Op 7 juni 2019 verlaat Theresa May Downing Street 10. Van oudsher de ambtswoning van elke Britse premier. Ze zal dan net geen drie jaar aan het hoofd hebben gestaan van de regering van het VK. Het zat er aan te komen want ze verloor meer en meer politieke steun. Ook binnen haar eigen partij, de Conservatieven. Haar opeenvolgende Brexit voorstellen liepen telkens op niets uit. De eerste vragen die nu opdoemen zijn dan: wie gaat haar plaats innemen? En ook: heeft dit effect op de plannen voor een Brexit?
“Ik heb het echt geprobeerd”, zegt ze nog, geëmotioneerd. May zal aanblijven tot ten laatste 7 juni 2019. Tegen dan moet er dus een nieuwe eerste minister gekozen worden. Ze drukt nog de hoop uit dat haar opvolger wel zal slagen waarin zij faalde: de Brexit tot een goed einde te brengen. De burgemeester van Londen meent dat haar job onmogelijk gemaakt werd door ‘Conservative extremists’. Hij roept op om een nieuw referendum te houden over het al dan niet binnen de EU te blijven. Het is diezelfde oplossing die Biflatie hier eerder voorspelde en voorstelde. We shall see…
Moedige tante met een mission impossible. Hypocrisie en
belangentegenstellingen in haar eigen partij zijn verantwoordelijk voor de
Brexit chaos die haar voorganger en partijgenoot Cameron 2015 in gang zette.
May had niet haar eigen mandaat, maar dat van de regeringscoalitie moeten inleveren, in ruil voor nieuwe parlementsverkiezingen.
Maar ja, dan zouden de conservatieven van het pluche moeten.
Niet in de laatste plaats omdat Nigel Farage met zijn nieuwe Brexit Party weer
een stunt heeft bedacht en -volgens de peilingen- de meeste stemmen trekt.
Duidelijker dan in het UK kan niet worden aangetoond dat de arrogantie van de politieke macht, aan het touwtje van de financiële bolhoedjes, volkomen haaks staat op de (overwegende) wil van het volk.
Goede inschatting. Met de winst van Farage en een virtuele
halvering van de heersende macht bij de EU verkiezingen heeft GB de ‘Brexit’ bevestigd
Nu kunnen ze in Westminster wel ‘gewoon’ blijven zitten, maar ook het geduld van de doorgaans flegmatieke Brit is waarschijnlijk niet van elastiek.
Ook de regering Macron in Frankrijk zit in een overeenkomstig schuitje, waarmee alle grote landen van de EU – exclusief Duitsland, waar de regeringscoalitie ook flink heeft moeten inleveren – op een versterkte eurosceptsche koers borduren.