In het derde kwartaal van 2009 hadden huishoudens 3,0 miljard euro minder te besteden dan een jaar eerder. Gecorrigeerd voor inflatie komt dit neer op een daling van 3,3%. Het financieel vermogen van huishoudens is in het tweede en derde kwartaal van 2009 wel toegenomen, vooral door positieve koersontwikkelingen op de financiële markten.
De krimp van het beschikbaar inkomen is vooral toe te schrijven aan een daling van de inkomsten uit dividend en van de inkomsten van zelfstandigen. De dividendopbrengsten liepen terug met 0,9 miljard euro, de inkomsten van zelfstandigen met 0,7 miljard euro. Daarnaast liepen de pensioenpremies met 0,5 miljard euro op. De totale beloning van werknemers, de belangrijkste inkomensborn van huishoudens, bleef vrijwel gelijk.
De gelijkblijvende beloning van werknemers is de resultante van enkele tegengestelde effecten. De totale beloning van werknemers werd sterk gedrukt doordat veel werknemers, vooral flexwerkers, in 2009 hun baan verloren. Het totale verlies aan banen van werknemers bedroeg 140.000 ten opzichte van een jaar eerder. De zittende werknemers, die vaak in vaste dienst zijn, hadden nog een cao-loonstijging van gemiddeld 2,3%. Deze loonstijging komt voort uit akkoorden die afgesloten zijn vóór het uitbreken van de financiële crisis. De feitelijke loonstijging van zittende werknemers was echter wel wat lager doordat de variabele beloningen fors afnamen. De beloning per arbeidsjaar was 1,8% hoger dan een jaar eerder.
Het financieel vermogen van huishoudens neemt sinds het tweede kwartaal van 2009 weer toe. In het derde kwartaal bedroeg de stijging ten opzichte van een kwartaal eerder 65 miljard euro, oftewel 9,0%. In 2008 was het financieel vermogen met bijna een kwart gedaald. Na stijgingen in het tweede en het derde kwartaal van 2009 is het vermogen van huishoudens met 836 miljard euro weer terug op het niveau van 2004. Het vermogen lag voor het eerst sinds anderhalf jaar ook weer hoger dan een jaar eerder. De ontwikkeling van het financieel vermogen hangt samen met ontwikkelingen op de aandelenmarkt. In het derde kwartaal van 2009 nam door de stijgende koersen de waarde van aandelen en obligaties van huishoudens met 8,8% toe. De levensverzekerings- en pensioenreserves, indirect eigendom van huishoudens, liepen met 5,8% eveneens op.