Inflatie Nederland is laag door berekeningen olie

De Nederlandse inflatie is volgens de statistieken van het CBS in mei 2010 gedaald naar 1%, van 1,1% in april. De daling van de inflatie komt voornamelijk door de prijsontwikkeling van de benzine. In mei was bezine op jaarbasis 11,5% duurder. In april steeg de benzineprijs met ruim 16% ten opzichte van een jaar eerder. Sinds november 2009 hangt de Nederlandse inflatie rond de 1%.

Overzicht bijdrage inflatie van de verschillende goederen en diensten in Nederland:

Inflatie mei: 1,0%

• Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken: Weging: 11,3% Bijdrage inflatie: -0,1%
• Alcoholhoudende dranken en tabak: Weging: 3,0% Bijdrage inflatie: 0,1%
• Kleding en schoeisel: Weging: 4,8% Bijdrage inflatie: 0,0%
• Huisvesting, water en energie Weging: 23,9% Bijdrage inflatie: -0,4%
• Huishoudelijke apparaten: 6,4% Weging: Bijdrage inflatie: 0,0%
• Gezondheid: Weging: 1,2% Bijdrage inflatie: 0,0%
• Vervoer: Weging: 10,8% Bijdrage inflatie: 0,5%
• Communicatie: Weging: 3,7% Bijdrage inflatie: 0,1%
• Recreatie en cultuur: Weging: 10,8% Bijdrage inflatie: 0,1%
• Onderwijs: 0,1% Bijdrage inflatie: 0,0%
• Hotels, cafés en restaurants: Weging: 4,7% Bijdrage inflatie: 0,1%
• Diverse goederen en diensten: Weging: 11,3% Bijdrage inflatie: 0,2%
• Consumptiegebonden belastingen: Weging: 3,4% Bijdrage inflatie 0,1%
• Consumptie in het buitenland: Weging: 4,6% Bijdrage inflatie: 0,2%

Ten opzichte van vorige jaar is in de berekening van de inflatie de weging van de huisvesting, water en energie aangepast van 24,4% naar 23,9%. De grootste afname van alle producten en diensten. De weging van diverse goederen en diensten nam het meest toe, van 10,9%, naar 11,3%.

Volgens Eurostat is de inflatie in Nederland gedaald naar 0,4%. Dit staat in tegenstelling tot de inflatieontwikkeling in de Eurozone. De inflatie in Europa steeg in mei naar 1,6%. Het feit dat de Nederlandse inflatie ruim onder het gemiddelde van Europa ligt, komt door de berekening de prijzen van olie, gas en elektriciteit. In Nederland wordt de berekening van de energie in de 1e en de 6e maand van het jaar doorgevoerd. In de andere Europese landen wordt dit maandelijks aangepast, hierdoor reageert het inflatiecijfer sneller op de ontwikkeling van de olieprijzen.