Volgens het CBS woonde in januari 2011 ruim een miljoen huishoudens in een huis waarbij de marktwaarde onder de hypotheekschuld uitkwam. Sinds 2008 is het aandeel huishoudens met een woning met onderwaarde bijna verdubbeld met 13 tot 25 procent. Goed beschouwd zijn huizenprijzen pas sinds het meetpunt op 1/1/2011 echt gedaald. Sindsdien daalde de woningen met nog eens 13 procent. De vraag is dan ook hoeveel huishoudens ondertussen in vergelijking met begin 2011 in de problemen zijn geraakt. Vooral jongeren zijn de dupe van dalende huizenprijzen. Deze leeftijdsgroep (< 40 jaar), met recent aangekochte woningen, heeft als minste kunnen profiteren van de woninghausse voor de crisis en wordt hierdoor sneller geconfronteerd met een huis dat onder water staat. Maar liefst zes op de 10 eigen woningen met onderwaarde komt voor rekening van eigenaren onder de 40 jaar.
De hoge hypotheekschuld ten opzichte van de woningwaarde komt niet alleen het vaakst voor bij de jongeren. Ook de onderwaarde is gemiddeld het hoogst bij deze leeftijdsgroep. Begin 2011 bedroeg de gemiddelde onderwaarde bij een huiseigenaar tussen de 25 en 35 jaar bijna 30 duizend euro. Tel daarbij op de bekendmaking van het CBS dat het afgelopen jaar huizenprijzen in Nederland nog eens 8.3% gedaald zijn en we zien dat de situatie alleen verslechterd is.
Schuldreductie
Het zou daarom ook verstandig zijn als de politiek zich eens zou inzetten voor het verkleinen van de onderwaarde door middel van afschrijvingen in plaats van woningprijzen opnieuw proberen op te blazen of te stutten. Een plan van de gemeente Amsterdam om de grondprijzen te verlagen tussen de 10 en 15 procent is dan ook een mooie start. Dit initiatief wat eens niet uitgaat van meer lenen (voor huishoudens), maar verlies nemen (door gemeentes). Hiermee blijft de woningvoorraad op peil, terwijl nieuwe kopers niet onnodig worden opgezadeld met nieuwe peperdure huizen. Geen bellen meer opblazen, schuldreductie moet het uitgangspunt zijn.




