De stemming onder ondernemers in de industrie is in januari licht verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op 2,7 tegen 2,5 in december 2010. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, het oordeel over de voorraden gereed product en de verwachte productie in de komende drie maanden. Zowel het oordeel over de orderpositie als dat over de voorraden gereed product verbeterde iets. Over de productie in de komende drie maanden waren de ondernemers daarentegen iets pessimistischer dan in december.
Hoewel het vertrouwen van de Nederlandse producenten stijgt, daalt het vertrouwen van de Nederlandse consument. Uit een onderzoek van Nielsen Company blijkt dat de mensen voorlopig hun hand op de knip houden. Consumenten maken zich zorgen over hun baan en de stijgende inflatie. Hierdoor zullen de bestedingen wellicht afnemen. In Amerika verwacht 45% van de consumenten dat de economie zwak blijft. Het werkloosheidspercentage in de VS schommelt al 20 maanden tussen de 9% en de 10%. In Europa is 38% van de consumenten negatief over de economische toekomst. In Azië is 20% van de consumenten pessimistisch, zo blijkt uit de cijfers van Nielsen.
In november bleek de consumptiegroei in Nederland overigens nog de hoogste in de afgelopen drie jaar. Op jaarbasis werd toen 2,6% meer uitgegeven. Daarbij moet wel worden vermeldt dat 1 procentpunt kan worden toegeschreven aan het hogere gasgebruik door het relatief koude weer.
De ondernemers in de industrie zagen de waarde van de orderontvangst in de afgelopen drie maanden toenemen en verwachtten dat de verkoopprijzen in de komende drie maanden zullen stijgen. Met 102,7 was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) ongeveer even hoog als voorgaande maand. Over de toekomstige personeelssterkte dachten de ondernemers vrijwel hetzelfde als in december. Het aantal ondernemers dat een toename van hun personeelsomvang verwachtte was ongeveer even groot als het aantal dat een afname voorzag.
Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie in januari zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt iets verbeterd. Onvoldoende vraag werd door 22 procent van de ondernemers genoemd als een productiebelemmering. Dit percentage is iets lager dan in oktober, maar historisch bezien nog steeds zeer hoog.
De bezettingsgraad daalde van 80,6 procent in oktober naar 79,9 procent in januari. Daarmee bleef de bezettingsgraad zeer laag. Het aantal ondernemers dat hun productiecapaciteit te groot vond was in januari iets groter dan het aantal dat hun productiecapaciteit als te klein beoordeelde. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.