Premier Rutte dringt er op aan de Nederlandse economie te verduurzamen, naar een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Het advies luidt geleerd “dat Nederland de focus moet verschuiven van macro-economische kwesties zoals staatsschuld en inflatie, naar het terugverdienmodel”. Kort : we moeten ecologische uitdagingen zoals grondstoffenschaarste en biodiversiteitverlies aanpakken. Economie en ecologie dus dichter bij mekaar brengen.
De toekomst is groen
De CO2 doelstelling in 2050 halen; niet alleen moeten er “groene banen” gecreëerd worden maar ook vaardigheden aangeleerd. In het advies wordt veel belang gehecht aan wat bedrijfsgoeroe Michael Porter van de Harvard Businessschool voorstaat maar ook een recent onderzoek van Deloitte. Innovatie bevordert de productiviteit en concurrentievoordelen, zeggen zij. En nog meer optimistische en stimulerende geluiden uit het rapport : “Volgens de WRR is het mogelijk om met nieuwe en groene stappen op de economische agenda een nieuwe weg in te slaan waarbij de economische én ecologische problemen van de toekomst onderuit worden gehaald”. Wie de toekomst wil trotseren en zelfs overwinnen zal groen moeten denken en doen.
Waarschuwing
Wij moedigen aan…maar waarschuwen tegelijkertijd en wel op dit belangrijke punt : de biobrandstoffen. Meer en meer experimenten maar ook al uitvindingen-in-werking betreffen wat je in de tank van een auto of autobus kan stoppen : maïs, tarwe, suikerriet, plantaardige oliën en zo meer. Prima, het vermindert de afhankelijkheid van aardolie (die duur en eindig is), het is “groen”, het is vernieuwing. Maar waar komen deze grondstoffen vandaan? Uit het arme zuiden van de wereld. “Vooral in het Zuiden zijn de gevolgen vaak nefast. Net zoals heel wat landen in het Zuiden leverancier zijn van goedkoop veevoeder voor ons vee, krijgen we eenzelfde mechanisme op vlak van biobrandstof. Europa beschikt niet over voldoende grond om planten te telen waar biobrandstof kan van gemaakt worden. Doordat de Europese richtlijn die ons verplicht om tegen 2020 10 % van de brandstof voor transport uit hernieuwbare energie te halen, is er een enorme vraag naar biobrandstof, en gaan Europese leveranciers in het Zuiden op zoek naar producenten. De gevolgen zijn nu reeds duidelijk merkbaar. Heel veel land dat voor voedselproductie werd gebruikt, krijgt nu als bestemming de productie van biobrandstof. De voedselprijzen op de lokale markten stijgen, voedseltekorten dreigen, enz… Historische gebruikers van gronden verliezen hun land aan grote bedrijven en hebben niet langer zeggenschap over de bestemming van hun gronden. Vandaar dat we spreken over landroof of landgrabbing”.
Het groene goud
Noem het ’t groene goud, maar dat goud heeft wel een prijs.. Gelukkig en toch : de tweede en zelfs derde generatie is al daar. “Biobrandstoffen van de ‘tweede generatie’ worden niet onmiddellijk uit voedsel gewonnen, maar uit oneetbare gewassen, plantenresten of oogstresten (stengels, wortels, grasvezels, groenten-, fruit- en tuinafval…). Biobrandstoffen van de ‘derde generatie’ worden gewonnen uit algen. Ze hebben het voordeel dat ze niet concurreren met voedselproductie of afhankelijk zijn van landbouwgrond. De productie van beiden zit momenteel echter nog in een experimentele fase en wordt nog niet op grote schaal toegepast. Toch vinden we het bij sp.a belangrijk om nu reeds in de klim naar 10 % biobrandstof voor het transport, een stijgend percentage in te bouwen voor biobrandstoffen van de tweede of derde generatie. Ook de Europese Commissie heeft een voorstel gelanceerd om biobrandstoffen die zijn afgeleid van voedsel, te beperken tot maximaal 5 % van de brandstoffen die een land omzet.”