De Amerikaanse bankpresident Bernanke heeft vorige week 600 miljard dollar in de economie gepompt door de geldpers aan te zetten en voor dat bedrag staatsobligaties te kopen. Hij hoopt op een lage rente en een iets hogere inflatie, waardoor de economie een zetje krijgt en de hoge werkloosheid in de VS wat afneemt.

Veel economen vrezen dat het zetje kan uitpakken als een flinke duw in het ravijn. Ze noemen de actie van Bernanke ‘een levensgevaarlijk experiment’ en ‘Russisch roulette met de wereldeconomie’. Volgens de Amerikaanse econoom Feldstein leidt de actie van Bernanke tot veel hogere, en misschien zelfs onbeheersbare inflatie. Superbelegger Jim Rogers zegt dat Bernanke niets van economie begrijpt: ‘Zijn hele intellectuele carrière is gebaseerd op zijn studie van het drukken van geld, geef de man een drukpers en hij gaat drukken zo snel als hij kan.’ En fondsbeheerder Axel Merk, goed voor 600 miljoen, verwacht als reactie daarop prijsverhogingen van de Aziatische exporterende bedrijven. Gevolg: prijsinflatie, en dat is wat Bernanke juist niet wil.

Voor de huidige generaties in de westerse economieën is inflatie een spook uit het verleden. Iets dat zich in de jaren twintig en dertig in Duitsland afspeelde, misschien iets dat in de jaren zeventig een probleem was, iets dat alleen voorkomt in door krankzinnigen geleide landen, zoals Zimbabwe. Dat gaat dus veranderen. Alle seinen staan op groen voor een lange periode met hoge inflatiecijfers. Volgens macro-econoom Edin Mujagic moet het meest vernietigende deel van wat hij de Grote Crisis noemt nog komen, en komt het, in zijn woorden, ‘als langdurige pijn, die almaar heviger zal worden, in de vorm van ontwrichtende, torenhoge inflatie.’

Mujagic schreef het recent verschenen boek Het Inflatiespook. Hij bespreekt daarin allerlei mogelijke oorzaken van inflatie, waarmee we – en dat is uniek – de komende jaren allemaal tegelijkertijd te maken krijgen. Schaarste bijvoorbeeld. Grondstoffen als koper, olie, aardgas, kobalt, goud en platina zijn of worden schaars, worden duurder en zorgen vooral in de westerse wereld voor inflatie.

Agrarische producten als tarwe, maïs, cacao, koffie, thee, suiker, vlees, rijst, soja, palmolie, katoen en vis worden schaars en dus duur. Van veel van deze producten zijn de prijzen al historisch hoog, terwijl tegelijkertijd de oogstverwachtingen somber zijn en de vraag sterk toeneemt. Juist in arme landen, waar een groot deel van de inkomens aan voedsel wordt besteed, leidt dit onmiddellijk tot hogere inflatie.

Schaarste wordt niet alleen veroorzaakt door groei van de wereldbevolking, misoogsten, oorlogen, klimaatproblemen en grondstoffen die op raken. De stijgende welvaart in landen als China, India en Brazilië zorgt voor veranderende consumptiepatronen, die de vraag naar producten die nu al schaars zijn doen exploderen. Dat geeft een turbo-effect aan de inflatie.

Er zijn meer factoren die de inflatie zullen aanwakkeren. De Chinese president Hu Jintao is vorige week door het Amerikaanse tijdschrift Forbes uitgeroepen tot machtigste man van de wereld. Terecht. China zit op gigantische dollarreserves en kan daarmee in feite de economie van de VS maken of breken. De reserves zijn opgebouwd uit het reusachtige handelsoverschot tussen China en de VS. En dat is er ook tussen Europa de China.

We importeren gemeten in geld drie keer zoveel uit China als we naar dat land exporteren. Dus komt er druk op China om zijn munt, de yuan, duurder te maken. Dan wordt het in theorie voor ons minder aantrekkelijk spullen in China te kopen, en voor de Chinezen aantrekkelijk om bij ons te kopen. In de praktijk echter is het volgens Mujagic vrijwel onmogelijk om de goederen die we uit China halen elders (goedkoper) te betrekken. Ook na opwaardering van de yuan. Die zal er dus alleen voor zorgen dat hier de prijzen van kleding, textiel, elektronica, en speelgoed stijgen. Inflatie dus.

En als China de yuan niet opwaardeert, kunnen andere landen hun munt wel afwaarderen. Taiwan, Korea, Japan en Brazilië doen dat al, andere landen (Zwitserland, Singapore) overwegen het. Het grote voordeel van devaluatie is dat je alle schulden die in jouw munt zijn aangegaan, veel goedkoper kunt aflossen. Het nadeel is dat de prijzen voor alle importproducten stijgen – dus inflatie.

Als grote economieën hun munt afwaarderen, zullen andere dat ook moeten doen en dreigt er een domino-effect dat we valuta-oorlog noemen. Over wat de gevolgen daarvan precies zijn, verschillen de economen van mening, maar dat we die gevolgen kunnen samenvatten onder de term ‘desastreus’, vinden zij unaniem.

Na dertig jaar relatief lage inflatie lijkt alles erop te wijzen dat we de komende tien jaar te maken krijgen met hoge inflatie. Dat wil zeggen dat ons spaargeld minder waard wordt. Dat onze pensioenen worden uitgehold. Dat de prijzen harder en in ieder geval eerder stijgen dan de lonen. Dat de koopkracht daalt. De welvaart daalt. De economie crasht.

En politici kunnen daar niets tegen doen. Ze willen de economie stimuleren door er extra geld in te pompen. Gevolg: inflatie. Omdat de financiële crisis is bestreden met enorme geldinjecties door de overheden, zijn de staatsschulden met ettelijke duizenden miljarden gestegen. Een probaat middel om die ooit te kunnen afbetalen is opnieuw inflatie. Een schuld van vierhonderd miljard euro die over acht jaar nog maar de helft waard is, lost een stuk gemakkelijker af.

In zijn boek trekt Mujagic onverdroten de conclusie ‘dat we een nieuwe, onaangename periode ingaan. Aangezien de overheid in die nieuwe wereld niet meer uw bondgenoot zal zijn, omdat uw belangen en die van de overheid uiteenlopen, is het zaak als nooit tevoren zelf op zoek te gaan naar informatie om de juiste beslissing te nemen.’

Door: Ben Rogmans Via: De Pers