Als gevolg van de economische crisis is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen in 2009 voor het eerst sinds 2005 weer toegenomen. De werkloosheid nam de afgelopen jaren, met name onder niet-westerse allochtonen, juist sterk af. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
In 2009 was 11% van de niet-westerse allochtonen werkloos. Daarmee zijn zij bijna drie keer zo vaak werkloos als autochtonen. Onder autochtonen was de werkloosheid 4,0%. Ten opzichte van een jaar eerder nam de werkloosheid in beide groepen toe. In 2008 was 9,0% van de niet-westerse allochtonen werkloos. Onder de autochtonen was dit 3,2%. Ook toen waren niet-westerse allochtonen dus drie maal zo vaak werkloos als autochtonen.
Onder niet-westers allochtone mannen kwam de werkloosheid in 2009 uit op 11,3%, een jaar eerder was dit 8,2%. Onder niet-westerse vrouwen bedroegen deze percentages respectievelijk 10,7% en 10,2%. De werkloosheid onder niet-westers allochtone mannen en vrouwen is daarmee in 2009 op gelijk niveau gekomen. De afgelopen jaren was de werkloosheid onder niet-westerse vrouwen meestal hoger.
Vooral de jongeren onder de niet-westerse allochtonen zijn getroffen door de oplopende werkloosheid. In 2009 was 20,5% werkloos, een jaar eerder was dit nog 16,8%. Ook in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar nam de werkloosheid bij de niet-westerse allochtonen flink toe en kwam uit op 9,5%t. Onder de autochtone bevolking steeg in 2009 vooral de werkloosheid onder jongeren en bereikte een niveau van 9,6%. In de andere leeftijdsgroepen nam de werkloosheid slechts licht toe.
Van de vier grootste groepen niet-westerse allochtonen vormen Marokkanen door de jaren heen de groep met de hoogste werkloosheid. In 2009 was dit 12,3%. Surinamers kennen over het algemeen de laagste werkloosheid, 10,1%. De werkloosheid nam in 2009 onder al deze niet-westerse groepen toe.