Enkele weken geleden hebben nieuwe en bestaande crises de aandacht van de Griekse staatsschuld afgeleid. Maar de Griekenland-crisis duurt voort. Door bailouts schuift men het probleem steeds verder voor zich uit en verergert daardoor de situatie voor de belasting betalende burger nog meer.

Helaas is Griekenland met zijn onverantwoordeljke uitgavenpolitiek geen op zichzelf staand geval. Schuldenexplosies zoals in Griekenaldn slaan van het ene op het andere land over, ook de Verenigde Staten behoren tot de dominostenen, die aan de beurt zullen komen.

Er is steeds duidelijker bewezen: het Keynes-systeem, met een opgeblazen staatsapparaat en ongedekt papiergeld (‘fiat paper money’) mislukt op de lange duur erbarmelijk. Maar het ligt in de aard van de staat om de werkelijkheid te ontkennen wanneer er een mogelijkheid bestaat om grotere macht en meer controle uit te oefenen. Daarom houden de meeste politici en economen zich niet bezig met de schade op de lange termijn die het Keynesianisme aanricht, wanneer in het beginstadium van een luchtbel nog de illusie van welvaart heerst en de fundamentele principes van de economie buiten werking schijnen te zijn gesteld. Ja, men kan er zelfs van uit gaan, dat een luchtbel bijna knapt wanneer economen er plotseling over praten hoe de regering en de centrale bank de conjunctuurcyclus buiten werking hebben gesteld.

In werkelijkheid zijn de wetten van de economie onveranderlijk en reëel, hoe ongemakkelijk ze voor politici en bankiers ook mogen zijn. Deze werkelijkheid zet nu door, De rekeningen moeten betaald worden. Intussen hebben landen, die geen geld hebben, andere landen, die ook geen geld hebben, uit de misère geholpen, afgezien van het bedrieglijke geld, dat politici, bureaucraten en hun medeplichtigen in de centrale banken hebben gemaakt. Dit mag weliswaar de banken met hun goede relaties beschermen tegen massale verliezen, maar dit gebeurt allemaal op kosten van de belasting betalende burgers.

Omdat regeringen en centrale banken de cyclus van uitgaven en inflationeren in stand houden, vermindert constant de koopkracht van hun valuta. Voor deze valuta werken de mensen, dit geld sparen ze. De inflatie vreet de spaartegoeden en lonen van de mensen op, die nauwelijks een kans hebben om zich tegen deze plundering te beschermen. Ze kunnen echter hun papiergeld inruilen tegen een goed, dat zich onttrekt aan de greep van de centrale banken en de uitgavenpolitiek van de staat, zoals goud en zilver.

Het is typisch, dat in crises zoals de huidige Keynesiaanse economen en hun napraters in de media het goud aanvallen. De tegen het goud aangevoerde argumenten zijn meestal stropopargumenten, die een volledig gebrek aan begrip laten zien met welke bedoeling goud wordt gekocht. Goud is geen typische investering. Het is veelmeer een verdediging tegen het te voorziene gedrag van regeringen het papiergeld af te waarderen, dat zij alleen onder controle hebben. Diegenen, die de drukpersen laten draaien, vinden het moeilijk ze weer uit te schakelen. Om niet volledig blootgesteld te staan aan dit meedogenloze gedrag, is het verstandig om onzekere investeringen tegen zekere in te ruilen.

Wordt het fundament van hun macht, hun ongedekte papiergeld, afgewezen of gemeden, dan raakt de macht van de staat in gevaar. Een ongedekte papiervaluta offert de vrijheid en de zekerheid van de mensen op ten gunste van de vrijheid van de regering de rijkdom van het land voor dure prestigeprogramma’s, oorlogen en corruptie over de balk te gooien. Daarom is de vrijheid van de mensen zo onafscheidelijk verbonden met een solide geldeenheid. Dat is ook de reden waarom de oprichters van de VS hielden van goud en zilver, die voorvechters van een sterke staat echter beide haten.

Via: Het Vrije Volk