In december 2017 stonden 17 landen op de allereerste Europese zwarte lijst ooit met belastingparadijzen. In de zomer van 2018 is die reeds geslonken tot 7 landen. Belastingparadijzen kregen die benaming omdat ze multinationals en superrijken helpen de fiscus te ontwijken. Volgens de Europese Socialisten hadden ook Nederland, Luxemburg, Groot-Brittannië, Cyprus en de Verenigde Staten op die lijst moeten staan. Onder druk van lobbyisten is het, aldus de kritiek, een ‘slappe lijst’ geworden. ‘Het is triest dat de lidstaten zo weinig moed en verantwoordelijkheid hebben getoond.‘ Omdat belastingen een nationale kwestie zijn, blijft elk land verantwoordelijk voor wat het met die lijst aanvangt.
Met dank aan onderzoeksjournalisten
Zou ieder bedrijf en individu zijn fair share betalen, uit zichzelf of gedwongen, dan zouden de staten de burgers belastingtechnisch wat meer kunnen ontlasten. Dan zouden ze elk hun balans op orde kunnen brengen (mits strengere zelfdiscipline qua uitgaven natuurlijk). Momenteel prijken nog slechts op genoemde lijst: de Amerikaanse Maagdeneilanden, Guam, Namibië, Palau, Samoa, Amerikaans Samoa en Trinidad & Tobago. Daar buiten bestaat ook nog een grijze lijst. Die landen krijgen twee jaar tijd om hun regelgeving aan te passen, te verstrengen; hun leven te beteren. Sowieso werden deze lijsten pas opgesteld, na een jaar onderhandelen, doordat knappe en dappere onderzoeksjournalisten publiceerden ‘(Panama papers, Paradise papers, Lux-leaks) over grootschalige belastingontwijking door internationale bedrijven, vermogende voetballers, politici en ondernemers’.
160 tot 190 miljard verlies
De vorige voorzitter van de Europese Raad wijdde het snel slinken van de zwarte lijst aan ‘de doeltreffendheid van de hele oefening’ en ‘het succes van het proces’. Je zou het ook een farce kunnen noemen, een doekje voor het bloeden en een afgedwongen reactie. Er staan trouwens géén Europese landen op de lijsten, kwestie van niét de hand in eigen boezem steken? Van: ons eigen huis is immers beslist op orde? Want kijken we bijvoorbeeld naar wat een van onze buurlanden ervan bakt. Augustus 2018: ‘Belgische bedrijven stuurden 129 miljard naar fiscale paradijzen in 2016‘. Het ging daarbij dan nog uitsluitend om vrijwillige aangiften, waarbij belastingontwijking uitdrukkelijk niét strafbaar is. Voor heel Europa wordt het inkomstenverlies als gevolg van het ontwijken van alleen al vennootschapsbelasting geschat op een jaarlijkse 160 à 190 miljard euro…
Het verhaal rondom belastingparadijzen zal altijd een duister verhaal blijven. Hoe die zogenaamde zwarte lijst tot stand is gekomen laat zich wel raden. De multinationals zullen altijd andere wegen vinden om m.b.v. ‘legale’ belastingconstructies zo weinig mogelijk af te dragen. Dat is gewoon de kracht van het grootkapitaal en daarover beschikken de multinationals meer dan ooit. Lobbyisten zijn gevoelig voor het grote geld en zullen trachten om met hulp van dure en slimme fiscalisten de mazen in de wet te vinden. Zelfs het beïnvloeden van wetsvoorstellen ligt binnen hun mogelijkheden. De kapitaalkrachtigen hebben nu eenmaal meer invloed in Den Haag, of beter gezegd Brussel, dan wij onnozele burgers. Wij zijn gewoon de pineut doordat onze (loon)belasting simpelweg keurig wordt ingehouden en afgedragen door de inhoudingsplichtigen. Dat zijn de werkgevers, uitkeringsinstanties en pensioenfondsen. Multinationals en andere grote ondernemingen dragen hun belasting op totaal andere wijze af en genieten daarbij sowieso al de voordelen van extra kortingen en vrijstellingen. Zo is onze belastingwetgeving door jarenlange beïnvloeding van de machtige lobby nu eenmaal gevormd. Voor de bühne lijkt het alsof er nu iets aan gedaan wordt maar het tegendeel is waar.