‘De in het eerste en tweede kwartaal van 2020 opgetreden economische schade is dermate omvangrijk, dat een diepe, vrijwel wereldwijde economische recessie onontkoombaar is.’ Aldus De Nederlandsche Bank (DVB) in het Juni nummer van haar ‘Economische Ontwikkelingen en Vooruitzichten.’ Zal ook de huizensector hierdoor getroffen worden, is de vraag die we vandaag stellen. Is het mogelijk dat in een deflatoire (wereld)economie onroerend goed immuun zou blijven? Vast niet zou je zeggen. Zeker voor particulieren is de eigen woning meestal het meest waardevolle bezit. Aan de andere kant heerst er nog steeds krapte op de Nederlandse woningmarkt. Misschien, heel misschien, houden beide invloeden elkaar wel in evenwicht. DNB verwacht in ieder geval dat het BNP (bruto nationaal product, goederen en diensten die we allemaal samen produceren in één jaar) zal dalen. En fors ook: met 6,4 procent oftewel dubbel zoveel als tijdens de Kredietcrisis van 2009!

Sombere economische vooruitzichten

De economische indicatoren in het algemeen beloven weinig goeds, alvast voor de rest van 2020. Het producentenvertrouwen van april daalde naar min 28,7 procent. ‘Een niet eerder voorgekomen dieptepunt’ benoemt het DNB dit. En wat ons, de consumenten betreft: ‘Consumenten zijn eveneens zeer somber, met een vertrouwensindicator die afnam van -2 in maart naar -20 en -31 in respectievelijk april en mei; de grootste afname in twee maanden tijd sinds het begin van de meting in 1986.’ De centrale bank verwacht wel een bovengemiddeld herstel in de tweede helft van dit jaar. Alhoewel er ‘geen sprake (is) van volledig herstel.’ Het werkloosheidscijfer dan, een cruciale factor toch voor een economie. Die kwam uit op 3,4 procent van de beroepsbevolking in april 2020. En zou voor heel het jaar op 1,4 procent komen te liggen. De bank waarschuwt wel om zich niet blind te staren op dit cijfer alleen:

Ruim 1,5 miljoen mensen op zoek naar (meer) werk

‘Door alleen naar de werkloosheid te kijken, worden de gevolgen van de recessie
onderschat. De werkloosheidsvoet is slechts een van de indicatoren om de
spanning op de arbeidsmarkt weer te geven. Bredere indicatoren, zoals het
onbenutte arbeidspotentieel, zullen naar verwachting laten zien dat meer mensen
geraakt worden. Het onbenutte arbeidspotentieel is de optelsom van werklozen,
werkenden die meer uren willen werken, ontmoedigden en werkzoekenden die
niet direct (binnen twee weken) beschikbaar zijn. In het eerste kwartaal van 2020
bereikte het onbenutte arbeidspotentieel nog een laagterecord van 8,8% van de
beroepsbevolking, na een piek van 16,5% in 2014. Als dit niveau de komende jaren
opnieuw wordt bereikt, betekent dit dat ruim 1,5 miljoen personen op zoek zullen zijn
naar werk of extra uren.’

Vastgoed internationaal

In bijvoorbeeld het VK en de Verenigde Staten, als toonaangevende vastgoedmarkten, wordt toch niet gevreesd voor heel negatieve effecten. VS: de allerrecentste data, van april tot mei 2020, duiden wel op woningen die langer te koop staan. Voor een lagere prijs verkocht worden. En dat terwijl er minder sowieso op de markt kwamen. Toch is er een aanzienlijke verbetering op alle vlakken vergeleken met januari van dit jaar. Met enig voorbehoud (de effekten van massaal jobverlies op langere termijn) voorziet men geen crash of zelfs een crisis in vastgoed.

In volgende video over de Britse vastgoedmarkt, wordt heel duidelijk uitgelegd hoe huizenprijzen eigenlijk tot stand komen. De allerrecentste data worden opnieuw gebruikt. Er waren in april zo weinig transacties dat besloten werd de huizenprijsindex tijdelijk niet meer te berekenen! De auteur van onderstaande video toont heel visueel dat tijdens de vier laatste recessies in het VK, de prijs van woningen altijd daalde. Een specifieke situatie voor de locale woningmarkt is dan nog dat de markt dùùr geprijsd is. Steeds duurder geworden ook in de laatste tien jaar tot 2020. Misschien mogen we dus toch ons, ook in Nederland, verwachten aan minstens een lichte negatieve invloed op de huizenmarkt. Indachtig wat DNB (en andere officiële en officieuze bronnen) stelt, genoemde ‘diepe, vrijwel wereldwijde economische recessie‘…