De Nederlandse economische groei wordt naar verwachting dit jaar het laagst van Noordwest Europa. Bovendien pakt de prognose van de economische groei voor 2013 wederom het laagst uit. Deze opvallende conclusie volgt uit een vergelijkend onderzoek tussen Engeland, Ierland, Denemarken, Zweden, Duitsland, België, Frankrijk en Zwitserland met ons land. Hierbij komt nog dat het Centraal Planbureau relatief positiever tegen de Nederlandse economische groei in 2013 aankijkt dan zowel de Europese Commissie alsmede de OESO doen. De economische positie die Nederland inneemt binnen het referentiegebied van acht landen is zorgwekkend.

De acht landen van het Noordwest Europese referentiegebied omringen in geografische optiek ons land (zie het kaartbeeld hieronder). In tegenstelling tot veelal gehanteerde kaders als EU en Eurolanden, is hier gekozen voor een min of meer natuurlijke samenhang van landen. Alleen al door de geografische nabijheid mag men rekenen op een redelijk peil van uitwisseling van personen, goederen en diensten. Kortom een economisch netwerk. In het verlengde hiervan zijn de officiële economische groeicijfers van 2012 en 2013 vergeleken.

Over het jaar 2012 is voor het referentiegebied exclusief Nederland, een gemiddelde economische groei van 0,8% voorspeld. Het  Nederlandse percentage economische groei bedraagt dan -0,8 %. Het verschil tussen Nederland en het referentiegebied is maar liefst  1,6 %. Volgend jaar is voor het referentiegebied exclusief Nederland een gemiddelde economische groei van 1,7% voorspeld. Het Nederlandse percentage economische groei bedraagt in 2013 volgens de raming 0,7% (OESO en EC). Het Centraal Economisch Plan geeft echter 1,25 % aan en het Centraal Planbureau meldt een gemiddelde groei van 1,5 % over diverse jaren. De verschillen tussen Nederland en het referentiegebied zijn respectievelijk 1% (met OESO  en EC), 0,45 % met het CEP en tenslotte 0,2 % met het CPB.

In beide jaren scoort Nederland het laagst met zijn percentage economische groei van alle landen in het referentiegebied. In de onderstaande tabel  is tenslotte de relatieve positie van Nederland ten opzichte van de grotere gebieden geduid.  Ook hier is ‘het buitenbeentje’ in negatieve betekenis te zien. Voor Nederland is het groeipercentage in 2013 van de OESO en de EC aangehouden. Dat het Centraal Planbureau onlangs nog repte over het gemiddelde groeipercentage van 1,5% is in de hier gepresenteerde context onlogisch. Mede door de bezuinigingen in het  kader van het Voorjaarsakkoord (ofwel diens komende opvolger) moet met zwaarder weer rekening worden gehouden.


Rob de Ruiter