Hoewel gemiddeld genomen de prijs van Nederlandse huizen aanzienlijk hoger ligt dan de bijbehorende hypotheek, bestaan tussen huishoudens grote verschillen. Terwijl ouderen over een aanzienlijk netto vermogen beschikken, is de vermogenspositie van veel jonge huiseigenaren is juist kwetsbaar. Zij hebben veelal een negatieve overwaarde én nog weinig gespaard.
De eigen woning is voor huishoudens de voornaamste bron van zowel vermogen als schulden. De schulden zijn recent verder gegroeid: medio 2011 besloeg de gezamenlijke hypotheekschuld 644 miljard euro. Hier staat ruim 1,1 biljoen euro aan woningwaarde tegenover. Gemiddeld genomen hebben woningbezitters daarmee een aanzienlijke overwaarde op de eigen woning: meer dan 40% van de huidige woningwaarde.
De daling van huizenprijzen in de afgelopen jaren maakt de verhouding tussen schuld en vermogen echter ongunstiger. Deze ontwikkeling raakt in beginsel alle woningbezitters op dezelfde manier: de prijs van de eigen woning daalt, waardoor de overwaarde afneemt. Verontrustend is dat tussen huishoudens grote verschillen in uitgangspositie bestaan. Vooral jongere huishoudens blijken over weinig overwaarde te beschikken, terwijl bij ouderen gemiddeld juist een aanzienlijke buffer bestaat.
Deze verschillen zijn voor een belangrijk deel te verklaren door de ontwikkeling van de huizenprijzen in de afgelopen decennia. Vanaf 1984 tot 2008 zijn de huizenprijzen onafgebroken en sterk gestegen. Nederlanders die relatief lang geleden een huis hebben gekocht, hebben daardoor een flinke overwaarde op hun huis zien ontstaan. Lees verder op Huizenmarkt-Zeepbel.nl
Men noemt dit ook wel uitzuiging. Waar moet men tegenwoordig van sparen. Bijten op een houtje na een week lange noeste arbeid. En dan op tv zien hoe JKdJ een steeds dikker hoofd krijgt. Dacht het niet ! Als je jong bent, laat de boel maar ploffen.