René Tissen, Rtlz | Veel beleggers vragen zich momenteel terecht af of de scherpe daling van de Japanse Nikkei van gisteren van een kleine zeven procent een vervelende, maar in het grote monetaire spel te negeren correctie is, of dat er daadwerkelijk sprake is van een beurs implosie als gevolg van de opblaasacties van de centrale bank van Japan. Voor dat laatste is veel, zo niet alles te zeggen.
Brutalen hebben de halve wereld
Het hele begrip “Abenomics’ omhelst niet veel minder dan een uiterst brutale voortzetting en ongekende uitbreiding van het beleid van geldverruiming van de Amerikaanse Federal Reserve. De Japanners doen er gewoon een paar enorme scheppen boven op, in de veronderstelling dat de economie daardoor weer op de been komt. Japan heeft het financiële atoomwapen ingezet.
Het beleid wordt op voorhand succesvol verklaard
Het is de vraag of Japan zich de risico’s van dit beleid bewust is, want wél wordt rekening gehouden met de positieve effecten van het strooien met geld, maar niet met de negatieve effecten ervan en al helemaal niet met de mogelijkheid dat zich onvoorziene omstandigheden kunnen voordoen. Van “Abenomics’ moet gezegd worden dat het met het lot van de Japanse bevolking speelt, met name met het lot van de kinderen van Japan.
Tektonische platen
Vrijwel meteen na de introductie van de monetaire oorlog in eigen land begon de Japanse obligatiemarkt te wankelen. De rentes bewogen zich als jojo’s alle kanten uit en wat gevreesd werd begon vrijwel direct merkbaar te worden, namelijk dat stijgende rentes het in de harde praktijk onmogelijk zullen maken om de Japanse staatschuld via de Japanse banken te blijven financieren. Lees verder op RtlZ.
Tja, het heel westers monetair systeem is natuurlijk een flying high crashing fully luizig piramidespel. Japan hoort natuurlijk bij “het westen”.
Maar niet getreurd want na een poosje ga je toch dood. Met of zonder een berg poen. Wat maakt het uit?
Tja, monetair beleid is niet vrijblijvend. Vanuit historisch perspectief was Japan gewaarschuwd. Het land liet in 1931 als eerste de goudstandaard los. De toenmalige minister van Financien – Korekiyo Takahashi – flankeerde deze monetaire stap met fisclale stimuleringen.
Hierdoor werd een regelrechte mondiale valutaoorlog ontkenend, waardoor andere landen eveneens gedwongen werden de goudstandaard te verlaten. Takahashi ondervond al snel dat het door hem ingezette fiscale en monetaire beleid niet vrijblijvend was. Midden jaren ’30 probeerde hij op zijn schreden terug te keren, omdat de inflatie en het renteniveau uit de hand liep.
Hij ging over tot een beleid van monetaire verkrapping via het in de markt zetten van obligaties die eerder door de centrale bank waren opgekocht (quantitative tightening). Daarnaast ging hij op grote schaal bezuinigen. Toen deze bezuinigingen het miltaire apparaat raakten werd hij in 1936 vermoord door een groep jonge officieren.
De huidige situatie begint in vertraagde vorm steeds meer te lijken op de jaren ’30. Destijds ging de neergang sneller vanwege een ‘laisser faire’ houding van de centrale banken. Vandaag de dag zien we de jaren ’30 in slow motion. De uitkomst staat echter vast, omdat de monetaire constellatie zo mogelijk nog ernstiger is als tijdens de tweede helft van het interbellum. Het volgende artikel geeft een beeld van Japan in de jaren ’30. http://www.economie-macht-maatschappij.com/valutaoorlog.html
Volgens mij was Japan toen al in allerlei bezettingsoorlogen verwikkeld, waardoor de economie in het slop raakte en er wel maatregelen genomen moesten worden. Het was gewoon een oorlogseconomie. Nou ja gewoon…en dan kan je natuurlijk verwachten dat er onorthodoxe maatregelen getroffen worden. Waaronder deze moord door de militairen.
Dus denk ik dat de zaak wel even anders lag, maar ik ben geen geschiedkundige.
http://www.telegraaf.nl/dft/beleggingsfondsen/beleggingsfondsen_obligaties/21592794/__Spaanse_en_Italiaanse_rente_onder_druk__.html
Loekie de Leeuw zou zeggen: Asjemenou!