Nederland verkeert in een recessie en dat merken de producenten in de industrie. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie lag in februari 2012 ruim 3% lager in vergelijking met februari 2011. Een maand eerder nam de productie met ruim 1% af ten opzichte van een jaar geleden. Sinds 2010 zit de industriële productie in een dalende trend. Sinds de werkloosheid stijgt, dalen de bestedingen en dus daalt dus ook de vraag naar producten. Vanzelfsprekend gevolg is dat de industrie minder gaat produceren. Tevens daalde de groei van de omzet siginificant. In februari 2012 is de groei teruggevallen tot slechts 1,5%, terwijl de omzet van de industrie in januari ruim 8% steeg.
De productie kromp in alle bedrijfstakken. In de transportmiddelenindustrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie bedroeg de krimp ongeveer 5%. Het koude weer in februari speelde de bouwsector parten en mede daardoor nam de productie in de hout- en bouwmaterialenindustrie af met 22%.
Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar voor seizoeneffecten gecorrigeerde cijfers. Omdat de seizoenvrije maandcijfers soms een wat grillig verloop vertonen, wordt hiervoor het tweemaandsgemiddelde ten opzichte van twee maanden eerder gebruikt. Na correctie voor werkdageffecten en seizoeninvloeden was in de periode januari – februari 2012 de industriële productie 2% kleiner dan die in november – december 2011.
De omzetgroei in februari werd op de binnenlandse markt gerealiseerd; daar was de omzet 3,5% hoger dan een jaar eerder. Op de buitenlandse markt was er voor het eerst in meer dan twee jaar geen groei van de omzet. De samenstelling van de werk- en feestdagen was in februari 2012 gunstiger dan in februari 2011. Het positieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 2%.
De producten van de industrie waren bijna 5% duurder dan een jaar eerder. In de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nam de omzet nog flink toe (+10,5%), maar dit kwam vooral door hogere prijzen. Daartegenover stonden forse afnames van de omzet in de elektrotechnische en machine-industrie en transportmiddelenindustrie (met respectievelijk 12% en 9%). Bron: CBS