Terwijl we aan de begin staan van de zoveelste “top der toppen” zien we steeds vaker dat aan de vooravond van zulke evenementen door verschillende partijen de druk enorm opgevoerd wordt. Vorige week woensdag was het Olli Rehn, Eurocomissaris voor economische en monetaire zaken, die sprak over de belangrijkste 10 dagen voor de eurozone, waarin de euro óf gered zou worden óf zou desintegreren.

Maandag kwamen dé twee belangrijkste euroleiders, Merkel en Sarkozy, alweer samen om een voorschot te nemen op de top van 8 en 9 december. Zij spraken over het toezicht op begrotingstekorten en de bijbehorende wetgeving waarin sancties op het niet naleven van deze regels ingebakken moeten zitten. Desalniettemin mag de stap van beide opmerkelijk genoemd worden. Ten eerste waren ze vorig jaar oktober in Deauville nog radicaal tegen dit plan, tot groot ongenoegen van onder meer Nederland, en ten tweede  waren het immers de Duitsers en de Fransen die in de jaren voor de crisis hun Maastricht norm van maximaal 3% begrotingstekort lieten varen.

De bijeenkomst van Merkozy was net ten einde of de Financial Times berichtte al over de volgende gebeurtenis die de druk opvoerde in aanloop naar de eurotop. Volgens Standard en Poors, één van de drie kredietbeoordelaars, lopen alle 17 de eurolanden, waaronder de 6 landen met een triple A beoordeling het risico om deze in de komende 3 maanden kwijt te raken met een of zelfs 2 gradaties. Hieronder een overzicht van Reuters van de credit ratings. Dat Frankrijk voor deze waarschuwing in aanmerking kwam, was volgens vele te verwachten, maar dat ook Duitsland te maken zou krijgen met vraagtekens over zijn triple A rating kwam als een verassing voor velen. Dit alles heeft te maken volgens de kredietbeoordelaar met “de potentiele impact van een diepere politieke, financiele en monetaire problemen in de Europese economie en de monetaire unie”.

Nog geen 24 uur later kwam er ook een waarschuwing voor het Europees noodfonds, het EFSF. Dit was echter geen verrassing. Nu alle garantiestellers van het fonds de mogelijkheid hebben om hun triple A status kwijt te raken is het niet meer dan logisch dat het noodfonds die status ook kwijt raakt. Mocht alleen Frankrijk al deze status kwijt raken, dan is er een aanzienlijke kan dat ook het EFSF afgewaardeerd wordt. Hun garantie aan het fonds is zo hoog dat kredietbeoordelaars genoodzaakt zullen zijn het EFSF direct af te waarderen. Het EFSF kent echter meerdere problemen. Zo kreeg het fonds het niet voor elkaar om vorige maand zelfstandig 3 miljard euro op te halen en moest het in plaats daarvan zelfs een klein gedeelte zelf opkopen met waarschijnlijke hulp van andere Europese landen.

En zo heeft het fonds met een triple A status al moeite heeft om 3 miljard op te halen, laat staan een totaal van 1000 miljard. Daarnaast kan je op basis van de gevraagde rentepercentages al zeggen dat het EFSF geen AAA fonds meer is, wat essentieel is voor het fonds mochten institutionele beleggers later alsnog willen instappen.


Uiteindelijk wordt de druk dus van zowel binnenuit als buitenaf opgevoerd. Europese leiders nemen posities in, bankiers leggen de verantwoordelijkheid bij de politici en daarnaast geven nu ook kredietbeoordelaars duidelijk aan dat er wat moet gebeuren. Door de stap van Standard & Poors kunnen landen, zoals bijvoorbeeld vandaag Portugal, alleen nog maar geld ophalen met een korte looptijd. Niemand gaat obligaties kopen voor een lange termijn terwijl een kredietverlaging in de lucht hangt en daarmee samenhangend een waardevermindering van de obligatie. Falen is voor velen geen optie meer en de druk is groter dan ooit, gezien de volatiliteit op zowel de aandelen-, de obligatie- en de valutamarkten.