De spellenindustrie heeft de laatste jaren het hoofd boven water kunnen houden, ondanks de wereldwijde economische crisis. Het lijkt alsof de videospellen industrie recessieproof is gezien de laatste cijfers een sterke groei binnen de sector aantonen. Ook al is de koopkracht achteruit gegaan tijdens deze economische crisis, het ontmoedigt mensen niet om geld uit te geven aan vermaak. Misschien is het een vorm van afleiding. Het soort recreatie wat men thuis kan doen en waarvoor men veel waar voor het geld krijgt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een avondje naar de bioscoop. In de jaren dertig waren musicals een populaire afleiding tijdens de Grote Depressie. In 2013 zijn het computerspellen.
In de Verenigde Staten waren in 1996 videospellen goed voor $2,6 miljard van de totale verkoopomzet met 74,1 miljoen verkochte spellen. Het afgelopen jaar waren die cijfers een stuk hoger, met $20,77 miljard opbrengst en 188 miljoen verkochte spellen. Dit bedrag rekent niet alleen spelconsoles en de bijbehorende spellen mee, maar ook een groot gedeelte dat werd uitgegeven aan spellen voor mobiele telefoons en tijdens het spelen. De groei in de videospellen industrie is groter dan die in andere sectoren. Deze sector helpt niet alleen de economie door belastingen, maar creëert ook banen.
Videospellen zijn een populaire bron van vermaak wegens hun interactiviteit. Terwijl een film of een boek soms minder innemend zijn, heb je bij een computerspel vaak ook bedrevenheid nodig en vergt meer betrokkenheid dan andere vormen van media. Ook is er een groei te zien in mensen die online spelen bij online casino’s zoals http://nl.spinpalace.com.
De industrie blijft nieuwe spelers trekken door nieuwe spelconsoles en spellen op de markt te brengen, zoals de immens populaire spellen Call of Duty, Grand Theft Auto en Guitar Hero. Dit betekent niet dat de grootste spelers in de industrie er geen last van hadden toen de markt ineenzakte in 2008. EA, ’s werelds grootste videospellen uitgever, zag zijn aandelen 60,1% afnemen en ging van $48,97 naar $19,30. Zo ook zagen Activision Blizzard, THQ, GameStop Take Two en Nintendo allemaal hun aandelenkoers vallen in 2008 met een gemiddelde van 52,53%. De spelindustrie maakt een grote verandering door. Grote uitgevers spelen op veilig en zijn afhankelijk van één of twee titels die goed presteren, waardoor onafhankelijke spellenbedrijven ook een kans krijgen als ze in staat zijn een goedverkopende titel te produceren.


