In 2010 loopt het Nederlandse overheidstekort op tot naar verwachting 5,8% van het bbp. De stijging komt mede doordat belastinginkomsten met vertraging reageren op productie en inkomen; de recessie dempt daardoor de belastingen dit jaar. Bovendien neemt het tekort in 2010 toe door de stimuleringspakketten voor de economie. Ook zijn de kosten voor de zorg sterk gestegen. Naar verwachting zullen de zorguitgaven verder toenemen door de vergrijzing. In 2011 zal het overheidstekort afnemen door de bezuinigingen die zijn aangekondigd, ook lopen tal van stimuleringsmaatregelen af. Uit een raming van het CPB zal het overheidstekort in 2011 uitkomen op 3,9% bbp. De verbetering van het saldo is onvoldoende om een verdere stijging van de overheidsschuld te voorkomen. De schuld stijgt in 2011 naar verwachting met bijna 2%-punt tot 66,2% bbp, nadat deze in 2010 al met bijna 4%-punt was toegenomen.
Huishoudens consumeren in 2010 naar verwachting 0,5% meer dan in 2009, waarbij de groei vooral zit bij de vaste lasten. Komend jaar bedraagt de geraamde consumptiegroei 0,75%. Het reële arbeidsinkomen neemt in beide ramingsjaren af. Doordat het overig inkomen (bestaande uit onder andere rente- en dividendbaten) in de ramingsjaren echter flink toeneemt, kunnen consumenten een deel van hun beschikbaar inkomen sparen. Vermogensmutaties hebben per saldo nauwelijks effect op de geraamde consumptiegroei. Het uitkeringsinkomen neemt dit jaar nog toe, maar daalt volgend jaar. In 2010 geven gezinnen voor het eerst sinds 2003 substantieel minder geld uit dan ze ontvangen.
Het werkloosheidspercentage komt volgens de raming in zowel 2010 als 2011 uit op gemiddeld 5,5%. Dit is een beperkte stijging ten opzichte van 2009. Deze toename zou in historisch perspectief gering zijn. Diverse factoren dragen bij aan de huidige meevallende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zo was de winstgevendheid van het bedrijfsleven voor het uitbreken van de kredietcrisis relatief hoog, pasten de loonkosten zich snel aan de economische omstandigheden aan (minder bonussen, winstdelingen en overwerkuren) en wellicht verwachten ondernemers dat er in de nabije toekomst weer sprake is van krapte op de arbeidsmarkt, zoals dat voor het uitbreken van de kredietcrisis het geval was.
Daarnaast is het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) de laatste jaren gegroeid. Zzp’ers zagen vorig jaar hun inkomen fors terugvallen en hebben zo een deel van de productieklap van 2009 geabsorbeerd. De deeltijd-ww drukt het werkloosheidscijfer in 2009 en 2010 enigszins, maar heeft nagenoeg geen effect meer op het cijfer in 2011. De werkgelegenheid neemt dit jaar naar verwachting nog af, in reactie op de enorme productieafname in 2009. Komend jaar stabiliseert de werkgelegenheid: tegenover een afname in de marktsector en bij de overheid staat een substantiële toename van de werkgelegenheid in de zorgsector. Dit blijkt uit schattingen van het Centraal Plan Bureau.