De inflatie in de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) is op jaarbasis in september met 1,7% gestegen. In agusutus was er nog sprake van 1,6% inflatie. Weer blijkt dat de hogere prijzen voor voedsel en energie het inflatiecijfer doen stijgen. De voedselinflatie bedroeg 2,3% in september en de prijzen van energie stegen met 5,2% op jaarbasis. De prijs van olie staat momenteel op het hoogste punt sinds april 2010.
Een vat ruwe olie is ongeveer $85,- waard.
Exclusief de volatiele componenten voedsel en energie bleef de inflatie in september gelijk ten opzichte van augustus en juli, op 1,2%. In Japan was er sprake van deflatie. Daar dalen de prijzen al 20 (!) maanden achter elkaar. In september was er sprake van 0,6% deflatie op jaarbasis, tegenover 0,9% in de maand ervoor. In Groot-Brittannië, Italië en de Verenigde Staten bleef de inflatie stabiel op respectievelijk 3,1%, 1,6% en 1,1%. In de andere G7-landen nam de inflatie iets toe. De geldontwaarding in Canada nam licht toe van 1,7% naar 1,9%, in Frankrijk steeg de inflatie ook met 0,2 procentpunt tot 1,6% en in Duitsland nam de inflatie toe van 1,% naar 1,3%.
De op basis van de Europese geharmoniseerde methode berekende inflatie (HICP) in de eurozone kwam uit op 1,8%, tegen 1,6% in augustus. In vergelijking met augustus stegen de consumentenprijzen in het Oeso-gebied met 0,2% in september. In Japan bedroeg de inflatie op maandbasis volgens de HICP van de ECB 0,3%, in Canada 0,2% en in de VS 0,1%. Daar komt waarschijnlijk wel verandering in, na de QE2. In Groot-Brittannië was sprake van stabiele prijzen, terwijl Frankrijk en Duitsland een deflatie kenden van 0,1%. In Italië daalden de consumentenprijzen met 0,2% op maandbasis.
De Nederlandse inflatie volgens de geharmoniseerde europese methode kwam uit op 1,4% op jaarbasis. Uit cijfers van het CBS bleek dat Nederland in september te maken had met 1,6% inflatie in vergelijking met september 2009. Volgens het ECB waren voornamelijk kleding & schoenen (-2%) en recreatie (-0,5%) goedkoper, terwijl communicatie (+3,4%), transport (+3,2%) en tabak (+3,5%) flink duurder werden. De prijs van voedsel en drinken steeg in Nederland met 1,3%.