Gideon Rachman, PressEurop.eu, vertaald door Menno Grootveld | De Europese leiders weten vast en zeker dat ze een groot risico lopen met Cyprus. Het gevaar ligt voor de hand. Nu iedereen met geld op een Cypriotische bank gedwongen wordt om mee te betalen aan de oplossing van de crisis zouden nerveuze depositohouders elders in Europa het idee kunnen hebben dat er een gevaarlijk precedent is geschapen. [Op het moment dat dit artikel werd geschreven, stelde de regering van Cyprus voor om alle spaarders te belasten.] Om zelfs niet het kleinste risico te lopen op een ongewenste financiële ‘haircut’ in de toekomst, zouden de klanten van Griekse, Spaanse, Portugese of Italiaanse banken ervoor kunnen kiezen hun geld nu van de bank te halen. Als dat gebeurt, zal de eurocrisis weer in alle hevigheid losbarsten.

De mensen achter het plan voor Cyprus hopen dat de risico’s op deze ‘besmetting’ klein zijn. Zij houden het erop dat de Spaanse banken aan de beterende hand zijn, en dat ook Griekenland niet meer aan de rand van de afgrond staat. Er is voor de depositohouders geen reden om lessen te trekken uit het specifieke geval van Cyprus, wier banken overlopen van het Russische geld.
Politici hebben er wel vaker naast gezeten
Misschien. En toch hebben de leiders van de Europese Unie er in het verleden wel vaker naast gezeten. Op een top in het Franse Deauville in september 2010 maakten ze bekend dat de bezitters van staatsobligaties van landen die te hulp geschoten moesten worden een deel van hun geld zouden verliezen. Het gevolg was een forse verscherping van de eurocrisis, omdat beleggers veel hogere rentes gingen eisen van landen die riskant werden geacht, zoals Italië of Spanje.
Waarom hebben de Europese leiders dan – na alle moeizame pogingen om de euro weer op de rails te krijgen – zo’n grote gok genomen met Cyprus? Het antwoord is dat zij ook geen krediet meer hebben – in dit geval politiek krediet. Dit gebrek aan krediet neemt in Noord- en Zuid-Europa verschillende vormen aan. De leiders van landen als Duitsland, Nederland en Finland hadden het gevoel dat hun kiezers en parlementen niet wéér zouden willen instemmen met een nieuwe steunoperatie – tenzij die gepaard zou gaan met stevige boetes.
Zelfs voor de gewone man is geen sympathie
Cyprus is een klein land. Het bedrag dat nodig is om het land steun te bieden is relatief ‘klein’ – ‘slechts’ 17 miljard euro. Het probleem is dat Cyprus ook een bijzonder goed voorbeeld is van het fundamentele tekort aan vertrouwen tussen Noord- en Zuid-Europeanen. Sinds het begin van de crisis hebben de Duitse media vol gestaan met verhalen over de corruptie in het Zuiden. Duitse kiezers zijn aangemoedigd om te geloven dat hun hard verdiende geld gebruikt wordt voor het steunen van fundamenteel verrotte landen. Lees verder op PressEurop.eu


