Van het Verenigd-Koninkrijk tot Tsjechië verschillen de tien landen van de Europese Unie buiten de eurozone als dag en nacht van elkaar. Maar in deze tijden van crisis van de eenheidsmunt vragen ze zich allemaal af of ze de euro op een dag zullen invoeren. Een analyse van een Tsjechische journalist genaamd Tomáš Sacher via Presseurop.eu:
Hoe moeten we de wens van de Tsjechische premier Petr Nečas zien om in zijn land een referendum te houden over de invoering van de euro? Als een “zegeviering van het verstand” of als een “dolksteek in de rug” van Angela Merkel, redster van de euro? Tsjechië moet zijn plaats en rol zien te vinden in de crisis die Europa momenteel in haar greep heeft. In dit verband is het interessant om de verschillende benaderingswijzen onder de loep te nemen die in het continent opgeld doen.
Als we de zaken wat simplistisch voorstellen, kunnen we de tien landen van de EU die geen lid zijn van de eurozone in vier grote groepen verdelen. De landen die zich openlijk verzetten tegen de invoering van de eenheidsmunt (Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden); de landen die graag aan de toetredingsvoorwaarden zouden willen voldoen, maar dit nog niet kunnen (Litouwen, Letland en Bulgarije), de pro-Europezen in hart en nieren (Polen); en tot slot de “problematische” landen die vanwege de precaire situatie van hun economie en staatsbegroting die mogelijkheid niet eens in overweging kunnen nemen (Roemenië en Hongarije). Lees verder op PressEurope.


