Bij vrije democratische verkiezingen kiezen individuele mensen uiteraard tegen de eigen armoede. Eigenlijk willen ze wereldwijd een eerlijke verdeling van de bestaande rijkdom, zoals christenen en socialisten dat al heel lang propageren. De politici echter, die hen vertegenwoordigen, vertalen dat als een voorkeur voor economische groei als landsbelang. Niet individueel arm willen zijn is voor politici hetzelfde als per land gemiddeld rijker worden. Maar is dat terecht? Want door deze voorkeur van politici is niet alleen heel veel energie nodig, maar moeten mensen ook veel langer werken dan nodig is, en moet de individuele hebzucht bevorderd worden door ontzaglijk veel reclame. De welvarende democratieën met hun economische groei eisen daardoor een steeds groter deel van het aardoppervlak voor zichzelf op, waardoor de rest van de wereld steeds minder van onze aardbol tot zijn beschikking krijgt. Want als iedereen op de wereld zou gaan leven zoals Nederlanders dat doen, dan zijn minimaal 2 aardes nodig. Eerlijke verdeling is met economische groei niet te realiseren. In wezen plegen politici een misdaad tegen de menselijkheid. Want het recht op een goed onderkomen en voldoende voedsel voor iedereen, zoals dezelfde politici dat hebben ondertekend in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, wordt door de gerichtheid op economische groei onmogelijk gemaakt. Hoe meer economische groei in westerse democratieën, hoe meer energie en bouwgrond er voor henzelf nodig is, en een steeds groter deel van de mensheid honger moet leiden door gebrek aan landbouwgrond.

Iedereen weet inmiddels, dat door economische groei van de Rijken de mensheid als geheel enorme problemen tegemoet gaat, niet alleen door de steeds maar toenemende voedsel-, water-, grondstoffen- en energietekorten, maar ook door de klimaatverandering, verontreiniging op grote schaal, de verandering van het ecologisch evenwicht door roofbouw op de natuur, verrommeling van stad en  platteland, de onherbergzaamheid van de naoorlogse steden, de files, megapolissen, sloppenwijken enz. enz. Hoe is het mogelijk, dat de zich rationeel en intelligent wanende Rijken, waaronder toch zoveel uiterst kritische journalisten, hun ogen zo dichtknijpen voor de realiteit, en eigenlijk met de wereldproblemen geen raad weten? Niemand schijnt de oplossing te weten, ook de “groene” partijen niet. Nu de olie in de nabije toekomst dreigt op te raken, wordt door de Rijken naarstig gezocht naar alternatieve, “duurzame” energiebronnen. Niet om bovengenoemde problemen op te lossen, maar uitsluitend om hun economische groei te kunnen voortzetten, hun rijkdom te beschermen. Het zal het probleem alleen maar verergeren, want de oplossing ligt natuurlijk helemaal niet in “duurzame energie” door het bouwen van nog meer windmolens, zonnecellen, elektrische auto’s, of kern- en kolencentrales.

De belangrijkste oorzaak van deze wereldomvattende problemen is de naoorlogse manier van stedenbouw door de Rijken, waardoor zonder auto (olie) hun leven niet meer mogelijk is, en we dagelijks geconfronteerd worden met ongelooflijk veel woon-werkverkeer. Omdat de Rijken na de oorlog hun nieuwe steden volledig olie-afhankelijk hebben gebouwd, is mens en milieu overal op de wereld in grote problemen gekomen. Als wij zo met deze landbouwgrond-verslindende vorm van stedenbouw doorgaan, waarbij landen als China, India, Brazilië, e.d. ons voorbeeld nog eens dreigen te gaan volgen, dan is het leed in de toekomst voor mens en milieu niet te overzien.

Met een simpele rekensom is dat te onderbouwen. Heel globaal leven er momenteel 6.5 miljard mensen op onze planeet, waarvan de helft in stedelijk gebied. De hoeveelheid landbouw – en weidegrond is nu zodanig, dat iedereen gemiddeld over voldoende voedsel beschikt. In werkelijkheid eet de rijke democraat zo veel, dat de arme honger lijdt, maar dat is het gevolg van de oneerlijke verdeling. In 2050 zullen er 9 miljard mensen op onze aarde leven, dus 2.5 miljard meer. Als we voor deze extra mensen traditionele steden (300 m2 grond per inwoner) bouwen, dan verliezen we daardoor 750.000 km2 vruchtbare grond, hetgeen overeenkomt met een oppervlak van Frankrijk en Duitsland samen. Over 40 jaar kunnen er dan geen 6.5 miljard, maar 5.5 miljard mensen gevoed worden. Omdat traditionele steden ongeschikt zijn om te bouwen in onherbergzame gebieden, komen we dan nog voor 3.5 miljard mensen vruchtbare grond tekort, ook al omdat we de huidige hoeveelheid natuur voor het ecologisch evenwicht moeten behouden. Dit probleem wordt nog eens aanzienlijk versterkt:

A. De landbouwopbrengsten zijn na de oorlog door het gebruik van fossiele brandstof, kunstmest en bestrijdingsmiddelen aanzienlijk vergroot, soms tot 2000x. Als de fossiele brandstof rond 2050 schaars wordt, dan nemen de landbouwopbrengsten verder af.
B. De klimaatverandering zal de landbouwopbrengsten verder aantasten vanwege de verwachte langere perioden van droogte, grotere hoeveelheden regen en de zeespiegelstijging.
C.
Als we deze economische groei via fossiele brandstoffen zouden kunnen vervangen door economische groei via “duurzame energie”, dan blijft het grote tekort aan voedsel voor iedereen (mensenrecht) precies hetzelfde. Ook de duurzame energiepolitiek verslechtert de mensenrechten.
D.
De duurzame energie politiek kan de mensenrechten situatie nog erger maken, als veel vruchtbare grond in de toekomst gebruikt gaat worden voor gewassen, die biobrandstof opleveren. Alleen door het voortaan bouwen van geothermische piramidesteden zijn bovengenoemde problemen op te lossen, want:

  1. De woonkwaliteit van piramidesteden met de vooroorlogse principes van identiteit, intimiteit en integratie ligt aanzienlijk hoger dan die van de dichtgeslibde, fraaie oude steden of onherbergzame nieuwe steden. Megapolissen en sloppenwijken zijn dan vermijdbaar.
  2. Traditionele steden eisen een oppervlak van 30 km2 per 100.000 inwoners. Als we 100.000 inwoners zouden kunnen laten wonen op 1 km2, zoals in piramidesteden, dan kunnen we het verlies ter grootte van Frankrijk en Duitsland samen, beperken tot 25.000 km2, een besparing van 725.000 km2.
  3. Als we in die piramidesteden 1 km2 reserveren voor stadslandbouw, waar 100.000 mensen van kunnen leven, dan is er helemaal geen verlies van landbouwgrond.
  4. Als we binnen alle steden het wonen, werken, winkelen en ontspannen weer op loop- of fietsafstand zouden kunnen organiseren, zoals in piramidesteden, dan verdwijnt alle woon-werkverkeer, en dus alle files, CO2 en energie-afhankelijkheid. De resterende benodigde energie om op het huidige beschavingspeil binnen de stad te kunnen leven, kunnen we halen uit volkomen onschadelijk ultradiepe geothermie en huisvuilverbranding.
  5. Als we in staat zouden zijn onherbergzame gebieden als de Sahara en de Gobi vruchtbaar en bewoonbaar te maken, dan zijn er nog miljoenen km2 landbouwgrond te winnen.

Voor meer informatie over de Piramidesteden van Aad Breed, ga naar Piramidestad.nl