Eén van de grote leugens over Goud is dat er niet genoeg van zou zijn; immers Goud heeft toch alleen maar waarde omdat het zo schaars is, dus kan het onmogelijk gebruikt worden als geld… zo is het toch? Dit horen we nu jaar en dag. Nou nee dus!! In werkelijkheid bestaat deze ene grote leugen uit drie aparte leugens, gevangen in deze ene zin.
Leugen #1
De 1e leugen is dat de hoeveelheid geld in circulatie van cruciaal belang is voor de staat van de economie en als zodanig van invloed is op recessies, hoogconjunctuur enzovoort. We horen altijd maar over de ‘geldhoeveelheid’ en de bijbehorende ‘fijn afstemming’ van de economie. Wees er maar van overtuigd dat Mr. Bankster en Mr. G’man (Governmentman) alleen hierop onze aandacht willen vestigen en niet op de echte waarheid.
De schokkende waarheid is dat de hoeveelheid geld geen enkel effect heeft op de economie…!!! Lees dit nog maar eens een keer goed en heel zorgvuldig, want dit gaat waarschijnlijk in tegen alles wat u ooit gehoord heeft… van Mr. Bankster, van Mr. G’man en hun omgekochte en op de loonlijst staande zgn. economen. Nog een keer: de hoeveelheid geld in circulatie heeft geen enkel effect op de economie…. nul komma nul, nada.
Dit vindt u waarschijnlijk moeilijk te geloven… maar geloof me, het heeft me veel tijd en veel studie gekost om te begrijpen waarom dit toch waar is. Het is van essentieel belang te begrijpen dat de geldhoeveelheid irrelevant is, als we willen inzien wat er werkelijk speelt. De geschiedenis staat bol van de voorbeelden dat waaruit blijkt dat de geldhoeveelheid hoegenaamd geen enkele rol speelt….. als we dat maar willen zien.
Ongetwijfeld heeft u wel eens gehoord over ‘Nieuwe Pesos’ die de ‘Oude Pesos’ vervingen … of ‘Nieuwe Lira of Francs’ die de ‘Oude Lira of Francs’ vervingen? Dit gebeurt altijd als een valuta zo in waarde afgenomen is dat er bankbiljetten met miljoenen, miljarden en zelfs biljoenen moeten worden gedrukt. Een kop koffie kan dan wel drie miljard Lira kosten. En er komt een tijd dat het onmogelijk wordt om nog meer nullen op het biljet te drukken, tenzij de biljetten de grootte van een beddelaken zouden krijgen.
Op dat soort momenten besluit Mr. G’man een nieuwe valuta uit te geven en daarbij verdwijnen er gewoon een aantal nullen van de ‘oude’ valuta. Stel eens dat een 1 miljard Oude Lira biljet wordt vervangen door een nieuw 1 Lira biljet. Denk hier maar eens over na; iedere miljard Oude Lira wordt vervangen door 1 Lira… en er waren miljoenen van die Oude 1 miljard Lira biljetten in omloop. Die bestaan nu dus niet meer en zijn vervangen door de 1 Lira biljetten.
De geldhoeveelheid is dus van de ene dag op de andere gekrompen bij een factor 1 miljard. Niet een paar procent, zoals wordt beweerd door de experts die bij de ‘fijn afstemming’ van de economie betrokken waren maar door een waanzinnig hoog percentage. Niettemin gaat het leven de volgende dag gewoon verder net als altijd… ongelooflijk nietwaar? Natuurlijk is het achteraf makkelijk te begrijpen waarom, immers de prijs van die kop koffie was 3 miljard Oude Lira en is nu 3 Nieuwe Lira.
Maar ook het gemiddelde salaris van 30 miljard Oude Lira is nu 30 Nieuwe Lira geworden. M.a.w. 1 uur werk gewaardeerd in Oude Lira stelden je in staat 10 koppen koffie te kopen. En wat een verrassing…. 1 uur werk in de Nieuw Lira geeft ook die 10 koppen koffie.
Eigenlijk is er niets veranderd, tenminste in relatieve prijzen. Het is nu duidelijk dat de geldhoeveelheid irrelevant is en dat alleen de relatieve prijzen ertoe doen. Of, om het preciezer uit te drukken, alleen de koopkracht van het geld versus het salaris (inkomsten) is van belang.
Leugen #2
De 2e grote leugen is gebaseerd op de 1e grote leugen en zegt dat, als de geldhoeveelheid van cruciaal belang is dan moet Mr. G’man deze dus goed moet beheren om te kunnen sturen. Laat ons een economie nemen met 300 miljoen mensen, zoiets als de USA. Als we nu 1 miljard Dollars aan de geldhoeveelheid toevoegen dan ziet dat er uit als een groot getal. Maar het komt slechts neer op $3.33 per USA burger. Wees nou eerlijk, zou het voor u een groot verschil maken voor uw eigen portemonnee als iemand u dat bedrag van $3.33 zou geven? Eerlijk gezegd verwacht ik van niet.
Maar aan de andere kant, stel dat die 1 miljard dollar aan 1 persoon werd gegeven. Dat zou toch wel degelijk een groot verschil voor die persoon in kwestie betekenen. En dit is nu precies wat er in feite gebeurt als er weer eens 1 miljard dollar gedrukt wordt. Eén persoon krijgt dat geld toegestopt en die ene persoon is Mr. G’man en die kan het uitgeven waaraan hij maar wil. Dit heet met een mooi woord seignorage… winst gemaakt door de geld uitgevende partij. Eigenlijk is dit gelegaliseerde ‘valsemunterij’.
Vergelijk dit nu eens met dat ‘barbaarse relikwie’, de Goud Standaard. Goud kan niet vervalst worden, het moet worden verdiend (of openlijk gestolen). Goud wordt verdiend ofwel door waarde voor waarde uit te ruilen,of door het te delven tegen hoge kosten en hard werken. Net als u en ik doen om in ons levensonderhoud te voorzien. Maar niet zoals Mr. G’man, die ons dwingt zijn praktisch waardeloze gedrukte papier te gebruiken, het ‘wettig betaalmiddel’ noemt, ons belastingen oplegt en ons dan in ons zweet laat werken om hem terug te betalen.
En ook niet zoals Mr. Bankster, die in feite het geld laat drukken en dan de onbeschaamdheid heeft dat we niet alleen de hoofdsom terug betalen, maar ook nog eens dat we hem rente vergoeden vanwege het privilege dat we zijn ‘geld’ mogen gebruiken. Dit is mijn definitie van woekerrente; de creatie van papieren biljetten en voordoen alsof zij geld zijn, om tenslotte ook nog eens rente in rekening te brengen omdat we het mogen gebruiken. En als u of ik dit soort bonnetjes proberen te drukken, raad eens wat er dan zal gebeuren? Alleen Mr. Bankster heeft het privilege van legale valsemunterij, daar ziet zijn trawant Mr. G’man wel op toe.
Onder dat Barbaarse Relikwie, voorzag de geldhoeveelheid zichzelf. Als het 11 Gouden munten zou kosten om 10 Gouden munten te delven en raffineren, zou niemand dat doen. Maar aan de andere kant als het 9 Gouden munten zou kosten om 10 nieuwe Gouden munten te produceren, dan zouden de mijnwerkers snel aan het werk gaan en zou alles weer in evenwicht gebracht worden. Tenminste op langere termijn. Korte termijn fluctuaties zouden dan onmogelijk zijn.
Leugen #3
De 3e grote leugen is ietwat paradoxaal en we moeten daarom beide zijden van deze paradox bekijken om Goud te kunnen begrijpen. Ten eerste, Goud is inderdaad een waarde-metaal. Om Goud te delven in deze tijd moeten er tonnen gesteente opgegraven worden om slechts grammen Goud te vinden. En dit is waarom dit gesteente geen geld kan zijn. Het zou veel te makkelijk zijn om grote nieuwe hoeveelheden te verkrijgen. Het nieuwe gesteente zou werkelijk net zo makkelijk te vinden zijn als het creëren van nieuw papiergeld.
En het paradoxale komt pas goed naar voren als we kijken naar de aanvoer van Goud. Bedenk daarbij goed, dat Goud al duizenden jaren als geldvorm werd beschouwd. En Goud werd al veel langer als waardevol ervaren dan haar gebruik als geld. Dus Goud werd al gedolven en als oppotmiddel gezien sinds het begin der tijden… zelfs al lang voordat de geschiedenis op schrift gesteld werd.
Kortom, dus alhoewel het erg moeilijk en duur is om nieuw Goud te delven en te produceren, is er een enorme hoeveelheid Goud bovengronds aanwezig. Het zou ongeveer 80 jaar van delven op het huidige niveau vergen om net zoveel goud te verkrijgen als waarvan we uitgaan dat er al bovengronds bestaat. Dit staat bekend als de ‘Stock-to-Flow’ ratio. En dat betekent dat de voorraad goud stabiel is en niet onderhevig is aan verstoringen in het mijnproces, zeker niet op korte termijn.
Als de voorraad stabiel blijft, dan blijft ook de waarde stabiel. En bij stabiel wordt bedoeld, gezien over eeuwen en niet een paar weken of maanden. Ter vergelijk, alle niet monetaire grondstoffen, zoals koper, ruwe olie, graan enz., deze hebben Stocks-to-Flow ratio’s die alleen maar gemeten kan worden in weken of maanden en niet in decennia.
Eigenlijk is dit erg logisch als je er over nadenkt, want als er een overvloed aan bijv. zink zou zijn, in de orde van grootte van een jaar verbruik, dan zou die prijs ineen storten. De waarde van alle grondstoffen, behalve Goud en Zilver – de monetaire metalen – neemt snel af in vergelijk tot overmatige aanvoer. Bedenk in dat verband ook eens de waarde van alle vers gedrukt papiergeld.
De vraag naar de monetaire metalen, Goud en Zilver is eindloos. Er bestaat niet zoiets als een ‘overvloed’ aan Goud of Zilver. En alleen als de echte rente betaald zou worden in echt Goud of Zilver, zou het kunnen zijn dat de opgepotte monetaire metalen uit hun schuilplaats komen.
Vandaag de dag kennen we geen echte rente en daarom verschuilt zich het meeste Goud en Zilver, in afwachting van de dag van haar vrijheid. De dag dat het weer legaal en veilig zal worden om te verdienen, te sparen (oppotten) en uit te geven in Goud en Zilver in plaats van het vals gemunte papier; echt geld in plaats van Bankster’s schuldbewijzen die doorgaan voor geld.
Bron: Rudy J. Fritsch, schrijft regelmatig op The Gold Standard Institute.


