dit of dat

Stel dat vanavond opeens regen en storm de kop opsteken en het KNMI waarschuwt voor harde rukwinden en onweer. Waarschijnlijk niet iets waar u zich zorgen om maakt. Na drie dagen is er nog geen verandering op komst. Er waait meer en meer kapot, in beken en rivieren begint het waterpeil te stijgen.

Na een week beginnen ze zich bij het KNMI flink op hun hoofd te krabben. Dit hebben ze niet eerder meegemaakt en er lijkt nog geen verbetering in zicht. Inmiddels  zijn er diverse beken en rivieren buiten hun oevers getreden, duizenden bomen omgewaaid, al heel wat ruiten gesneuveld. Het verkeer staat in lange files. De onrust neemt toe en er vinden toenemend discussies plaats tussen bestuurders, deskundigen en het gewone volk. Men is het er over eens dat er sprake is van een uitzonderlijke situatie. De meningen over de oorzaak en de duur van het probleem, zijn echter verdeeld. Een hele grote groep roept dat het een tijdelijk fenomeen is, een crisis, anderen, nog ver in de minderheid, spreken van de voorbodes van een grootschalige wereldwijde klimaatverandering.

Door schulden geregeerd

De meeste of misschien wel alle westerse staten hebben inmiddels zulke hoge schulden opgebouwd dat we, feitelijk gezien, worden geregeerd door de kredietverleners en schuldeisers. Burgers hebben niets meer te vertellen. Regeringen heffen in onmacht hun handen ten hemel en roepen steeds weer: “We kunnen niet anders dan de lasten verhogen, bezuinigen en hopen dat het goed komt”. De financiële-, krediet- en economisch crises duren nu al meer dan vijf jaar. Volgens Kanzler Angela Merkel zullen daar nog zeker vijf jaren bijkomen. Als echter één ding zeker is dan is het wel dat politici, bestuurders , zogenaamde economische deskundigen, organisaties als het IMF, de ECB, de FED en anderen geen enkel idee hebben welke maatregelen met zekerheid tot verbeteringen zullen leiden.

Loslaten goudstandaard

Begin zeventiger jaren van de vorige eeuw is de koppeling tussen de beschikbare hoeveelheid geld en de goudreserves van een land losgelaten. Sinds die tijd is de geldhoeveelheid in een razend tempo gestegen. Schulden maken was in. Met het geleende geld konden staten en burgers de economie doen groeien. Hoe meer je leende, hoe meer er geconsumeerd kon worden en hoe meer belastingen er binnen kwamen. Het begrip economische groei werd het gouden kalf van de westerse samenleving, en wat later, van de hele wereld.

Zwakte van een democratie

In een democratisch geregeerde samenleving zijn er altijd wel verkiezingen. In gemeenten, provincies of het hele land. In de Verenigde staten worden ook rechters, sheriffs, burgemeesters, senatoren en de president gekozen. Om campagnegelden binnen te halen en stemmen te winnen wordt er heel wat beloofd. Eén maal gekozen wil men natuurlijk graag op het pluche blijven zitten. Het principe van de ene hand wast de ander gaat steeds meer opgeld doen. Regeren betekent voortdurend balanceren tussen de belangen van de gekozenen en degenen die vanuit een machtsprincipe gezien voor de gekozenen van  belang zijn.

In probleemtijden maakt dit belangenafwegingsprincipe adequaat handelen in een democratie onmogelijk. Ingaan tegen de belangen van je belangrijkste en machtigste kiezers betekent immers dat betrokkenen niet gekozen of herkozen zal worden. Op deze wijze ontstaat er een situatie waarin regeerders en politici praktisch gezien handelingsonbekwaam worden, alleen nog tot kleine stapjes in staat zijn en meer en meer naar zogenaamde technocratische oplossingen zoeken. Daarmee zeggende: “ik moest wel, het lag niet aan mij”.

Opkomst van de ECB, het IMF, de FED en EU-bonzen

Omdat de regeerders niet durven te regeren krijgen technocraten steeds meer macht. In Europa heeft de ECB, ten aanzien van het hele schulden en bankengebeuren, een groot deel van het regeren=beslissen wat te doen, van de regeringen overgenomen. Politiek gezien houden de bestuurders daardoor speelruimte, hoeven zelf niet echt te beslissen en kunnen bij problemen altijd een ander de schuld geven.

Beschermen van de belangen der machtigen

Door de torenhoog opgelopen schulden zijn de staten en banken als het ware versmolten. Beiden mogen niet failliet gaan, doen er alles aan om elkaar in leven te houden. De bankiers willen gewoon dat de schulden – met rente- worden afgelost en dat ze kunnen profiteren van economische groei. De bevolking wil werk, welvaart lage lasten en zekerheid. In de machtsafweging tussen banken en volk zijn de eersten duidelijk aan de winnende hand. Staatsschulden moeten omlaag, begrotingen naar een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven.

Probleem van de economische groei

Voor het omlaag brengen van staatsschulden is geld nodig. Dit kan worden verkregen:
1.    Door economische groei waardoor er meer geld verdiend wordt;
2.    Door als staat minder geld uit te gaan geven, dus te bezuinigen;
3.    Door als staat de inkomsten te verhoging middels lastenverhoging voor de burgers en bedrijven;
4.    Door inflatie;
5.    Door het geheel of gedeeltelijk niet meer terugbetalen van de schulden.

Het lastige is dat voor economische groei vertrouwen en zekerheid nodig is bij de bevolking van een land. In een schuldensituatie met de nadruk op afbetaling en het terugbrengen van de schulden raakt dit vertrouwen al snel zoek. De groei gaat stokken, burgers en bedrijven trappen op uitgavenrem, de regering verhoogt de lasten, burgers kunnen en gaan nog minder uitgeven, de werkloosheid gaat groeien, de staatsuitgaven nemen toe in plaats van dat ze afnemen en zo voort.

Toepassing van het inflatie-instrument blijkt in Europa met één gezamenlijke munt nauwelijks mogelijk omdat dit directe gevolgen heeft voor alle landen en naast schulden ook alle pensioenen en spaartegoeden gaan verdampen. Ook het gewoon niet terugbetalen van de gemaakte schulden blijkt geen optie, omdat daardoor het vertrouwen in het hele systeem zou wegvallen

Gevangen in het economische- en machtssysteem

Wie geld en daarmee macht heeft wil dit behouden en daar veel, zo niet alles, voor doen. Banken, politici, instituten, miljonairs en miljardairs willen dan ook koste wat het kost het opgebouwde systeem in leven te houden. Gezamenlijk is men daartoe bezig om tijd te rekken en geld te zoeken. Geld dat door de gewone burgers, vooral de middenklasse, moet worden opgebracht. Aan deze stroom geld van laag naar hoog gaat natuurlijk van zelf een eind komen. Daar is weinig fantasie voor nodig.

Wat als – Crisis of niet?

Terug naar de titel van de opening. Wat als er helemaal geen sprake is van een crisis? Wat als het niet gaat om een tijdelijke dip in ons op economische groei en exploitatie van de aarde gebaseerde systeem? Wat als het maken van schulden niet langer werkt om de economie aan te zwengelen? Wat als het niet om een regen, storm en onweersfront gaat maar om het begin van een economische klimaatverandering? Wat als het tijdrekken en het verzinnen van vele listen ons niet verder voert dan het steeds verder richting ravijn geduwd worden?

Duidelijk en controleerbaar is dat de schuldenberg nog steeds toeneemt. Dat de werkloosheid in de westerse landen in een rap tempo groeit, zeker wat de jeugd betreft. Spanje 55%, Griekenland 58%, Portugal 36%, Italië 35% en Frankrijk 25%. Wie denkt dat deze werkloosheid alleen het gevolg is van tijdelijke inzinkingen en niet samenhangt met diepgaande structurele veranderingen,  die kon het wel eens goed fout hebben. Daarover in een later artikel meer.

Tot besluit

Er zijn vele spreekwoorden. Bijvoorbeeld: Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen en wat niet weet wat niet deert. We kunnen nog kiezen waarvoor we willen leven. Dromen of wakker worden, leven of geleefd worden, ieder voor zich of allen samen. Wat denkt Ú dat het is, een tijdelijke crisis? Of het begin van een transformatie naar dit óf dat, naar het licht of verder in het donker?