Het lijkt een sprookje wat uitkomt. Ooit droomde ik dat vanuit mijn fantasiewereld het geld gratis zou zijn. Dat je het zomaar uit de muur kon trekken en met een paar muisklikken je saldo weer kon aanvullen. Het geld wat je niet bezat kon je lenen. Toen ik vroeger in het internetloze tijdperk wel eens stiekem de kranten doornam op zoek naar de goedkoopste geldaanbieder deed je dat vooral in het geniep. Het was een soort van valse schaamte als je op zoek was naar een lening. Bij mijn opvoeding kreeg ik mee dat geld lenen iets was wat je niet moest doen. Dat was voor de domoren, je kon er heel makkelijk mee in de problemen komen. Mij werd geleerd dat je behalve de oorspronkelijke hoofdsom, ook daar bovenop een flink bedrag aan rente moest betalen.
Vroeger was alles anders
Je besteedbare inkomen ging daardoor flink onderuit. Als je jong was en een inkomen genoot wat jaarlijks met periodieken omhoog ging had je mazzel. Je hoefde je uitgavenpatroon dan niet teveel aan te passen. Overigens werd je voor gek versleten als je in de jaren tachtig geld leende voor de aankoop van je tweedehands automobiel. De rentetarieven voor een persoonlijke lening lagen toen om en nabij de 25 procent. Onvoorstelbaar als je daar nu, vanuit sprookjesland, op terug kijkt. De inflatie in die jaren was wel een stuk hoger dan nu. Maar de banken kenden gouden tijden met hun verdienmodel. De rentemarge was in die tijd een stuk hoger dan nu. Hoe anders is dat anno 2019?
Sprookjesland
We leven nu in sprookjesland. Centrale banken spelen de goede fee en vanuit hun sprookjeskastelen verlagen ze al jaren achtereen de rentetarieven om ons te betoveren. Geld lenen moest goedkoop worden want door geld uit te geven kan de carrousel blijven draaien. De hele kermis draait op het geleende geld van de consumenten die met hun eigen verdiensten onvoldoende uitgeven om de kermis voor sluiting te behoeden. Inkomens blijven namelijk achter. Loonontwikkeling gaat gelijk op met inflatie i.p.v. er boven en de pensioenen blijven al helemaal achter. Gelukkig hebben we de centrale banken nog die met hun epische volkskunsten het sprookjesverhaal van de 21ste eeuw nog wat op kunnen blazen. Als dromerige kabouters spelen we met ons allen het sprookje fantastisch mee. Op de ontelbaren feesten en evenementen zijn we massaal uitgedost als roodkapje, als zeven onnozele dwergen, als assepoester enzovoort.
Fantasie en droomland
Hoeveel sneeuwwitjes en Hans en Grietjes zien we op de diverse volksfeesten niet voorbij komen. We spelen met ons allen wel een of andere figurantenrol in het verhaal van dit hedendaagse monetaire sprookje. In een sprookje is alles gebaseerd op fantasie en zal niemand pogen om de fantasie op harde wijze te doorbreken met een ontnuchterend verhaal dat we worden meegesleept in het droombeeld van financiële beleidsmakers die ons allen drogeren met sprookjesachtige uitspraken en beleidsmaatregelen. Presidenten van centrale banken spelen de rol van Repelsteeltje en draaien aan het spinnewiel om goud te spinnen uit stro. Zo ongeveer is mijn denkbeeld over het hedendaagse sprookje van gratis geld voor de massa. De oude Romeinen begrepen het al: geef het gepeupel brood en spelen om ze rustig te houden.
Denken dat het normaal is
Ik denk dat mijn sprookjesachtige beeldspraak niet ver van de werkelijkheid af zit. In deze tijd van de bijna volmaakte verzorgingsstaat leven we ongeveer in een fantasiewereld. Westerse welvaartstaten waarin een hele generatie alleen maar oorlogen uit het verleden herdenkt. Levend in een monetaire droom waarin geld lenen alleen maar goedkoper wordt. Hoe lang kan zoiets duren? Deze vraag hoor ik wel meer om mij heen bij de oudere generatie. Niet bij de jongeren die denken dat het allemaal normaal is dat geld geen drol meer kost. En denken dat het normaal is dat een huis daardoor onbetaalbaar is geworden, juist voor de jongeren. En denken dat het normaal is om niet meer te sparen, want belonen daarvoor kennen we niet meer. En denken dat het normaal is om nu het spaargeld maar te vergokken op de beurs waar de koersen tot recordniveaus zijn gestegen.
Geld toe
En denken dat het normaal is dat overheden geld lenen op de kapitaalmarkt en daar zelfs geld op toe krijgen. En denken dat het normaal is dat de samenleving vergrijst en de jongeren alsmaar meer premies moeten inleggen voor hun oudedagsvoorzieningen. En denken dat het normaal is dat slechte leningen op de balansen van banken gewoon worden opgekocht door centrale banken. Wat ik mij afvraag is of ik zelf nog normaal kan denken in dit tijdperk van financiële repressie. Een tijdvak in onze monetaire geschiedenis waarin centrale banken met hun rentebeleid zich verlagen tot de plunderaars van het volk. Via onze achterdeur wordt ons kapitaal gejat door spaartegoeden en pensioenreserves aan te tasten en via hun voordeur kunnen we doodleuk bij de bank terecht om het gejatte geld te lenen tegen een kleine rente.
Toen kwam er een grote olifant
Nou ja, de winstmarges voor de bank worden natuurlijk alsmaar kleiner door de aanhoudende daling van rentetarieven. Doordat het verdienmodel kleiner wordt smelten de koerswaardes van grote systeembanken als sneeuw voor de zon. Dit zou toch moeten duiden op de laatste bladzijde uit het sprookjesboek. Als straks banken gaan piepen en kraken en centrale bankiers vreemde capriolen gaan uithalen die niet meer passen in het sprookjesboek, dan is het over en uit. Het is niet moeilijk om dit sprookjesverhaal te beëindigen met de woorden: “en toen kwam er een grote olifant met een hele lange snuit en die blies zo het hele verhaaltje uit…” GW
Toch een beetje ongenuanceerd sprookje hoor. Ik ben een twintiger en ja een spaarrekening is er alleen om kosten eenvoudig mee te betalen. Maar ik geloof niet dat we zo naïef zijn als hier geschetst word. Zelf ga ik mij nu op laten scholen en m’n bachelor halen. Ik hoop dat wanneer ik m’n bachelor gehaald heb, de bezem flink door het monetaire systeem is geweest en er weer voldoende werk en mogelijkheden zijn voor iedereen. (Sorry ouderen met een hard bij elkaar gespaard pensioen)