Als de inflatie 3% bereikt, is de kans groter dat deze naar 6% of hoger gaat, in plaats van terug naar 2%. Jim Rickards van The Daily Reckoning blog heeft al meermaals gewaarschuwd voor de gevaren verbonden aan hyperinflatie, maar wat is deze vorm van uit de hand gelopen inflatie eigenlijk? Er is geen algemeen aanvaarde definitie van hyperinflatie. Maar een veelgebruikte maatstaf zegt dat er sprake is van hyperinflatie wanneer de prijzen in één maand met 50% of meer stijgen.
Hyperinflatie heeft ook de neiging om te versnellen zodra ze losbarst, wat betekent dat de maandelijkse stijging van 50% al snel 100% wordt, daarna 1000%, enzovoort. Totdat de werkelijke waarde van de valuta van het land dat met hyperinflatie kampt volledig is vernietigd. Wanneer die waarde volledig is uitgehold, wordt deze valuta niet meer als een valuta beschouwd en wordt het zwerfvuil, alleen goed voor behangpapier of voor in de kachel te verbranden. Veel beleggers gaan ervan uit dat de hoofdoorzaak van hyperinflatie moet gezocht worden bij regeringen die geld drukken om tekorten te dekken. Het drukken van geld draagt weliswaar bij aan hyperinflatie, maar verklaart het fenomeen niet helemaal. Een andere essentiële factor is de snelheid of de omzet van het geld omloop.
Als centrale banken geld drukken en dat geld wordt gedeponeerd bij de banken en niet wordt gebruikt door de consumenten, kan de feitelijke inflatie laag zijn. Dit is de huidige situatie in de VS. De Federal Reserve heeft sinds 2008 meer dan 6000 miljard dollar bijgedrukt, waarvan alleen al 3000 miljard dollar sinds februari vorig jaar. Maar dat heeft niet geleid tot een snelle stijging van de inflatie en dat komt doordat de omloopsnelheid van het geld is afgenomen. Banken hebben niet veel geleend en consumenten hebben niet veel van het nieuwe geld uitgegeven. Het zit gewoon bij de banken en die lossen het niet.
Het drukken van geld heeft eerst inflatie en vervolgens hyperinflatie tot gevolg wanneer consumenten en bedrijven het vertrouwen in prijsstabiliteit verliezen en meer inflatie aan de horizon zien. Op dat moment wordt geld gedumpt in ruil voor consumptiegoederen of harde activa, waardoor de omloopsnelheid van het geld toeneemt. Naarmate ook de inflatiesnelheid toeneemt, groeien de verwachtingen van meer inflatie. Het proces versnelt en voedt dus zichzelf. In extreme gevallen besteden consumenten noodgedwongen hun volledige salaris aan boodschappen, benzine en andere consumptieproducten op het moment dat ze het ontvangen.
Ze weten dat als ze hun geld op de bank laten staan hun zuurverdiende loon wordt weggevaagd. Het belangrijke punt is dat hyperinflatie niet alleen een monetair fenomeen is, het is op de eerste plaats een psychologisch verschijnsel. Hyperinflatie treft niet iedereen in een samenleving in gelijke mate. Er zijn zowel winnaars en verliezers. De winnaars zijn degenen die goud, vreemde valuta’s, grond, vastgoed, aandelen en andere harde activa bezitten. De verliezers zijn degenen met vastrentende waarden en verplichtingen zoals spaargeld, pensioenen, verzekeringen en lijfrentes.
Schuldenaren winnen bij hyperinflatie omdat ze schulden aflossen met geld dat fors in waarde is gedaald. Schuldeisers verliezen anderzijds omdat hun vorderingen worden gedevalueerd. Hyperinflatie treedt niet onmiddellijk op. Het begint langzaam met normale inflatie en versnelt vervolgens heftig met een toenemend tempo totdat het hyperinflatie wordt. Dit is van cruciaal belang voor beleggers om te begrijpen, omdat veel van de schade aan uw vermogen daadwerkelijk optreedt in het stadium van inflatie en niet in het stadium van hyperinflatie. De hyperinflatie van Weimar Duitsland is daar een goed voorbeeld van.
In januari 1919 was de wisselkoers van de Duitse Reichsmark naar Amerikaanse dollars 8,2 tegen 1. In januari 1922, drie jaar later, bedroeg de wisselkoers 207,82 tegen 1. De Reichsmark had in drie jaar tijd 96% van zijn waarde verloren. Volgens de standaarddefinitie is dit geen hyperinflatie omdat het gedurende 36 maanden plaatsvond en nooit 50% bedroeg in een enkele maand. Tegen het einde van 1922 had de hyperinflatie Duitsland bereikt, met een reichsmark die van 3.180 dollar voor één dollar in oktober naar 7.183 voor één dollar in november ging. In dat geval verloor de reichsmark de helft van zijn waarde in één maand en voldeed daarmee perfect aan de definitie van hyperinflatie.
Een jaar later, in november 1923, bedroeg de wisselkoers 4,2 biljoen reichsmarken voor één dollar. De geschiedenis concentreert zich meestal op 1923, toen de munt met 58 miljard procent werd verlaagd. Maar die extreme hyperinflatie van 1923 was slechts een kwestie van het versneld vernietigen van de resterende 4% van de rijkdom van de Duitsers. De echte schade werd aangericht tussen 1919 en 1922, dus vóór de komst van hyperinflatie, toen de eerste 96% verloren ging.
Wie denkt dat dit hier en nu niet kan gebeuren, wedt waarschijnlijk op het verkeerde paard. Zoals hierboven al te lezen staat, moeten we voor het prille begin van de huidige situatie terug naar de jaren zeventig van vorige eeuw. De Amerikaanse dollar kampte in de periode van vijf jaar tussen 1977 en 1981 met 50% inflatie. Op dat moment waren de VS op weg naar hyperinflatie, het land bevond zich relatief dicht bij het niveau waar het in Duitsland in 1920 allemaal was begonnen. Het meeste vermogen uit spaargelden en vastrentende vorderingen was al verloren gegaan.
Hyperinflatie in Amerika werd voorkomen door de gecombineerde acties van Paul Volcker en Ronald Reagan, maar het was een close call. Tegenwoordig gaat de Federal Reserve ervan uit dat als de inflatie in de VS stijgt tot 3% of meer, ze deze evolutie voorzichtig kunnen terugdraaien naar hun gewenste 2% -doelstelling. Maar het aantrekken van de inflatie tot 3% veroorzaakt een enorme verandering in het gedrag en de verwachtingen van gewone Amerikanen. Die verandering is niet gemakkelijk te bewerkstelligen en als ze eenmaal is gebeurd, is het nog moeilijker om ze terug te draaien.
Als de inflatie 3% bereikt, is de kans groter dat deze naar 6% of hoger gaat, in plaats van terug naar 2%. Het proces zal zichzelf voeden en moeilijk te stoppen zijn. Helaas zijn er vandaag in de verste verte geen Volckers of Reagans aan de horizon te bespeuren. Er zijn alleen zwakke politieke leiders en misleide centrale bankiers. De inflatie zal ook ditmaal versnellen, net als in de VS in 1980 en in Duitsland in 1920.
Of er daarna hyperinflatie komt, valt nog af te wachten, maar het kan sneller gebeuren dan de meeste mensen verwachten. De schade is dan al aangericht. Spaargeld en pensioenen worden dan in een mum van tijd weggevreten. De activa die u nodig zijn uw rijkdom en welvaart in de toekomst te behouden, zijn eenvoudig en tijdloos. Goud, zilver, vastgoed en grond zijn tastbare zaken die in een hyper inflatoir scenario goed van pas komen. Beleggingsfondsen die specifiek zijn ontworpen om bescherming tegen inflatie te bieden, verdienen ook een plaats in de portefeuille.
Hugo Stinnes is tegenwoordig praktisch onbekend, maar dit was niet altijd het geval. In het begin van de jaren twintig was hij de rijkste man van Duitsland, in een tijd dat het land de op twee na grootste economie ter wereld was. Hij was een vooraanstaand industrieel en investeerder met diverse belangen in binnen- en buitenland. Kanseliers en ministers van het kabinet van de nieuwgevormde Weimarrepubliek zochten routinematig zijn advies in over economische en politieke problemen.
In veel opzichten speelde Stinnes een rol in Duitsland die vergelijkbaar is met de rol die Warren Buffett tegenwoordig in de VS speelt. Hij was een zeer rijke investeerder wiens mening gretig werd gevraagd over belangrijke politieke kwesties. Hij oefende een grote invloed uit achter de schermen en leek de juiste beslissingen te treffen als het ging om de evoluties op de financiële markten.
Wie de economische geschiedenis bestudeerd heeft, weet dat Duitsland van 1922 tot 1923 te kampen had met de ergste hyperinflatie van een grote industriële economie in de moderne tijd (zie boven). Toch werd Stinnes niet weggevaagd tijdens deze hyperinflatie. Waarom was dat? Stinnes werd geboren in 1870 in een welvarende Duitse familie die belangen had in de mijnbouw. Later erfde hij het bedrijf van zijn familie en breidde het uit door zijn eigen mijnen te kopen. Daarna diversifieerde hij zich in de scheepvaart en kocht hij vrachtlijnen.
Zijn eigen schepen werden gebruikt om zijn kolen uit zijn mijnen naar het buitenland en binnen Duitsland langs de Rijn te vervoeren. Zijn schepen transporteerden ook hout en granen. Zijn diversificatie omvatte onder meer het bezit van een vooraanstaande krant, die hij gebruikte om politieke invloed uit te oefenen. Vóór de hyperinflatie van Weimar leende Stinnes enorme sommen geld in reichsmarken. Toen de hyperinflatie toesloeg, was Stinnes perfect gepositioneerd. Activa als kolen, staal, scheepvaart enzovoort behielden hun waarde. Het maakte niet uit wat er met de Duitse munt gebeurde, een harde activa blijft een harde activa. De waarde ervan wordt niet uitgehold, zelfs niet als de valuta naar nul gaat.
De internationale belangen van Stinnes kwamen hem ook goed van pas, omdat ze winst opleverden in harde valuta en niet in waardeloze reichsmarken. Een deel van deze winsten werd offshore gehouden in de vorm van goud in Zwitserse kluizen. Op die manier kon hij ontsnappen aan zowel hyperinflatie als aan de Duitse belastingen. Ten slotte betaalde hij zijn schulden af in waardeloze rijksmarken, waardoor ze verdwenen.
Niet alleen werd Stinnes niet geschaad door de hyperinflatie van Weimar, maar zijn imperium groeide en hij verdiende meer geld dan ooit. Hij breidde zijn bezit uit en kocht failliete concurrenten op. Stinnes verdiende zoveel geld tijdens de hyperinflatie in Weimar dat zijn Duitse bijnaam Inflationskönig was, wat inflatiekoning betekent. Toen het stof was neergedaald en Duitsland terugkeerde naar een nieuwe door goud gedekte valuta, was Stinnes één van de rijkste mannen ter wereld. Dit terwijl de Duitse middenklasse werd vernietigd.
Stinnes zag de Duitse hyperinflatie aankomen en positioneerde zich dienovereenkomstig. Hyperinflatie kan al dan niet in de VS aankomen, maar inflatie zal alleszins komen. De doorsnee Amerikaan of Europeaan wordt misschien niet ultra-rijk zoals Stinnes, maar door harde activa zoals zilver en goud te bezitten kan hij of zij profiteren van de komende inflatie terwijl miljoenen Amerikanen de waarde van hun spaargeld vernietigd zien worden. Overigens geldt hetzelfde ook voor Europa en voor de andere ontwikkelde landen. Zaak is om niet te lang te wachten, want als de inflatie aan de deur klopt is het te laat. Zorg ervoor dat u van tevoren uw goud en andere harde activa achter de hand hebt.
Maar hoe groot is het inflatiegevaar momenteel? Kijken we nog even naar de VS. De Amerikaanse consumentenprijzen stegen gestaag in januari, omdat de inflatie matig bleef tijdens de aanhoudende pandemie, die het economische herstel van het land in het nieuwe jaar blijft beïnvloeden. Het Bureau of Labor Statistics meldde woensdag dat de consumentenprijsindex vorige maand met 0,3% is gestegen, na een stijging van 0,4% in december in lijn met de voorspellingen van analisten.
De index steeg voor de tweede opeenvolgende maand met 1,4% op jaarbasis, iets lager dan de verwachte stijging van 1,5%. Benzine kende de grootste prijssprong, met een stijging van 7,4% in januari en goed voor een groot deel van de boost van de bredere index. Het rapport toonde dalende prijzen voor gebruikte en nieuwe voertuigen en vliegtickets. De index voor granen en bakkerijproducten daalde met 0,8%, de grootste daling sinds maart 2016.
Tegelijkertijd betaalden Amerikanen hogere prijzen voor kleding, medische zorg en motorrijtuigenverzekeringen. Ondanks het gunstige cijfer voor januari, zal de prijsdruk de komende maanden toenemen naarmate het inflatierisico toeneemt. Economen verwachten een lichte stijging van de inflatie naarmate de economie zich herstelt wanneer het Congres weer een groot stimuleringspakket goedkeurt en de vraag aantrekt nadat meer Amerikanen zijn gevaccineerd.
Maar Gains & Pains Capital heeft er nochtans geen vertrouwen in. De Fed is al te laat … De inflatie is hier! De centrale bank heeft ons verteld dat het prima is als de inflatie hoog oploopt, zolang de aandelenzeepbel niet barst. Tijdens een videoconferentie midden januari verklaarde Fed-voorzitter Jerome Powell dat de Fed de rente pas zal verhogen als er sprake is van ‘verontrustende inflatie’. Het slechte nieuws voor Powell is dat de inflatie er al is en dat ze allesbehalve “beperkt” is.
- De IHS Markit U.S. Services PMI (een economische maatstaf op basis van wat de bedrijfsmanagers die verantwoordelijk zijn voor het bestellen van grondstoffen verwachten) zagen de grootste stijging van de kosten sinds het begon met het vastleggen van gegevens in 2009.
- De voedselinflatie, waarvan het eigen onderzoek van de Fed aantoont dat dit de beste voorspeller is van toekomstige inflatie, bedraagt 3,9%, bijna het dubbele van de doelstelling van 2% van de Fed.
Bovendien weten de markten dit allemaal, het zit in de prijzen inbegrepen. Goud en zilver zijn in prijs gestegen in elke belangrijke valuta (Amerikaanse dollars, euro’s, yen en franken). Het rendement op de 10-jarige Amerikaanse staatsobligatie (die onder meer beweegt op basis van de inflatieverwachtingen) is sinds augustus meer dan VERDUBBELD. Is het nog niet duidelijk genoeg?
Harm van Wijk
daarom koop je best goud en zilver net zoals in de jaren stillekes.
Hoeveel % vd spaarders zal dit doen? Meer dan vandaag maar nog altijd te weinig
Duidelijk verhaal waarvoor dank. Vraag is wel wat product inflatie ‘in gang zal steken’. Velocity of money moet duidelijk omhoog om een zekere inflatie in gang te zetten maar gezien de toenemende spaartegoeden lijkt me dit (nog) niet te gebeuren. Blijkbaar vinden velen het nog steeds veilig om geld opzij te zetten in negatief renderende spaarrekeningen. Natuurlijk, eenmaal het vuurtje brand, kan eea snel veranderen. Vraag die bij me opkom is dan ook als men het niet meer veilig vindt om spaargelden te hebben….gaat men dan investeren in de economie (kopen van allerlei producten (velocity of money)) of zal men eerder kijken naar alternatieve spaarvormen (Crypto/edelmetalen/aandelen/…) waarin dan ‘inflatie’ op treed.
Een andere manier om inflatie aan te wakkeren (ik denk dat dit aan het gebeuren is) is dat bepaalde ‘investeerders’ allerlei ETF’s aan het manipuleren zijn. Als we kijken naar de brede commodity index dan zien we duidelijk een zeer stijgende tendens. Eea valt ook te zien aan de olieprijs etc….Als deze duurdere ‘grondstofprijzen’ uiteindelijk doorberekend worden in onze producten (toenemende inflatie) dan kan dit wel eens zeer slecht uitdraaien voor ‘de man in de straat’ zeker met spaarrentes op 0 of zelfs negatief.
We moeten toch één en ander relativeren. Goud zit in dollars uitgedrukt 14% beneden zijn top en als we de grafiek bekijken van de de 10 jarige Amerikaanse staatsobligaties dan stellen we inderdaad vast dat de rentevergoeding is verdubbeld sinds het dieptepunt van augustus 2020 maar ik zou “verdubbeld” niet in hoofdletters schrijven als je het grotere plaatje bekijkt https://www.macrotrends.net/2016/10-year-treasury-bond-rate-yield-chart Het is ook niet Jan met de pet die al die obligaties koopt met een negatieve rente.https://www.bloomberg.com/news/articles/2020-12-11/world-s-negative-yield-debt-pile-at-18-trillion-for-first-time Maar ik vond het toch een interessante column waarvoor bedankt.