. De CRB-index staat op 326 punten, het hoogste peil sinds 3 oktober 2008. Dat is echter nog lang niet het recordniveau van ruim 450 punten van juni 2008, drie maanden voor de Lehman-crisis. Grondstoffenspecialist Boris Cukon van BC Research durft niet te voorspellen of we vertrokken zijn voor een stijgende trend op lange termijn. ‘Alles wat risicovol is, doet het goed. Grondstoffen zijn echt hot en in de voorspellingen voor 2011 is het al grondstoffen wat de klok slaat.’
‘Maar er is geen eenduidigheid. Wat gaat China doen? Ik hoor verstandige mensen zowel zeggen dat de Chinese economie gezond is als dat er een vastgoedzeepbel dreigt.’ De CRB-index wordt voornamelijk hoger gestuurd door koper en aluminium, materialen die de grondstoffenhongerige Chinezen volop inslaan voor infrastructuurwerken. De prijs voor een ton koper breekt op de London Metal Exchange record na record dezer dagen. Dinsdag ging een ton van het rode goud voor 9.392 dollar over de toonbank, woensdag is er voor het eerst in vijf dagen een lichte daling. Cukon ziet die trend nog aanhouden vanwege een verwacht tekort aan koper. ‘Maar wel op voorwaarde dat de economische groei, vooral in China, niet ineenzakt natuurlijk.’ Die voorwaarde geldt niet voor goud en uranium, aldus Cukon. ‘Die prijzen worden niet gedreven door de economie.’ (Via: De Tijd)
