In het Keynesiaanse model is prijsinflatie vooral het gevolg van de veranderingen in vraag en aanbod. Monetair gezien wordt de inflatie gereguleerd door middel van de hoeveelheid geld dat in omloop is. Bij inflatie denken veel mensen aan stijgende prijzen. Dat is natuurlijk zo als het over prijsinflatie gaat, maar in feite is inflatie geldontwaarding. De prijzen van producten stijgen, omdat de geldhoeveelheid stijgt, c.q., omdat het geld dus minder waard wordt.

De afgelopen twee jaar hebben we te maken gehad met biflatie. U weet wel, wat de naam van deze website pretendeert; een situatie waar de prijs van voedsel en andere grondstofgerelateerde producten stijgt, maar tegelijkertijd de prijzen van huizen (en andere schuld gerelateerde goederen) dalen. Enfin, op de dag dat Trichet van de ECB de Europese rente op 1,5% laat staan, komt het CBS met nieuwe cijfers over het inflatiepercentage in Nederland.

De inflatie steeg in september 2011 naar 2,7%. De stijging van de inflatie komt voornamelijk voor rekening van voedsel, dranken en energie. En dat terwijl de Nederlandse huizenprijzen sinds de kredietcrisis al bijna 10% zijn gedaald. We zitten nog steeds midden in biflatie. We hebben namelijk te maken met een deflaterende huizenmarkt. De gemiddelde prijs van stenen is sinds de kredietcrisis met bijna 10% gedaald (lees hier meer over de steeds groter wordende problemen van de Nederlandse huizenmarkt).

Maar terugkomende op de statistieken van het CBS. Ik duik even in de data. De inflatie in Nederland  is vooral toegenomen door de prijsontwikkeling van kleding, voedingsmiddelen en dranken. Grondstofgerelateerd dus. De prijs van katoen is sinds 2009 meer dan verdubbeld en dat heeft natuurlijk een doorwerkend effect. In september was kleding 3,2% duurder dan een jaar eerder.

Ook een andere grondstof deed de inflatie stijgen. De olieprijs is inmiddels, door de angst op de financiële markten teruggezakt naar $80, maar in het begin van het jaar, tijdens de interventie in Libië steeg de prijs van een vaatje ruwe olie tot $125,-. En hoe kan het ook anders, de prijs van autobrandstoffen had ook een verhogend effect op de inflatie. De prijs steeg zelf ten opzichte van vorig jaar 12,1%. Een liter Euro95 kostte aan de Nederlandse pomp gemiddeld 1,67 euro. De prijs van gas steeg in september op jaarbasis met 8,1%.

U bent dus steeds meer geld kwijt aan de dingen die u het meest gebruikt: energie en voornamelijk voedsel. Vlees en vis werden gemiddeld respectievelijk 2,9% en 2,8% duurder, olie en boterproducten stegen 5,8% in prijs en fruit werd ook bijna 3% duurder. Opvallend is wel dat er voor groente in september 5,8% minder werd betaald in vergelijking met een jaar eerder. En dan nu de klap op de vuurpijl; de warme dranken. De prijs van koffie, thee en cacao is namelijk in september 2011 met 20,4% op jaarbasis gestegen. In 12 maanden tijd zijn warme dranken dus gemiddeld een vijfde duurder geworden.

De prijsontwikkeling van telefoon- en internetdiensten drukte de inflatie enigszins, omdat een forse stijging in september 2010 nu is uitgewerkt. Volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) steeg de inflatie in Nederland zelfs nog iets harder. Volgens deze alternatieve meetmethode bedraagt de inflatie in Nederland inmiddels 3,0%. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in augustus. In de eurozone is de inflatie momenteel ook zo rond de 3,0%. Dit terwijl de ECB momenteel een rentetarief van 1,5% handhaaft en er de mogelijkheid bestaat dat de rente in 2011 nog naar beneden wordt bijgesteld door de aanhoudende schuldenproblemen in Europa.

De rente blijft vooralsnog 1,5%, aldus de ECB donderdagmiddag. Aan de ene kant zou de rente omhoog moeten, om het koopkrachtverlies van de consumenten te compenseren, maar aan de andere kant moet de rente laag blijven om de economie te blijven stimuleren, aangezien er niet echt sprake is van een duurzaam herstel. Wat wordt volgens jullie de toekomstige monetaire-beleidsstrategie?